WILTON-FIJENOORD NIEUWS
BIJZONDERE EDITIE
WILTON-FIJENOORD
IN
RIJN-SCHELDE GROEP
VAN DE DIRECTIE
31 STE JAARGANG, No. 8a MEDIO SEPTEMBER 1968
Inleiding
De woorden, die hier volgen, zijn gericht tot allen, die
werkzaam zijn bij de Dok- en Werf-Maatschappij
Wilton-Fijenoord, en tot hen, die hun dagelijkse werk
kring vinden bij Bronswerk-Fijenoord, Schiedam.
Omdat wij niet in staat zijn met een ieder van u een
persoonlijk woord te wisselen wat wij het liefst
wèl zouden willen doen richten wij ons tot u langs
deze weg.
Er zijn met ons „Wilton-Fijenoord" en „Bronswerk-
Fijenoord" bedrijf de laatste maanden en speciaal de
laatste dagen van de vorige week bijzonder schok
kende dingen gebeurd.
Op de preciese toedracht van het gebeurde willen
wij hier niet ingaan; gedane zaken nemen geen keer.
Toch moeten enkele dingen uit de doeken worden
gedaan.
In de eerste plaats mag niet achterwege blijven onze
erkenning, dat het anders is gegaan dan was voor
genomen en ook dat er fouten zijn gemaakt.
In de tweede plaats lijkt het goed erop te wijzen,
dat alle verwikkelingen en kritiek ten spijt de
toekomst van ons bedrijf steeds het uitgangspunt en
de drijfveer van ons handelen is geweest. Bij Rijn-
Schelde en de Verenigde Machinefabrieken is dit
daar zijn wij van overtuigd niet anders geweest.
Achtergronden
Hoewel zeer beknopt, mag het volgende overzicht
niet ontbreken.
Reeds in het begin van de zestiger jaren, geruime tijd
vóór de fusie van Wilton-Fijenoord met Bronswerk,
stond vast, dat om het voortbestaan en de toekomst
van ons bedrijf te verzekeren, de weg naar basis
verbreding gevonden móest worden. Het samengaan
met Bronswerk was een eerste stap in die richting,
een stap, die ons tevens bracht tot het onderscheid
tussen land- en zeebeen.
Voor beide „benen" bleef verdere groei en aan
passing aan moderne ontwikkelingen een eerste ver
eiste. Niet alleen het groeiende Europa, maar ook de
enorme schaalvergroting in de scheepvaart, stelden
de dringende eis aan ons bedrijf de weg te vinden
naar grotere eenheden. Het werd na de stap met
Bronswerk steeds duidelijker, dat samengaan met
andere bedrijven ter versterking van zowel ons land-
als ons zeebeen niet te lang meer mocht worden
uitgesteld.
De Verenigde Machinefabrieken en Rijn-Schelde leken
ons de aangewezen partners.
Het op gepaste wijze samenvoegen van Wilton-
Fijenoord-Bronswerk, de Verenigde Machinefabrieken
en Rijn-Schelde tot een groot concern leek de aan
gewezen oplossing.
Zover is het echter niet gekomen.
Aan het samenvoegen van de drie bedrijven bleken
namelijk aanzienlijke bezwaren te kleven. Het pro
bleem van het bijeenbrengen van met elkaar strijdige
licenties was wel het meest konkrete bezwaar, maar
er waren er nog meer.
Ondertussen kwam door de „dokkenkwestie" in het
Waterweggebied ons zeebeen onder steeds hogere
druk te staan en kon samenwerking in het maritieme
vlak niet langer uitblijven.
Zo kwam, midden van dit jaar, tussen Wilton-
Fijenoord-Bronswerk en Rijn-Schelde een nauwe
samenwerkingsovereenkomst op maritiem gebied tot
stand en werd als eerste belangrijke stap besloten
een grote reparatiewerf op de Maasvlakte te stichten.
Een halve maand later volgde de bekendmaking van
ons reeds lang in voorbereiding zijnde plan om met