overleq by" het
k
k
neer men het gas gaat gebrui
ken voor ventilatie van de ruim
te, waarin men werkt of voor
het schoonblazen van de kle
ding.
Dan wordt er ook nog een
proefje gedaan met propaan-
gas. Eerst is uitgelegd, dat het
in de praktijk beter was met
propaan te werken dan met het
nog brandbaarder acetyleen.
Hij neemt een met propaan ge
vulde glazen pot. „Propaan is
verraderlijker. Het is zwaarder
dan lucht en blijft daardoor
langer hangen, bijvoorbeeld in
een dubbele bodemtank. Dat
kan tot ontploffingen leiden.
Daarom: ook met dit gas dient
de uiterste voorzichtigheid te
worden betracht".
Hij pakt een met propaan ge
vulde glazen pot. Een tweede
pot is leeg. Als bewijs daarvan
diene een in de pot gebrachte
brandende houtspaander: er ge
beurt niets. „Nou opletten, nou
gaat-ie even goochelen", grin
nikt de heer Blommers. Het gas
wordt nu als water overgeschon-
ken in de lege pot, tot op de
laatste "druppel". Ook nu weer
levert de houtspaander het on
omstotelijke bewijs. Met een
haast magisch gebaar brengt
de heer Potuyt het vlammetje
in de aanvankelijk lege, maar
later gevulde pot en: zoef...!
Het gas is opgebrand, zeer snel.
Folders
Het gezelschap zit rond de ta
fel. Aan de muren hangen fol
ders over veiligheid. De platen
roepen je toe: Wees een heer,
ze duiden kenneiijk op het ver
keer of: Pech..? Onzin..!
draag een helm! Die helmen
liggen er ook, naast allerlei
soorten veiligheidsbrillen en
-schoenen. Er is heel wat te
koop op dit gebied en niet eens
zo lelijk. De nieuwe schoenen
lijken bijna luxueus: een soort
skischoenen.
„Het is toch een hele boel als
je het zo bij elkaar ziet liggen".
De ogen van één der aanwezi
gen dwalen over de artikelen.
„Jammer, dat men ze toch nog
te weinig gebruikt". Er klinkt
enigszins teleurstelling in de
stem van de heer Blommers.
Onderwijl kijkt een ander met
haast verliefde blikken naar de
nieuwe veiligheidsbril: een ju
weeltje! En nog in allerlei ver
schillende standen te buigen
ook!
De heer Potuyt („Het is al de
twaalfde bijeenkomst") schept
intussen met koffie en een ro
kertje het juiste klimaat om de
mensen voor het doel (in casu
de veiligheid) open te stellen,
althans: hij creëert de juiste
sfeer om tot een openhartig
gesprek te komen.
Hij bevoogdt niet, er ontstaat
veeleer een wisselwerking tus
sen de bazen en hem. Het is
een open methode, die door
iedereen verstaan wordt en die
ook aanspreekt. „Er zijn hier
geloof ik 37 beroepen. Die kan
ik niet allemaal beheersen. Van
elk weet ik een hap en een
snap. Door echter met elkaar
te praten stuiten we gezamen
lijk op toestanden, die voor wat
de veiligheid betreft, verbeterd
kunnen worden. Daar is het ten
slotte om begonnen". Deze taal
wordt begrepen. Zijn toehoor
ders zijn het met hem eens, de
aanvankelijke remmen vallen
weg en er wordt losjes gespro
ken over diverse zaken uit de
praktijk.
Zo krijg je het gevoel, dat het
begrip veiligheid echt onder de
mensen leeft en er wordt door
die mensen zelf ook aan ge
werkt om tot steeds veiliger
methoden te komen.
Onderwerp van gesprek is even
eens de aansprakelijkheid en
de verantwoordelijkheid in het
bedrijf in verband met ongeval
len. En men ziet die verantwoor
delijkheid, met name ook de
eigen verantwoordelijkheid als
baas.
Tussen de bazen en de „veilig
heidsmensen" groeit een steeds
inniger contact. „Want", stelt de
heer Potuyt, „als wij eens bij een
afdeling aanlopen krijg je toch
vaak het gevoel van: wat doet
die kerel hier, wat heeft hij hier
te maken?" „Dat is inderdaad
waar". De heer Blommers knikt.
„Ze vinden het vaak nieuwsgie
righeid". De bazen ontkennen
dat niet.
„Dat gevoel hebben we wel
eens. Je bent met een karwei
bezig en dan komt er zo'n kerel
binnenlopen. Je hebt het dan
net druk en je denkt dan wel
eens: joh, maak dat je weg
komt. 't Is natuurlijk fout, zo'n
instelling, maar ja
Hechter
Toch is zo'n praatje over veilig
heid in het centrum een goede
aanloop tot een hechtere sa
menwerking. En interesse voor
dit onderwerp bestaat er zeker.
Daarom krijgt de volgende proef
van de „geboorte" van een on
geluk - aanschouwelijk voorge
steld door dominostenen - goe
de aandacht.
„Een mens komt op de zaak
met huiselijke problemen of
moeilijkheden betreffende zijn
werk. In ieder geval: hij wordt
door iets bezig gehouden. Dat
zijn zijn achtergronden".
Hij zet een dominosteen met
het woordje „achtergronden" op
tafel. Hij vervolgt: „Een mens
heeft zijn gebreken, wij alle
maal, we schieten gewoon te
kort. Dat is het menselijke fei
len".
Een tweede dominosteen komt
op een afstandje van de eerste
te staan. Het zullen er in totaal
21