Punt één
Veiligheid!
„persoonlijke
beschutting"
BESCHERM U
bij Un arbeid
Het leefmilieu
in Nederland
PREVENTJE
Over de noodzakelijkheid van
het dragen van persoonlijke be
schuttingsmiddelen is zeer veel
geschreven en niet minder ge
mopperd. Daar over het gebruik
van deze beschuttingsmiddelen
en over de vraag, wanneer deze
middelen aangewend dienen te
worden, in de praktijk nog al
eens misverstanden voorkomen,
is het gewenst hieraan nog eens
aandacht te schenken.
Bij de vraag, wanneer persoon
lijke beschuttingsmiddelen aan
gewend dienen te worden, be
hoort de volgende stelregel toe
gepast te worden n.l.:
In de eerste plaats dienen ma
chines, installaties, enz. zodanig
afgeschermd, geventileerd, afge
zogen, enz. te worden, dat u in
de nabijheid van deze machines
en installaties niet in gevaarlijke
omgeving verkeert.
Wanneer dit alles om steekhou
dende redenen niet geheel of
slechts ten dele mogelijk is, dan
dient men gebruik te maken van
de voor deze werkzaamheden
noodzakelijke beschuttingsmid
delen.
Persoonlijke beschuttingsmidde
len zijn de middelen, die men
aantrekt, voor-, op- of aandoet,
teneinde zich te beschermen
tegen schadelijke invloeden van
buitenaf, zoals:
Veiligheidshelmen, tegen vallen
de voorwerpen.
Veiligheidsbrillen, in vele typen,
tegen stof, rondvliegende deel
tjes, spatten, hitte, straling, enz.
Halfmaskers, tegen stof en che
micaliën.
Verse luchtkappen, onder kleine
overdruk tegen stof en giftige
dampen.
Lasmouwen, tegen hete vonken
en spatten.
Werkhandschoenen, tegen
land", welke vorige maand tus
sen wal en schip raakte, vindt u
deze maal afgedrukt,
scherpe materialen.
Kniebeschermers, voor mensen,
die veel knielend werk doen.
Beenkappen en gietkappen,
tegen hete spatten.
Veiligheidsschoenen, voorzien
van stalen neuzen.
A.P.
Willy Wilton-Fonds
Per kas ontvangen wegens ver
koop oud materiaal maand mei
1972 1250,90.
Het huidige karakter van het
leefmilieu in Nederland wordt
bepaald door een aantal hoofd
kenmerken:
a. de unieke geografische en
economische ligging
(stroomgebied van Rijn,
Maas, Schelde en Eems);
b. de bijzondere waterhuis
houding;
c. de zeer beperkte landopper
vlakte van ca. 37.000 km2
voor een bevolking van ca.
13 miljoen.
Kijken we over onze grenzen,
dan zien we binnen een straal
van 600 km rond de Rijnmonding
een woon- en industriegebied
van 200 miljoen zielen.
Door de bovengenoemde fac
toren is ons leefmilieu in kwali
tatieve zin zeer kwetsbaar. Het
zee- en rivierwater in het westen,
noorden en midden van het
land vormen een blijvende be
dreiging van de veiligheid van
mens en dier. Door de lage lig
ging vindt een voortdurende ver-
zilting van het schaarse opper
vlakte- en grondwater plaats
(deze factoren zijn gedeeltelijk
historisch en stabiel).
Van binnenuit wordt het leef
milieu aangetast door verstede
lijking, industrialisatie en de mo
derne agrarische sector, waar
door naast de planologische
vervuiling ons leefmilieu belast
wordt met toenemende hoeveel
heden vaste, vloeibare en gas
vormige afvalstoffen, een steeds
groter wordend gebruik van
chemische bestrijdingsmiddelen
en kunstmeststoffen, alsmede
met geproduceerd geluid. De
reeds schaarse natuurgebieden
staan voortdurend bloot aan ver
dere aantasting en degradatie.
Bovengenoemde ontwikkelingen
hebben nu ernstige gevolgen
door water- bodem-, en lucht
verontreiniging en geluidshin-
15