w
de ijzeren wanden van het dok
achter.
Dit wetende, had ik mijn kollega
uitgenodigd bij ons thuis te
komen, als hij daar behoefte aan
had. Het verwonderde me niet,
dat hij er gretig op in ging, want
tenslotte zijn deze korte dagen
geladen met een onheuglijk sen
timent.
Er is in deze tijd behoefte aan
licht, maar dat licht is er niet.
Het is om vier uur al donker.
En daarom schept de mens zich
zelf licht, met kaarsen en met
feest. Hij is in een geestes
toestand die hem - zuiver objek-
tief gezien - over de duisternis
moet heentillen tot in het
komende voorjaar.
En dan is er de jaarwisseling
zelf; een brok sentiment. Elke
keer als ik in de nabije haven
boten massaal hoor blazen voel
ik me beroerd worden. Er gaat
iets door me heen: een brok be
grip, dat als een graat in de
keel blijft steken.
Luister ook eens beter, dit jaar.
Het is voor mij een herinnering
aan allerlei vreemde kerstdagen
in allerlei streken, ook daar waar
de dagen lang en heet waren.
Dat blazen betekent een vreem
de zeeman die - soms half teut -
aan de luchtfluit gaat hangen
en zijn heimwee wegblaast over
de donkere, doelloze dokken,
waarachter de warme, lichte
oases van de huiskamers in de
stad als verre kaarsen tussen de
bomen door walmen. Omhoog
gaan de vuurpijlen, de afgekeur
de uit de sloepen, die hij
speciaal voor deze dagen heeft
bewaard, om ze de lucht in te
jagen, ijverend met het vuurwerk
uit de stad.
Nee, ik was niet helemaal ver
baasd toen Gerry K. plotseling
voor de deur stond, op die ver
steende avond. Ik was er blij
om, want ik herkende mezelf,
en duizenden andere zeelieden.
Nog nooit had ik hem persoon
lijk gezien, wel zijn morsestem
gehoord. Daar stond Gerry K.,
en zijn schip lag bij Wilton-RDM.
„Come inside", zei ik, gedachtig
aan de geisha-huizen in Japan,
„and see the girls". We zaten
meteen samen op de goede
golflengte, om in vaktaal te
blijven, maar ik moet toegeven
dat er geen geisha's waren in
ons oerhollands gezin. En mijn
sociaal gevoel ging niet zo ver,
dat ik hem tijdelijk iemand uit
leende, als u begrijpt wat ik be
doel.
Ik was er zeker van dat Gerry K.
daar niet voor gekomen was.
Hij begon zich te verontschul
digen. Hij kwam maar éven aan
wippen, wilde niet storen, wilde
niet onbeleefd zijn, ging zo weer
terug, wilde de stad nog in en
misschien naar de chinees.
Maar het lag er dik bovenop
dat hij iets zocht: iets wat die
duizenden achter hun gesloten
of dichte gordijnen die avond
wél hadden: a merry Christmas
and a happy new year.
Hij was duidelijk in het defen
sief; vreemdeling in Jeruzalem,
gastarbeider, neger in de States;
zo gedroeg hij zich. Maar ge
leidelijk brak het ijs, mede onder
invloed van een wereldbekend
schiedams vocht:oolde
sjeniever.
We praatten over Engeland: de
parkachtige heuvels van East-
Anglia, de woestheid van Schot
land met haar spookkastelen, en
over Holland met zijn dammen
en dijken, en over de missie in
Buenos Aires, waar je op zon
dagavond elkaar, onder leiding
.V- *S
3