UIT
DE
11
7m.
(84)
De schepen die Wilton
bouwde.
(Bouwnummers 256 t/m 303).
Wij zijn beland bij het uitbre
ken van de Eerste Wereldoor
log en zullen zien dat het
Nieuwbouw productie pro
gramma van de werf Wilton
een wijziging onderging.
Speculatiebouw van enige
eenheidstypen vrachtschepen
werd mogelijk doordat de
werf de hand had weten te
leggen op een grote partij
scheepsbouwstaal. Met be
trekking tot de voortstuwings
installatie werd gebruik ge
maakt van wat beschikbaar
kwam uit sloopschepen.
Dit waren in de eerste plaats
de oude pantserschepen
„Piet Hein" en „Evertsen";
de eerste werd bij Wilton ge
sloopt, de tweede elders.
Voorafgaande aan de specu
latiebouw werden nog gele
verd:
Bouwnummer 256, de bag
germolen ,,La Repentie" voor
Franse rekening, gevolgd
door de grote dubbelschroef
zeegaande gecombineerde
emmerbaggermolens en
zandzuigers „Kawi I" en „Ka-
wi II" met een lengte van
54,meter gebouwd in op
dracht van het gouvernement
van het voormalige Neder
lands Indië. De schepen kon
den een baggerdiepte van
23,meter bereiken. Zij wer
den door „Wilton" groten
deels uitbesteed aan de werf
„Jonker Stans".
Vier graanelevator bakken
voor de gemeente Antwerpen
werden gevolgd door de 40
tons bok „Titania" (Bouw
nummer 263) voor eigen re
kening. Aangezien negen jaar
later onder bouwnummer 299
nogmaals een 40 tons bok,
eveneens „Titania", werd ge
bouwd, moet worden aange
nomen dat men voor de eer
ste een koper heeft gevon
den.
Bouwnummer 264, een graan
elevator voor de havenstad
Rouaan werd, vermoedelijk
tengevolge van de oorlogs
omstandigheden, geannu
leerd.
Vier identieke baggermolens,
de Wilis IV t/m VII voor de
Oost, sloten het tijdperk van
bouw van baggermaterieel
voorlopig af.
Voor de haven van Rotterdam
leverde Wilton nog twee
graanelevatoren en voor het
eigen bedrijf de sleepboot
„Paul".
Over de speculatieschepen
is in het verleden (zie Uit de
Oude Doos (36) Schepen
op speculatie gebouwd) zeer
uitvoerig geschreven en ik
zal dan ook niet in herhaling
treden. In menig schip vond
men een ketel van de „Piet
Hein" of „Evertsen" terug,
zelfs in de bok „Lama"
(Bouwnummer 281) stond
een hulpketel uit het eerstge
noemde pantserschip.
Tussen dit bouwprogramma
door werd in 1916 nog een
lichter, de „Senta" opgele
verd evenals een kleine
sleepboot, de „Dijk", de
laatste aan de H.A.L.
Een buitenbeentje was de
trawler, gebouwd onder No.
289, welke jaren in de „sloot"
op de werf te Schiedam heeft
gelegen en pas in 1928 onder
de naam „Pescador Primeiro"
De zandhopper "Edouard de Billy" - Bouwnummer 303 (Wilton)
De zandzuiger "Euskal Erria" - Bouwnummer 298 (Wilton)
De baggermolen "La Repentie" - Bouwnummer 256 (Wilton)
De baggermolens "Kawi I" en "Kawi II" - Bouwnummers 257 en 258
(Wilton)
Het stoomschip "Batavier II" - Bouwnummer 292 (Wilton)