m DRAA6 \BI« W&.H PREVENTJE PUNT ÉÉN VEILIGHEID AAN DE VROUWEN VAN ONZE WERKNEMERS Geachte Mevrouw! Misschien wilt u mij veroorlo ven u reeds in het begin van dit stukje een vraag te stellen: „Weet u wat uw man doet op ons bedrijf"? Het kan zijn dat u uw schouders zult ophalen en dat u zult zeg gen: „nou, nog al eenvoudig, hij is bankwerker, of misschien is hij wel baas of bedrijfsleider". Maar wanneer u dat zegt, hebt u de vraag niet goed begrepen, want het gaat niet om wat hij is, maar om wat hij doet. En dan wordt het al moeilijker, want op deze vraag kunt u pas antwoord geven als uw man u wel eens iets vertelt over zijn werk. En dan kom ik dus met de heel be langrijke vraag: „Vertelt uw man u wel eens iets over zijn werk? Zegt hij bijvoorbeeld wel eens: „Nou, dat was vandaag op het kantje af. Daar sta ik te werken en daar krijg ik me van een aan tal meters hoogte een eind pijp op mijn schouder. Als het op mijn hoofd terecht gekomen was had ik het niet naverteld!" Ja, als zoiets gebeurd is, zal hij het u wel vertellen. Het is zelfs mogelijk dat hij dan met de een of andere verwonding gezellig een paar dagen of weken bij u thuis in de weg zit. Maar hebt u zich wel eens afgevraagd of dat ongeval nu beslist had moeten gebeuren! En, dames, hebt u zich er wel eens rekenschap van gegeven, dat door het werken in een fa briek of werkplaats en zelfs daarbuiten iedereen regelmatig blootstaat aan een kans op een ongeluk? Als wij de ongevalscijfers bekij ken, krijgen wij soms de indruk, dat sommige vrouwen van ons personeel zich dit maar zelden afvragen. „Maar wat kunnen wij daar nu aan doen", hoor ik u vragen, „wij zitten thuis!" Inderdaad, mevrouw, u zit thuis, maar juist omdat u thuis zit, kunt u er misschien iets aan doen. U kunt bijvoorbeeld van uw man verlangen, dat hij zich niet node loos aan gevaren blootstelt. O, ik zie het al, nu wordt u echt kwaad en zegt; „Ja hoor eens, mijn man is niet gek! Wie stelt zich nu nodeloos aan gevaar bloot?" En hiermee kom ik te rug tot mijn vraag: „Vertelt uw man u wel eens iets over zijn werk?" Vertelt hij u bijvoorbeeld dat op ons bedrijf speciale veiligheids helmen en schoenen en veilig- heidsbrillen en nog vele andere beschermingsmiddelen beschik baar zijn voor hen, die daaraan bij hun werk behoefte hebben? Vertelt hij u bijvoorbeeld, dat hij zich van die „veiligheidsmidde len" niets aantrekt?" Als hij dat vertelt, praat u dan eens met hem over zijn werk. Vraagt u eens of hij zijn helm of zijn bril of welk ander beschut tingsmiddel ook, regelmatig ge bruikt. Want, mevrouw, er zijn op ons bedrijf nog een aantal mannen, die in onvoldoende mate gebruik maken van de aanwezige be schuttingsmiddelen. Daarom vra gen wij u daar eens met uw man over te praten, want „Veiligheid op het bedrijf is veiligheid voor het gezin". A. P. 15

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1968 | | pagina 19