Wormpjes hechten zich aan de bodem.
Duidelijk zichtbaar zijn de mosselen, die zich aan dit schip hebben vastgezet.
Bestrijding
Natuurlijk heeft men door de
tijd heen gezocht naar een be
strijdingsmiddel. „We smeren na
het schoonmaken en verven met
anti-corrosive een laag anti-
fouling op de huid. Een soort verf
met vergiften en koper er door
heen". Waarom koper? „Daar
hechten die diertjes zich niet zo
makkelijk aan. Anti-fouling be
tekent een waarborg voor zes
tot acht maanden. Nog steeds
zoekt men naar een nog meer
afdoende samenstelling". Een
belemmering hiervoor zijn mede
de hoge kosten; de anti-fouling
verfsoorten zijn namelijk door
hun samenstelling een kostbare
aangelegenheid.
Onze voorvaderen worstelden
reeds met dit probleem. „Zij
voeren nog met houten schepen,
maar een koperen beplating on
der de waterlijn betekende toen
een redelijke afwering".
Vóór het bestrijden houden we
ons op de werf eerst bezig met
het verwijderingsproces. „We
spuiten met een hogedrukstraal
water op de romp. Vijf tot zes
atmosfeer druk betekent vaak
een te geringe kracht om de
schaaldiertjes weg te spoelen.
Dan is het schrappen geblazen".
En borstelen? „Dat gebeurde
met stalen borstels. Tegenwoor
dig is dat borstelen voor het
overgrote deel verdrongen door
het spuiten". Vrijwel al dat werk
wordt door onderaannemers uit
gevoerd. De meeste moeite heeft
men met de wormpjes. „Je
schrapt en je denkt; ze zijn er
af. Die dingen zijn echter zó
klein, dat je er makkelijk over
heen schrapt. Ze zijn er werke
lijk slecht af te krijgen". Ik maak
een vergelijking met bloedzui
gers. Hij knikt.
Een jonge aankomend corres
pondent zegt later bij het zien
van een foto van een huid met
wormpjes: „Zo, is dat een plaatje
van een omgevallen bord spag
hetti?" En een ander, die een
met schelpen begroeide huid be
kijkt, doet eveneens een „des
kundige" duit in het zakje. „Dat
zijn zeepokken". Het woorden
boek leert: een klein schaaldier,
dat zich vastzet op mossels, op
havenhoofden enz. Latijn: bana-
lus.
Zijn er nu echt beruchte wate
ren, waarin dit verschijnsel zich
het meest voordoet? De heer
Christiaanse heeft er een uitge
sproken mening over. „De Per
zische Golf, de Middellandse
Zee en de wateren rond Rio de
Janeiro staan in een bijzonder
kwade reuk".
Grote tankers groeien niet zo
erg meer aan. „Die liggen haast
niet meer stil. Alleen een paar
uurtjes tijdens het laden en los
sen".
Algen
Voor deze schepen zijn het zee
gras en de algen wel een ware
plaag. „Die hechten zich ook
aan varende schepen: op de
plaats, waar het licht nog door
het water schijnt".
De Corrosiebestrijdingsdienst
heeft nog een taak: de wering
van de corrosie uiteraard! „Het
meest kwetsbare deel van het
schip voor het optreden hier
van is tussen de water- en wind-
lijn". Wat is dat?
„We kunnen eventueel ook zeg
gen: de boottop, de scheeps
romp tussen de diep- en leeg-
laadlijn. Deze plaats wordt dik
wijls gestraald".
Natuurlijk omvat het werk van
de dienst nog meer. Het
schoon- en gasvrijmaken van de
olietanks enz. Maar het gasvrij
maken lijkt me weer een gast
vrije uitnodiging voor een vol
gend verhaalMvV
2