„Maar sportief. Die man ging beslist niet harder dan 10 km. Toen een politie-auto er voor en hij het schuurtje in, natuur lijk". Het schuurtje? Dat is een uit drukking, die de oud-politie rechter mr. Heinsius vroeger ge bruikte. „Dat klopt. Die mocht ik graag lezen. U ook?" „Dan kom ik aan bij de portier op Oost en maak een praatje. Vervolgens douchen en „prik ken" op het hoofdkantoor". Zijn koffie staat al om 6 uur te pruttelen. Dat doen trouwens de mensen ook meer. „Vroeger waren zij gezelliger. Tegenwoor- het Dokkantoor-Oost is geko men. „Zó'n collega!" Zijn duim maakt de bekende beweging om zijn woorden lovend te onder strepen. Hannes is trouwens ook wel te spreken. „Laten we het gezellig houden. Wat koop je voor ruzie; anders word je nooit 65". Deze leeftijd staat als een soort heilig getal in hun vaandel geschreven. En hun vaandel is de theedoek, waar mee de kopjes tot glimmende pronkstukjes gepoetst worden. De immer vrijgezel gebleven en naar onafhankelijkheid dorsten de Maarten heeft er nooit spijt van gekregen dit werk op zich Het domein van Maarten en Hannes. dig wordt er eerder gemopperd. Ja, inderdaad waren zij toen sneller tevreden". De hele dag is hij in de weer. Is het niet met koffie dan is het wel met een ander „klusje". „Ik verzorg bijvoorbeeld de overalls van de surveyors en inspec teurs". Koffie zet hij ook voor de mensen, die deze meenemen op karwei, 's Morgens vroeg is uiteraard het vullen van de fles sen één van de werkzaamheden. Zijn dagtaak loopt om 4.30 uur af. Dan kan hij met recht zeg gen zich weer dienstbaar ge maakt te hebben. Sinds kort doet hij dit werk met Hannes de Jong (63), die van te hebben genomen. „Voor deze tijd was ik bikker. Maar toen mocht ik Frans, da's m'n voor ganger, gaan assisteren. Die is later een café begonnen en toen heb ik hem opgevolgd. Als bikker werkte ik bij WF vanaf 1931 en eerst na de oorlog kwam ik als een soort piccolo onder de hoede van Frans. Vóór ik bij WF kwam, was ik machinaal houtbewerker bij een andere zaak". Over wat hij in zijn werk mee maakt, praat hij niet makkelijk. Het lijkt er op of hij de mensen om hem heen wil beschermen, althans of hij het in hem gestel de vertrouwen niet wil bescha men. Hij weet wel een leuke anecdote. „Niet opschrijven, hoor. Eerlijk niet?" Het grappi ge verhaal gaat eigenlijk ten koste van niemand. Als een be schermende kloek spreidt hij echter zijn vleugels uit. Zo van: bij Maarten is alles veilig. In hoeverre het door zijn vader veelvuldig gebezigde spreek woord „spreken is zilver en zwijgen is goud" aan deze le venshouding debet is, wordt men gewaar wanneer hij stel lig beaamt: „Ik houd me er nog altijd aan". Meestal duikt hij 's avonds al heel vroeg onder de wol. De laatste woorden van de A.N.P.- nieuwslezer zijn voor hem het sein. „Dan ga ik lekker vroeg plat. Dat is gezond, eerlijk. Of niet soms? Ik heb het trouwens zelf gemerkt. Vóór ik dit werk deed, sukkelde ik met mijn ge zondheid. Alle medicijnen heb ik weggegooid. Toen vroeg naar bed en vroeg op. Binnen drie weken, meneer, zo fit als een hoentje, eerlijk!" Naast voetballen heeft hij vissen als ontspanning. „Nee, niet in zee. Gewoon, in singels. In Blij- dorp vang ik wel eens een ste keltje". Zijn ronde gezicht straalt weer een gulle lach. „Ik mag ook graag naar de Dier gaarde gaan. Een mooie tuin, prachtig. Of ik van dieren houd? Ach. Vroeger heb ik zelf ko nijnen gehad". Of het de dierenliefde voor deze wollige langoren was, die hem tot het houden er van dreef, trekt hij zelf in twijfel met de woorden: „Ja, die waren voor de Kerst". Je hoeft hem nauwelijks te vra gen hoe hij het vindt naar het Centrale Dokkantoor te verhui zen. „We zullen wel zien. Alles rolt vanzelf". Maarten Noordzij. Een man die zijn werk met plezier doet en die zich niet sappel maakt over dingen, die hem als onbenullig voorkomen. „Hoeveel koppen koffie ik per dag schenk? Nou, die tel ik niet op, daar krijg ik maar hoofdpijn van, eerlijk M v V 19

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1968 | | pagina 21