Van der Vorm het belang aan
van een vaste kern van mede
werkers. Maar er zijn er ook, die
tijdens hun leven zo af en toe
van werkkring veranderen. Die
groep is evenzeer van belang. Zij
zorgen voor een overdracht van
kennis en ervaring van het ene
naar het andere bedrijf."
In zijn hele toespraak was het
thema „saamhorigheidsgevoel"
gevlochten. Dat kwam ook naar
voren bij het betrekken van de
echtgenotes in deze feestelijke
bijeenkomst. „Het thuisfront
leeft op zijn eigen wijze mee.
Wanneer de man 's avonds door
omstandigheden met hangend
hoofd van het werk thuis komt,
pept zijn vrouw hem weer op.
Komt hij echter met de smoor in
of een verhit hoofd thuis, dan
zwakt zijn vrouw dat weer af.
Maar de volgende dag beginnen
beide categorieën hopelijk weer
met frisse moed, dankzij hun
vrouwen. Door dit werk horen
zij eigenlijk bij het bedrijf."
Besef
Hij rekende uit, dat er - de jaren
van de echtgenotes meegeteld
- ruim 1.000 dienstjaren aan
wezig waren. „U begrijpt, dat in
dien ik alles van iedereen uit die
1.000 jaren zou weten, er boek
delen over ieder van u te schrij
ven waren. Maar nu moet ik die
1.000 jaren in 60 minuten samen
vatten. Dat doe ik in het besef
oppervlakkig te moeten blijven,
maar het respect en de waar
dering, die erachter schuil gaan,
zitten veel dieper. Daar kunt u
op vertrouwen. Ik vind het dan
ook een goede zaak iedere
maand een jubileumviering te
houden, er zit iets waardevols
in."
Bij het houden van zijn persoon
lijke toespraken begon hij met
de heren H. J. Eijkenbroek, J.
v.d. Gaag, A. v.d. Merwe, C. L.
Schonenberg en J. G. v.d. Tuyn,
die er ieder 40 dienstjaren op
hadden zitten. Zij kregen later
uit handen van burgemeester H.
Roelfsema de Koninklijke Onder
scheidingen uitgereikt.
De burgemeester entte zijn toe
spraak op een van de directie
ontvangen geschenk: het boek
werk „Werken langs de Water
kant" (zie vorig nummer - Red.
WF-Nieuws).
„Het zijn tien losse boekjes met
karakterschetsen van tien men
sen, van een ingenieur tot een
arbeidersleider, met alle scha
keringen ertussen. Het boek
werk is samengesteld in ver
band met het honderd-jarig be
staan van de Nieuwe Water
weg."
Parallel
De heer Roelfsema trok een
parallel. Niet alleen tussen de
karakterschetsen van de tien
mensen en de vijf te decoreren
WF-ers, maar ook tussen de
toenmalige situatie en die van
heden.
„Toen dreigde dit gebied, dat
we nu Rijnmond noemen, afge
sloten te worden van de zee; er
deed zich verzanding van de
riviermonden voor. Het gebied
was bijna ten dode opgeschre
ven. De impulsen van de in het
boek beschreven mensen zorg
den voor een wederopbloei van
het gebied. Nu doet er zich weer
zoiets voor. Onze verbindingen
met de zee moeten weer worden
verbeterd door het groter wor
den van de schepen, we zitten in
de problematiek rondom het
milieu, het percentage werk
lozen stijgt aanzienlijk. Er zijn
moeilijkheden, die overwonnen
moeten worden. Daar ligt een
taak voor ons allen, ons werk is
daarbij belangrijk."
Hij ging ook even in op de mo
tieven om te werken. „Men zegt
wel: werken kan zijn een soort
afleiding, ook het jagen op suc
ces en eveneens het verwezen
lijken van een ideaal". Over het
werken in een bedrijf zei hij:
„U leeft hier eigenlijk in een
soort haat/liefde-verhouding. De
haat is het mopperen, dat u doet
en de liefde is het verdedigen
van het eigen bedrijf, wanneer
derden er een aanval op
doen
Vergelijking
Om terug te keren tot de vijf te
decoreren jubilarissen: hierover
had hij als een soort doortrek
ken van de eerder aangehaalde
parallel nog een vergelijking.
„Zij het in andere omstandig
heden en in een andere situatie
heeft u ieder op uw terrein toch
iets van die karakterschetsen
uit het boekwerk."
Na het uitreiken van de onder
scheidingen vervolgde de heer
Van der Vorm zijn persoonlijke
toespraken. Nu tot degenen, die
25 jaar bij WF werkzaam waren.
Hierin uitte hij waardering voor
de vakkunst van de één, het ge
voel voor humor in moeilijke
burgemeester Roelfsema speldt de heer Eykenbroek
de koninklijke onderscheiding op
11