Prijsvraag 1977 9 Wie volgt mij op? Je kon het verwachten, dat het onderwerp van de prijsvraag 1977 in die richting zou gaan. Het is een soort vervolgver haal, waarbij alle problemen die het leidinggeven met zich meebrengt aan de beurt ko men en natuurlijk kan de opvol ging van de huidige chef, res pectievelijk baas, daar niet aan ontbreken. In deze storm achtige ontwikkeling, waar bij veranderingen in de maat schappij en de verhoudingen tussen chef en medewerkerzo de aandacht trekken, vragen wij ons af hoe moet de toekom stige chef functioneren. Wat moet deze man (of vrouw) aan kennis bezitten en hoe moet hij zich opstellen ten opzichte van zijn medewerkers en zijn supe rieuren? Wat wordt er van hem verwacht in een tijd waar alles tot stand moet komen via over leg. En waar vind je de toekomstige baas, ook dat is een probleem, want bij denivellering, die voor al plaatsvindt in het midden kader, staan de toekomstige chefs niet te dringen. Het is inderdaad zoeken, maar één ding staat vast, je vindt hem niet bij de mensen die alleen chef willen worden uit materia listische overwegingen. Dat is misschien wel een voordeel, want zo'n chef past niet meer in deze tijd. Een tijd waarin de verhoudingen tussen chef en medewerker steeds dichter naar elkaar toegroeien en het leidinggeven niet autocra tisch, maar meer humaan dient te geschieden. Het geeft ons in elk geval een richtlijn naar wat voor persoon we moeten zoeken en welke eigenschappen hij moet bezit ten om een goede opvolger te worden van de heer Drievliet. Met het oog op de toekomst moet hij flexibel genoeg zijn om zich aan te passen aan een steeds veranderende maat schappij, waarin de mens steeds meer gaat beseffen, dat hij recht heeft op inspraak en medezeggenschap. Zoeken en vinden Om iets te vinden moet ik eerst weten wat ik zoek, dan pas waar ik hem kan vinden. Deze vraag wil ik dan ook in twee fa sen beantwoorden. Allereerst wat zoek ik? Ik zoek iemand die leiding kan geven en dan ga ik deze man veel leren. Waarom? Omdat leiders geboren worden. In elke groep komt die vanzelf naar voren. Als ik een aantal mensen bij elkaar breng dan zulje merken, dat zonder dat je daar invloed op uitoefent, van zelf iemand de leiding neemt, dat is een natuurlijk verschijn sel. Meestal wordt deze man dan ook geaccepteerd door de groep. De meeste weerstand zal hij ondervinden van andere leidersfiguren die zich in de groep bevinden, maar die zul len zich op den duur aanpas sen of de groep verlaten, zij zul len proberen leider te worden in een andere groep, waar min der sterke leidersfiguren aan wezig zijn. Ik zoek dus een leidersfiguur, geen heerser, maar een mens met een goede mentaliteit, die van nature kan organiseren en die geaccepteerd wordt door de groep. Dat alleen is niet voldoende, hij moet ook geaccepteerd wor den door zijn superieuren, het één sluit het ander niet uit. Ik noem dit pas op de tweede plaats, omdat ik van mening ben, dat je door je superieuren geaccepteerd wordt als je afdeling goed functioneert. Een afdeling kan het beste functioneren als de eenheid in de groep zodanig is, dat men bereid is via overleg tot een zo goed mogelijke taakverdeling te komen. Het is de taak van de chef om dit overleg te stimuleren, te be geleiden en te corrigeren en ze de kans te geven mee te den ken en inspraak te geven bij het werkoverleg. Als de chef niet door de groep wordt geaccepteerd, is het onmogelijk voor hem dit te ver- wezelijken. Ik weet nu dat ik een man zoek die geaccep teerd wordt door zijn mede werkers en zijn superieuren, hetgeen echter nog niet vol doende is. Hij moet ook goed kunnen sa menwerken met collega's ba zen van andere groepen. Hij moet bepaalde karaktereigen schappen hebben die het mo gelijk maken iets samen te doen, waardering kunnen heb ben voor anderen en bereid zijn te luisteren naar meningen van collega's en medewerkers en als de ideeën goed zijn ze ook te gebruiken. Het moet geen man zijn, die alles beter weet en de gedach te heeft dat alles wat hij zegt het beste is, maar iemand die beseft dat samenwerking de basis is van de beste resulta ten. Verder moet de man die we zoeken sterk genoeg zijn om zijn werk te doen zonder zijn gezin te verwaarlozen, want op den duur zou dat zich gaan wreken. Het gezin is vaak de accu die hem oplaadt om zijn dagelijkse werk te verrichten. Als ik deze punten op een rijtje zet heb ik ongeveer de man ge vonden die ik zoek om opge leid te worden tot de leidingge ver die de huidige chef moet vervangen. Waar vind ik die man? Dat is de moeilijkste vraag om te beantwoorden, omdat de man die ik geschetst heb zo maar niet op je afkomt. Het heeft tijd nodig, men moet voorbereid zijn, daarom is het voor mij een onbegrijpelijke zaak dat er in zo weinig bedrij ven aan promotieplanning wordt gedaan. Waar dit wel gedaan wordt zijn de problemen minder groot dan waar dit niet gedaan wordt, daar zijn, als het goed is, de mensen die de natuurlijke eigenschappen van het lei dinggeven bezitten al geselec teerd, daar kunnen ze al iets aan de opleiding gaan doen. Ik heb de indruk dat té veel be drijven de taak van een leiding gever - de man die het direkte kontakt met de produktiegroe- pen heeft - onderschatten. Hij is een van de belangrijkste schakels in de bedrijfsorgani satie, waardoor zijn funktie, die juist door de veranderingen in de samenleving en de mentali teitsverandering van de men sen, op een geheel andere wij ze als de oude autocratische manier uitgeoefend moet won den. Het motiveren van mensen in een tijd waar dit alleen maar kan via overleg en inspraak en waar mensen behandeld willen worden als volwaardige mede werkers en bereid zijn om ver antwoording te dragen als die hun gegeven wordt, is een vak dat geleerd moet worden, dat vraagt voorbereiding. Het is zews zo dat niet iedereen het kan leren. Alleen zij die de natuurlijke eigenschappen van het leidinggeven, een bepaal de mentaliteit en het juiste ka rakter hebben, kunnen het le ren. Via een goed promotiebeleid kan er geselecteerd worden en kan men de juiste man een opleiding geven die de chef van de toekomst nodig heeft. In de bedrijven waar niets aan promotieplanning wordt ge daan zal men een keuze moe ten maken uit de medewerkers van de huidige chef. Uiteraard heeft hij wel een oor deel wie daar het beste voor in aanmerking komt, die zou hij dan kunnen voordragen als zijn opvolger. Zijn er meer kan didaten dan zal daar een keuze uit gemaakt moeten worden. Het voordeel van een mede werker uit de groep is, dat men zijn karakter en zijn mentaliteit reeds kent en als de huidige chef voldoende aandacht aan zijn medewerkers heeft be steed kan hij al enigszins beoordelen of hij door de groep wordt aanvaard. Bij eventuele rivalen waar dit moeilijkheden kan geven, weet hij al dat hij daaraan bij de intro- duktie extra aandacht moet besteden. Als laatste mogelijkheid zie ik de sollicitant die via vak- of nieuwsbladen is aangetrok ken. Het risico is daarbij wel erg groot, dat men een verkeerde keuze maakt. Om zonder voorbereiding zo maar iemand in een sollicita tiegesprek te beoordelen of hij geschikt is als leidinggever lijkt mij niet de juiste weg. Juist in het leidinggeven is er zoveel veranderd, dat het hoog tijd wordt dat de bedrijven mensen op deze taak voorbereiden. Alleen vakkennis is geen basis meer om leiding te kunnen ge ven. Opleiding Dat vakkennis niet voldoende is om leiding te kunnen geven wil niet zeggen, dat men geen vakkennis hoeft te bezitten. Natuurlijk moet men voldoen de vakkennis hebben om bij het werkoverleg te kunnen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1977 | | pagina 11