Daarom juist is het van groot
belang, dat u zich vertrouwd
maakt met de voornaamste
eigenschappen van deze gassen,
en met de daaruit voortvloeien
de veiiigheidswenken en -voor
schriften.
Eigenschappen van Butaan en
Propaan
De onderste explosiegrens, dit
is de kleinste hoeveelheid gas
welke met lucht gemengd moet
worden om bij ontsteking een
explosie te krijgen, is voor deze
gassen ongeveer 2%.
Dat wil zeggen dat er per liter
lucht 20 ml flessengas (geen
vloeistof!) nodig is om na ont
steking voor een daverende
explosie te zorgen.
De druk die in de fles heerst, de
dampspanning, is sterk afhanke
lijk van het soort gas en de tem
peratuur.
Hiervan enige voorbeelden (voor
de zuivere gassen):
bij 10 °C, Butaan nihil, Pro
paan 2,5 atm
bij 5 °C*), Butaan 0,1 atm, Pro
paan 5 atm
bij 20 °C, Butaan 1,5 atm, Pro
paan 7,5 atm
bij 40 °C, Butaan 3,5 atm, Pro
paan 13 atm.
Uit voorgaande opsomming is
gemakkelijk op te maken dat in
het koude jaargetijde bij Butaan
het gevaar bestaat van „bevrie
zen" van de fles, met het gevolg
dat de gasdruk uitvalt en indien
het toestel niet is afgezet, bij
stijgen van de temperatuur het
gas ongehinderd kan uitstro
men. Om deze problemen te
voorkomen zal men dus in het
koude jaargetijde óf moeten
overgaan op Propaan óf de Bu-
taanfles op een plaats moeten
opstellen waar de temperatuur
niet onder de 5 °C*) kan dalen.
Ten aanzien van de temperatuur
geldt ook een bovengrens. U
ziet immers in voornoemde ge
gevens dat de druk sterk op
loopt met de temperatuur. Deze
is b.v. bij de in de zon gemak
kelijk haalbare temperatuur van
40 °C voor Propaan al tot 13
atm gestegen.
Plaats daarom de flessen nooit
in de open zon, nooit bij de
kachel, nooit bij open vuur e.d.
Ten aanzien van het gebruik van
kampeerflessen nog het volgen
de: hier in verband met de la
gere druk liefst Butaanflessen
gebruiken, als tenminste niet in
de sneeuw wordt gebivakkeerd.
Verder moet men bedenken dat
de temperatuur ook onder een
met een nauwsluitende doek of
zeil afgedekte gasfles zeer hoog
kan oplopen.
Het plaatsen
De dampdichtheid ten opzichte
van de lucht van Butaan is 2 en
van Propaan IV2. Dat wil zeg
gen, dat deze gassen resp. twee
maal en anderhalfmaal zo zwaar
zijn als de lucht. Ontsnappend
gas zal in een ruimte dus altijd
naar beneden zakken.
Plaats de flessen daarom nooit
in kelders of andere laag gele
gen bergplaatsen. Het is ver
standiger ze buiten op te stellen
('s winters alleen Propaan), of
wel in een speciaal daarvoor be
stemde kast met onder en boven
ventilatieopeningen, die u beslist
niet mag afsluiten.
In de omgeving van de opge
stelde fles moeten ook geen
roosters van kelderruimten aan
wezig zijn.
Noot: Op schepen nooit onder
deks plaatsen maar aan dek,
dus ook weer: Propaan en geen
Butaan in het koude jaargetijde.
Tenslotte kan nog worden opge
merkt dat Butaan en Propaan
van nature reukloos zijn. De fa
brikant kan echter een reukstof
toevoegen, waardoor bij onge
wenste lekkage „gaslucht"
wordt geroken.
Algemene veiiigheidswenken en
voorschriften
1. In het koude jaargetijde, of
bij permanent gebruik in het
gehele jaar, Propaangas ge
bruiken
2. Houdt de aangesloten fles
altijd rechtop
3. De fles nooit vervoeren zon
der beschermkap
4. De fleskraan uitsluitend
openen met de hand; geen
gereedschap gebruiken bij
weigering, doch fles met
vermelding van het defect
naar de depothouder terug
sturen
5. Niet aansluiten bij open vuur
en niet roken tijdens het
aansluiten. Deze werkzaam
heden bij voorkeur in de
buitenlucht uitvoeren
6. Het gas mag uitsluitend via
een drukregelaar in de lei
ding stromen. Als u van Bu
taan overgaat op Propaan
dan kontroleren of op de
drukregelaar vermeld is dat
deze ook geschikt is voor
Propaan. (Er zijn nog druk
regelaars in omloop die uit
sluitend geschikt zijn voor
Butaan)
7. De flessen bij voorkeur bui
ten en op een goed geven
tileerde plaats opstellen.
Deze plaats niet naast een
kelderopening of in het di
recte zonlicht kiezen
8. De leidingen (bij vaste op
stelling van gasflessen en
apparaten) moeten van staal
of koper zijn
9. Voor het aansluiten van ap
paraten gebruike men een
voor Propaan en Butaan ge
schikte rubber gasslang*)
(lengte max. 1 meter**))
welke nauwsluitend over
een slangpilaar wordt ge
schoven (vastzetten met
slangklem)
10. Indien u de verbindingen
wilt controleren, doe dat
dan met een vloeibaar was
middel (zeepsop), maar
nooit met een vlammetje.
11. Draai iedere avond de fles
kraan dicht na eerst alle
kranen van de diverse ver-
bruikstoestellen te hebben
gesloten.
12. Indien u gas ruikt, dan voor
al geen vuur maken, niet
roken, de elektrische scha
kelaars niet bedienen en
14