brandweerkazerne rechtstreeks verbindt. „Een bedrijfsbrandweer van een scheepswerf stelt natuur lijk specifieke eisen. Een be langrijke daarvan is bekend zijn met schepen. Vaak ga je een ruim in zonder iets te kun nen zien. Op weg naar de vuur haard moet je dan altijd zorgen een „klauwtje" vrij te hebben. We werkten eens samen met de gemeentelijke brandweer bij het blussen van een brand in een ruim. Er stond een grote leer schuin opgesteld. Eerst ging één van onze mannen naar beneden en toen een col lega van de gemeentelijke brandweer. Halverwege pas seerde men een schild, een dra ger waarop de luiken van een tussendek rusten. Onze man ging gewoon verder, de ander dacht, dat hij beneden was en stapte de drager op. Onze man gaf een gil en pakte de ander bij zijn been. Deze bleef geluk kig stokstijf staan en toen kon de ander zijn been langzaam teruggeleiden naar de ladder. Was dat niet gebeurd, dan zou hij zo'n acht meter naar bene den gemieterd zijn. Ik bedoel maar: je moet echt wel weten wat een schip is". Preventief Hij steekt de brand in een nieu we sigaret. „Onze groep bestaat uit acht beroepsmensen en der tien vrijwilligers uit ons bedrijf. De beroepsmensen zorgen on der andere voor het onderhoud van de materialen en doen veel preventief werk". Hierover alleen al vertelt hij een pagina vullend verhaal. Hij doet dat boeiend. Zo ook over aller lei vooral chemische brandbe- strijdingsmiddelen, die hij met chemische formules en hun re acties onder diverse omstan digheden uit de mouw schudt. Het stokpaardje is natuurlijk on ze combinatie lage druk voor- bouwpomp en hoge druk nevel spuit, die rond 1955 werd aan geschaft. „Daarvoor werkten we met zo'n oud T-fordje, een zeer omslachtige toestand. Met een waterstraal is het veel moeilijker blussen en trouwens een oliebrand kan je er niet mee aanvallen. Water is zwaar der dan olie, het zakt er dus gewoon door. Met de nevel spuit breng je boven de vuur haard hele fijne waterdruppel tjes als een deken aan. Door de hitte gaan die zwevende drup peltjes koken. Er komt een stoomdeken te hangen, waar door er geen zuurstof meer bij het vuur wordt toegelaten. De zijn drie factoren nodig. Zuur stof, brandbare stof en ontste- kingstemperatuur. Om de brand te blussen, dient één van de zij den van de driehoek te worden doorbroken. „Men kan dus de zuurstof onttrekken, men kan de temperatuur reduceren tot onder de ontstekingstempera- tuur of men kan de brandbare stof wegnemen. De nevelspuit is een probaat middel voor het blussingswerk. „Deskundigen zeggen, dat je er zelfs electriciteitsbranden mee kunt doven, er zijn er echter, De nevelspuit. brand dooft dan. Bovendien onttrekt het verdampen van het water hitte aan de brand, zodat deze daardoor ook al minder hevig wordt. Het mes snijdt aan twee kanten". Nevelspuit Hij brengt de voordelen van deze spuit duidelijk naar voren. „Je hoeft ook geen water aan te zuigen uit bijvoorbeeld de ha ven met alle moeilijkheden, die daarmee gepaard kunnen gaan. Je neemt nu zelf het water in een tank mee. Dat kan, omdat er veel en veel minder van deze vloeistof voor nodig is om een brand te blussen". Bij de brandweer gaat men van dit principe uit: voor een brand die dat weer tegenspreken. Daarom laat ik het mijn men sen niet doen. Zelf doe ik het wel". Als wij hem naar meer persoon lijke achtergronden en details vragen, wuift hij dit aanvankelijk met een „het moet een verhaal over de brandweer en niet over Van Vliet worden" weg. Na enig aandringen vertelt hij over zijn ervaring met schepen. „Net als mijn grootvader wilde ik con structeur-tekenaar worden". Het is er niet van gekomen, althans niet blijvend. Korte tijd wel. Na de middelbare school enkele weken werken als ijzerwerker om een werf te leren kennen. Dan bij de Nevesbu. In de oor log als vrijgezel ontslagen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1970 | | pagina 11