Van ons ging heen... De heer J. W. A. Langen berg werd op 10 augustus 1915 geboren te Apeldoorn. In 1933 deed hij eindexamen 5-jarige HBS, waarna hij van 1933 tot 1934 vrijwillig diende bij de School voor Reserve-Officieren Bereden Ar tillerie. In 1934 werd hij adelborst van de Technische Dienst bij het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord. In 1937 werd hij benoemd tot luitenant-ter zee van de Technische Dienst der 3e klasse. Van 1937 tot 1941 diende hij in diverse plaatsingen bij de Koninklijke Marine. Van 1941 tot 1942 was hij sous-chef technische dienst bij de onderzeedienst te Soerabaja. Van 1942 tot 1945 was hij krijgsgevangene. Na de oorlog had de heer Langenberg een belangrijk deel op de hoofdafdeling van Materieel van het Ministerie van Marine bij de aanbouw van de nieuwe A- en B-jagers. In 1955 verliet hij de dienst bij de Koninklijke Marine en trad in dienst bij de Kon. Mij. „De Schelde" als hoofdingenieur van de afdeling in- en verkoop. Van 1956 tot 1966 was hij directeur bij Philips' Phonografische Industrie. In maart 1966 keerde hij terug naar de Kon. Mij. „De Schelde" als directeur; hij werd tevens lid van de raad van bestuur van Rijn-Schelde. In 1969 volgde zijn benoeming tot vice-president van die raad. Na de fusie met Verolme in 1971 werd hij president van de raad van bestuur van de gehele RSV-groep. Op 4 december 1972 is de heer Langenberg overleden. onze vriend en voortrekker de heer J. W. A. Langenberg, in leven president van de raad van bestuur van de Rijn-Schelde- Verolme Groep. Zó ineens kwam de grootheid van het eeuwige zwijgen over hem, dat een ieder die hem lief had, een ieder die hem kende, een ieder die hem hoog achtte en een ieder die hem tegemoet trad als de eerste man in een werkgemeenschap van formaat, de schok van dit heengaan moeilijk kon aanvaarden. Hij stond midden in zijn werk. Zijn stuwkracht, naar de mens gesproken, was onmisbaar. De „grip" op de toekomst van onze vennootschappen kwam steviger in zijn hand te liggen. Dit alles is voorbij: hij is niet meer. Zijn leven kenmerkte zich door een verscheidenheid van taken, taken die hem telkens op een eerste post brachten. Een eerste post, zelfs in barre omstandig heden. Wanneer het onherroepelijke is geschied, dan past ons nauwe lijks meer de vraag „waarom" en zeker niet de vraag „waar toe". Het verscheiden van onze vriend Langenberg kwam als een punt des tijds zoals hij dit als het ware wenste: „in het harnas heengaan". De Rijn-Schelde- Verolme Groep zal het zonder hem moeten doen. In al deze verslagenheid past het ons om zijn nabestaanden te zeggen dat zijn werk voor hem sprak, dat zijn weg niet onopge merkt voorbij ging. Zij weten dat nog veel beter dan wij. De be moediging die daarin ligt moge groot voor hen zijn. Onze harte lijke deelneming is slechts een eenvoudige uitdrukking voor wat wij hen toewensen. Namens Commissarissen, De Vries Voorzitter 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1972 | | pagina 3