40 JAAR ZIEKTEWET
Het was op 1 maart precies
40 jaar geleden dat de Ziekte
wet in werking trad. Er is aan
invoering van deze wet heel wat
voorafgegaan. Geen onzer so
ciale verzekeringswetten is met
zoveel barensweeën gepaard
gegaan als deze.
Reeds toen rond de eeuwwisse
ling het ontwerp Ongevallenwet
in behandeling kwam werd er in
de Tweede Kamer bezwaar te
gen gemaakt dat niet eerst de
ziekengeldverzekering werd ge
regeld.
Voor minister Abraham Kuijper
was dit aanleiding onmiddellijk
na het tot stand komen van de
Ongevallenwet een ontwerp-
Ziektewet in te dienen.
Daarin werd niet slechts een
verzekering van ziekengeld
(loonderving) voorgesteld, doch
tevens een ziektekostenverzeke
ring (wij zouden thans zeggen
de ziekenfondsverzekering).
Kuijpers' ontwerp haalde de
Tweede Kamer niet en werd in
1910 door Talma ingetrokken en
door een geheel nieuw ontwerp
vervangen. Daarin kwam de
ziektekostenverzekering niet
meer voor.
Weliswaar werd Talma's Ziekte
wet op 5 juni 1913 in het Staats
blad afgekondigd maar het zou
17 jaar duren aleer de wet in
werking trad.
Met name twee zaken zijn de
oorzaak van deze vertraging ge
weest.
In de eerste plaats de strijd over
de vraag of in de Ziektewet ook
de ziektekostenverzekering
diende te worden opgenomen.
In de tweede plaats de verschil
len van opvatting over de orga
nen aan welke de uitvoering
van de wet moest worden op
gedragen.
Talma, de geestelijke vader van
de Raden van Arbeid, wilde naar
het voorbeeld van de Duitse
Ortskrankenkassen, de wet uit
sluitend zien uitgevoerd door
ziekenkassen van deze Raden.
Daartegen rezen ernstige be
zwaren in de Tweede Kamer,
als gevolg waarvan een amen
dement werd aanvaard dat het
mogelijk maakte ook door werk
nemers gestichte ziekenkassen
als uitvoeringsorgaan in te scha
kelen.
Herhaaldelijk werden wijzigings
voorstellen ingediend. Daarin
werd dan weer wel, dan weer
niet de ziektekostenverzekering
als onderdeel van de zieken-
verzekering voorgesteld.
De Raden van Arbeid kwamen
als uitvoeringsorganen steeds
meer op de achtergrond, terwijl
bedrijfsverenigingen naar voren
kwamen.
In 1925 heeft minister Aalberse
een poging gewaagd de onge
vallen- en ziekengeldverzeke
ring in één wet te regelen, met
als uitvoeringsorganen in de
eerste plaats bedrijfsvereniging
en. De Raden van Arbeid zou
den nog slechts als aanvullende
uitvoeringsorganen optreden.
Door het aftreden van de rege
ring kwam het ontwerp-Aalberse
niet in behandeling.
Het in maart 1927 gehouden
tweede congres sociale verze
kering van de Vereniging van
Raden van Arbeid stond geheel
in het teken van de wettelijke
regeling van de ziekengeldver
zekering.
Er heerste alom en met name in
arbeiderskring teleurstelling en
ontstemming over het lange uit
blijven van een wettelijke rege
ling. In vele collectieve arbeids
overeenkomsten waren daarom
reeds bepalingen opgenomen
die de onder deze c.a.o.'en val
lende werknemers een uitkering
bij ziekte garandeerden.
Minister Slotemaker de Bruine
trok het ontwerp Ziekte- en On
gevallenwet van 1925 in en
greep terug op de in 1913 afge
kondigde Ziektewet-Tal ma.
Hij diende een aantal voorstel
len tot wijziging in, die door de
beide Kamers werden aanvaard.
De belangrijkste wijzigingen wa
ren:
a) de ziekengeldverzekering zou
een collectief en geen indivi
dueel karakter dragen;
b) de uitkering zou niet 70%
doch 80% van het dagloon
bedragen;
c) de wet zou uitsluitend gelden
voor werknemers met een
loon van niet meer dan
3.000,- per jaar;
d) alleen zwangerschap en be
valling van een gehuwde
14