't Werd toch een Kerstmis op de Azoren Er veegde een volwassen storm over de Azoren, die de deining tot achter het breakwater van de haven van Horta liet uitlopen en de sleepboot „Savoe Zee" aan zijn anker en de achteruit op een boei aangebrachte trossen deed rukken. Van begin november lag hij daar op station, met open radio-oren dag en nacht luisterend naar alles wat maar uit de ether uit de loudspeaker in de radio-hut wilde spoelen. Het volle etmaal hielden de twee marconisten hun station bezet want van hen moest het verlossende bericht komen dat „varen" zou betekenen, een verbreken van de verveling die zich zo langzamerhand van de be manning ging meester maken. Dat afwachten tot er zich wat op die grote, ruwe plas zou voordoen en hun hulp behoefde, werd op de duur geest dodend. Elke dag begon opnieuw met dekwerk, onder houd van het schip, driemaal eten, slapen en dan weer een nieuwe dag, daar maar als doelloos voor anker liggend in een en dezelfde sleur van wachten wachten wachten. Een enkele keer de benen eens strekken op de wal, een glas wijn, naar de kapper maar altijd binnen gehoors- afstand van het schip. Dat was de grote voor waarde om eens aan wal te gaan. Als de fluit zou gaan loeien was het lopen geblazen om zo gauw mogelijk weer aan boord te zijn. De span ning zat er altijd in, waar ze ook aan de wal waren. En weer aan boord begon het lieve leven tje opnieuw, wachtlopen scheepswerk eten slapen tot een nieuwe dag. Een enkele maal waren ze eruit geroepen maar het had nog niets opgeleverd. Knapen die gauw schreeuwden als ze maar half in de kreukels za ten. Ze klaarden het en bedankten de sleepboot die naar hen op weg was voor deze hen had kunnen bereiken. „Bedankt sleepboot, maar we hebben het geklaard". Zo was het 21 december geworden en ze had den het zout in hun pap nog niet verdiend, 't Kon natuurlijk nog komen want het was nog bij lan- gena geen lente en overal op de Atlantische wil de het in de winter wel stormen. De kok begon al na te denken over een goed kerstdiner. Hij liet er wel eens wat over vallen maar kreeg dan de waarschuwing: „Niet over pra ten, eeltschroeier. Spreek niet over de strop in het huis van de gehangene. Laat het op kerstmis nou maar rustig zijn en geen schip in de versuk keling raken. Het mag anders zijn dat we liever vandaag de dag morgen een noodseintje binnen krijgen en een job opdaagt. Want dat wachten is bagger. Maar kerstmis op zee en in de rotzooi zitten is het eind als je alle gewone dagen hier 2

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1968 | | pagina 4