Duo Arends en Platen vaart en vliegt model Nadat twee dagen hiervoor, de halve finale al in een spannende sfeer was verspeeld, bleek dit nog maar amateurwerk te zijn bij het grote werk dat volgde. De cupwinnaars van 1967, de Pijpenbewerkers 3, traden ook dit jaar in de finale aan en wel tegen de 2de jaars Scheepsmetaalbewerkers. Let u wel de 2de jaars! Nadat de spelleider, de heer Van Maanen, met veel moeite zijn fluitsignaal had kunnen laten ho ren in de kakofonie van gejoel, gejuich, geschet ter en getoeter, werd er door beide ploegen een wedstrijd gespeeld waar we nog lang over zullen praten. Het was geweldig. Na een zeer spannende strijd en een score-ver loop 1-0, 1-1, 1-2, wonnen de jonkies het van de 3de jaars. Proficiat Scheepsbouwers! Zij ontvingen de eerste prijs, een beker, beschik baar gesteld bij de laatste Diploma-uitreiking door de Buurtvereniging „Het Singelkwartier". Het win nende team bestond uit: Karei Niquet (aanvoer der) - Alex Mertens - Gerard Post - Hans Knik- man - Bert van Gorkom (reserve). Valk. De stem van de heer J. Platen klinkt enthousiast en opgewonden. „Hij klom zeker tot een hoogte van 150 meter". Hij zegt dit in zijn woning aan de Korte Dreef 13 in Rotterdam-Zuid. „En toen gier de hij met een straaljagerachtige vaart naar bene den", vult zijn vriend R. Arends van de Voordonk 32, eveneens in Rotterdam-Zuid, aan. De PH JPA was niet meer Het droeve einde kwam onverwacht en als twee kwajongens kwamen de mannen later met de brokstukken en splinters van hun modelvlieg tuigje thuis. De luchtdoop was mislukt: de „Arend" overleefde zijn eerste vlucht niet. Voor een fat soenlijke noodlanding was hem zelfs geen tijd gelaten. Met zijn neus was hij grondig te pletter geslagen na de te snelle en onvrijwillige terug keer naar de schoot van moeder aarde. Het optimisme van de bouwers bleek echter in het minst niet verminkt. Opgewekt houdt de heer Platen het toestelletje in zijn handen. Hij kijkt er weer met trots naar. „Hij maakte een buiteling, de „Arend", enorm De vleugel is vermoedelijk in de lucht afgeknapt, een zwakke plek of zo. Dat moet de oorzaak van de ramp wel zijn". Zijn vriend staat erbij en aait even over de vleu gels. „Zo denk ik er ook over". Hij zegt het met klem, daarmede het raadsel afdoende oplossend. Zijn deze twee mannen al lang bevriend? Arends („Jaap werkt in de Plaatwerkerij van WF en ik in de Machinefabriek I") ontmoette zijn ka meraad voor het eerst in de bus op weg naar huis. Om precies te zijn: vijf jaar geleden. „We wonen drie straten van elkaar". Bij die eerste ontmoeting had hij een bouwtekening van WF bij zich. „Ik vatte het plan op om de „Drydock" te gaan bouwen". Het oog van de heer Platen viel op die tekening. Verwoed modelbouwer als hij is („ik doe het al vanaf mijn ambachtschooltijd"), knoopte onmid dellijk een praatje aan. „Ah, stapelbouw", stelde hij met kennersblik vast. „Ik doe liever aan span- tenbouw, maar dat is wel moeilijker". „Misschien doe ik het later wel eens", kreeg hij 15

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1968 | | pagina 17