langs bewusteloos is geraakt.
„Maar dat kwam, omdat mijn
baard en snor in de ether waren
gewassen." Droefgeestig blikte
hij terug op dat vervelende mo
ment.
Een fors aangeheven Sinter
klaaslied hielp hem weer over
de moeilijkheden heen. Toen
wierp hij zich op de evolutie
gedachte: „Ik deed het altijd met
mijn paard en grote boek. In de
toekomst zal ik als hulpmiddelen
bij mijn werk computer en pons
kaart gaan gebruiken".
Hij was trouwens helemaal op
de wetenschappelijke toer. „Een
psycholoog heeft een boek over
mij geschreven: Sint Nicolaas,
patroon der liefde, 't Is nog in
het Engels vertaald ook, zo
kwam ik in de wereldpers
als je dat maar even onthoudt!"
Natuurlijk werd de blijdschap
over het bezit van zo'n vlotte
Klaas door de leerlingen nog
onderstreept met luid gezang en
muziek van het eigen school-
orkestje. De Sint danste, huppel
de en sprong. Dit jaar bracht hij
zelfs nog een tamboerijn mee
om het folkloristische gebeuren
nog wat meer op te frunniken.
„Kunt u het allemaal volgen?"
Belangstellend keek hij in het
boekje van een verdwaalde WF-
redacteur. „Tja, alleen die bel
letjes van de tamboerijn gaan
wat vlug- „Ach ja, veel
oefenen dan maar. Op zondag
morgen bij het Leger des Heils."
Hup, naar een jongen. „Jij eet
te veel. Eerst maar eens 40 km
in een ruk lopen. Zodra je dat
kunt, mag je me schrijven, naar
de fabriek van olienoten en pa
tat."
Tegen een ander: „Nog moei
lijkheden? Helemaal niet. Da's
ook fijn: mag je binnenkort naar
de TH En ertussendoor
klonk als vanouds het „When
the Saints go marching in". De
Sint gaf weer een fraaie act, die
op de „Bühne" zelfs niet zou
misstaan. Natuurlijk werden ook
de leraren weer in het ootje ge
nomen. Hossend verliet hij daar
op de school, want zijn spieren
willen nog wel.
Een uit(s)mijter
Traktatie van een gulle Piet
De Sint met zijn tamboerijn
32