Reuze- houtwesp en neushoorn kever gevonden bij WF Want tijdens de competitie, waaraan 228 leerlingen deel namen, vonden maar 13 onge vallen plaats waarvan: 2 in het verkeer, 9 tijdens sport en 2 in de praktijk. Het percentage per 100 man komt hierdoor voor de school op 5,7 terwijl dit voor het bedrijf altijd nog 10,2 bedraagt. De wisselbeker werd door de winnende afdelingen met vreug de in ontvangst genomen terwijl aan ieder een gereedschapsset als herinnering werd uitgereikt. A. P. Het is geen zeldzaamheid, dat insecten of andere dieren wor den aangetroffen in uit het bui tenland afkomstige materialen. Vogelspinnen en slangen zijn het bekende voorbeeld daarvan. Zij bevonden zich tot voor enkele jaren in uit Zuid-Amerika ingevoerde bananen. Dit verschijnsel doet zich nau welijks meer voor. Dat ligt op gesloten in het feit, dat de ver- voers- en conserveringsmetho den een dermate ontwikkeling hebben ondergaan, dat de die ren vrijwel geen schijn van kans meer hebben levend bij de con sument te komen. De vreemde dieren, die nog worden aangetroffen, komen meestal uit de houtsector. De oorzaak hiervan is, dat het hout waarschijnlijk niet zo lang meer in het water ligt om uit te wer ken. Vroeger waren insecten, larven en eitjes ten dode op geschreven door het lang in het water houden van het hout. De overlevingskansen zijn momen teel veel groter. Als voorbeeld kan gelden de bij Wilton-Fijenoord gevonden reuzehoutwesp (Sirex Gigas L.), die overigens in het Neder landse faunagebied geen vreem de is. Deze werd echter aan getroffen in Scandinavisch naaldhout. Het vrouwtje had een lengte van bijna 38 mm en een geschatte spanwijdte van de vleugels van 70 mm. Nauw keurig was deze, vanwege de beschadigde vleugels, niet te bepalen. Helaas was de meestentijds 10 mm buiten het lichaam ste kende legboor bij het door zagen verloren gegaan. De mannetjes zijn over het alge meen de helft kleiner dan de vrouwtjes. De diertjes leven meestal in of in de buurt van afstervend naaldhout en zoals bij alle insecten begint de le venscyclus met een bevrucht eitje. Die eitjes worden via de legboor van het vrouwtje in het hout gebracht en na verloop van tijd kruipt hier een larfje uit. Het voedt zich met het hout, VREEMDE BEESTJES VINDEN HUN WEG NAAR MUSEUM Bij het doorzagen van een stuk hout in Machinefabriek I is enige tijd geleden een zogenaamde reuzehoutwesp aangetroffen. Later vond men in de Scheeps- bouwloods eveneens een vreemd soortig beestje: een neushoorn kever. Beide dieren werden naar het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam gestuurd, waar zij werden gedefinieerd. Bovendien schreef een medewerker van dit museum er een rapportje over, dat wij hierbij in een enigs zins bewerkte vorm weergeven. Wij zijn de heer Roderick O. Cos- see erkentelijk voor deze bij drage. waarin het ter wereld komt. Het doet er twee jaar over om een volwassen larve te worden. Hierna volgt het popstadium. Het vormt een soort cocon rond zich. De pop ondergaat een ge daantewisseling en wordt in de zomer een volwassen wesp. Deze bijt zich een weg door het hout heen naar buiten om weg te vliegen, waarna de paartijd aanbreekt. De cyclus begint opnieuw. NEUSHOORNKEVER De op de werf van Wilton-Fijen oord gevonden neushoornkever (Oryctes nasicornis L.) is in ons land eveneens vrij zeldzaam. De kevers zijn donkerbruin aan de bovenzijde. De onderzijde is lichtbruin behaard. Ze kunnen 22 tot 39 mm groot worden. De mannetjes zijn herkenbaar aan de grote uitwas op de kop, die aan de hoorn van een neus hoorn doet denken. Bij de wijf jes is de uitwas klein of niet aanwezig. Dood of vermolmd eikenhout is de plaats waar de larven opgroeien. Ook run, die gebruikt wordt bij het looien van leer, is voor hen aantrek kelijk. Aangezien tegenwoordig veel synthetische looimiddelen 17

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1971 | | pagina 19