Officiële mededeling
Door de Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electro-
technische Industrie is bepaald, dat met ingang van 2 maart 1970 het
uitkeringspercentage voor de Ziektewet is gewijzigd in 90.2%
(was 90.5%).
Voor beambten verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet wordt dit per
centage 92.8% (was 93%).
De niet ingevolge de Ziekenfondswet verzekerde beambten krijgen
uitkering naar 97.5% (was 97.7%).
Ziektegevallen, die vóór 2 maart 1970 zijn aangevangen, behouden de
oude uitkeringspercentages.
Het uitkeringsdagloon werd reeds eerder op 89,30 gesteld, terwijl
premie verschuldigd is over maximaal 89,-.
Door deze correcties wordt bereikt, dat het ziekengeld het door
ziekte gederfde salaris zo nauwkeurig mogelijk benadert.
Schiedam, 2 maart 1970
De Directie
"voor het front" staat om de
WF-broche opgespeld te krijgen.
Hoewel er op dit ogenblik weer
gestreden wordt voor gelijke
rechten van man en vrouw
(denk aan de Dolle Mina'sl),
blijken er toch nog steeds voor
dames andere maatstaven te
gelden dan voor heren, want
een 10-jarig dienstverband voor
dames komt overeen met een
25-jarig dienstverband voor de
heren.
Wij zullen, aldus de heer
Meeuwisse, eens met de Dolle
Mina's moeten gaan praten!
Hierna worden ook de jubila
rissen persoonlijk toegesproken.
Eén van hen krijgt het advies
om de WF-oorkonde, boven zijn
bed te hangen, wat veel hilari
teit teweeg brengt.
De Burgemeester van Schiedam,
de heer Roelfsema, krijgt daar
na het woord, en stelt, dat de
gebondenheid aan de arbeids
plaats toch anders is dan vroe
ger, toen het "Ora et Labora"
gold, d.w.z. "bidt en werkt". Bij
een onlangs gehouden enquête
door de Groningse Hogeschool,
is gebleken dat 40-60% van de
ondervraagden meer waarde
hechtte aan werk dan aan vrije
tijd, wat toch wel een verrassen
de uitslag is. Een feit is dat,
naarmate men zijn werk beter
beheerst, men een grotere waar
de aan het werk hecht.
Bij een vrouw ligt deze zaak
anders, bij haar wordt namelijk
de waarde mede bepaald door
de emotie, waarmee zij haar
werk beleeft.
Natuurlijk weet de heer Roelfse
ma niet hoe een dergelijk on
derzoek voor de thans aanwe
zige jubilarissen uit zou vallen,
doch hij spreekt de hoop uit,
dat zij rustig zullen voortgaan
met het uitoefenen van hun taak.
Hierna worden aan de 40-jarige
jubilarissen de medailles uitge
reikt en worden de aanwezigen
in de gelegenheid gesteld hen
te feliciteren.
J.O.K.
De heer Kleyn ontvangt de Koninklijke Onderscheiding.