C. P. de Jong vertelt over 80-jarig
Fijenoord-fotootje
7
zakgoedinstallatie te brengen,
waar het in zakken gedaan
werd (vandaar de naam zak-
goedlichter) om dan verder
per spoor of truck te worden
vervoerd. Die tijd is voorbij. Nu
heeft de GEM er nog slechts
vier, die als opslaglichter wor
den gebruikt.
Snel en goed
Met vestigingen in de Maasha
ven, Botlek en Europoort is de
GEM uitgegroeid tot een mo
dern bedrijf, waar de granen,
oliezaden en veevoederpro-
dukten op snelle en efficiënte
wijze worden behandeld. Met
een overslagcapaciteit van 25
miljoen ton is de GEM de
grootste onafhankelijke
graan-stuwadoor ter wereld.
Op de afbeelding van de Bot
lek vestiging is te zien, welke
weg de producten afleggen.
De schepen komen aan een
pier. Het graan wordt met een
elevator opgezogen, gewogen
en via een transportband naar
een verdeel-unit gebracht,
vanwaar het of in een klaar lig-
"Artist impression' van het modern GEM-bedrijf
gend schip wordt gelost of
opgeslagen wordt in een silo.
Momenteel bezit het bedrijf 21
drijvende elevators, acht pneu-
maten (deze zijn vast opge
steld en lopen op rails) en drie
mechanische elevators. Nog
altijd is de GEM een tevreden
klant van WF. Ze brengt dan
ook nog steeds haar drijvende
elevators bij ons voor de tradi
tionele drie-jaarlijkse dok
beurt.
"Want", zegt de heer Kramer,
"tijd is geld en bij Wilton werkt
men snel en goed, wat voor
ons erg belangrijk is".
"Later kregen ze bij Fijenoord
een handwals in de Plaatwer
kerij. Eerst werden de platen
met de hand geklopt, geponst
en gemodelleerd. Kijk, op het
fotootje hier staat heel vaag de
handwals". De heer C. P. de
Jong (81met zijn vrouw woon
achtig in het verzorgingste
huis aan de Boezemsingel, ver
telt vol vuur over een fotootje
van het oude Fijenoord van
rond 1900.
"Het was van mijn vader. Ikvind
het zonde als het verloren zou
gaan, vandaar mijn vraag of
Wilton-Fijenoord er belanstel-
ling voor heeft. Het bedrijf mag
het houden. Kijk, mijn vader,
baas Cees de Jong, staat er
ook nog net op".
Hij wijst naar de rand van de fo
to. "Deze werd genomen bij de
"oude poort" aan de Fijenoord-
dijk. Op de achtergrond ligt de
kop van de Nieuwbouw-hel-
ling, die links afloopt naar het
water".
Zoals bekend dateert het door
de Marine-Officier Roentgen
gestichte Fijenoord-bedrijf van
1823. De fotografie bestond
toen nog niet. Latere foto's zijn
natuurlijk welkom om enigs
zins de sfeer uit de vroegere tij
den over te brengen op ons,
"nazaten" in het bedrijf.
"Mijn vader werkte 40 jaar voor
het bedrijf. Hij was baas/voor
man modelmaker. Hij was van
de fabriek De Maas overgeko
men naar Fijenoord. Ik dacht,
dat De Maas ook was opge
gaan in Fijenoord. De Maas
deed aan scheepsbouw en wel
op het terrein van het huidige
Müller. Wij woonden op Char-
lois en vanuit die tijd herinner ik
manog scherp, dat onze buur
man toen bij Wilton werkte".
Scheepvaart
Zelf is hij niet in het scheeps-
bouwvak terecht gekomen. "Ik
interesseer mij wel voor de
scheepvaart. Ik ben als jongen
met mijn vader mee naar Fije
noord geweest. Ik heb op
onderzeeboten gezeten, op
mijnenleggers, daar; ik herin
ner me de torpedojagers nog
en noem maar op. Mijn vader
wilde niet, dat ik in de scheeps
bouw ging. Ik zocht mijn heil in
de automobielenbranche.
Ik had op den duur eigen repa-
ratiewerkplaatsen en zat ook
in het expeditiewerk. Ik ben
veel met de scheepvaart in
contact gebleven door dat
werk. Vaak kwam ik bijvoor
beeld bij Wilton-Fijenoord in
Schiedam".
Hij vertelt over een kennis van
hem, die bij Wilton werkte.
"Vandaar dat ik ook nog jullie
opstapwagens ken. Maar de
scheepsbouw was een hard
vak. Mijn vader zat dikwijls 's a-
vonds thuis te rekenen. Hij
nam dan een karwei aan en be
rekende, dat als de ploeg over
werkte, er extra verdiensten
aan het job kleefden. Die wer
den dan eerlijk pondsponds
gewijs over de ploeg ver
deeld".
Kruiser
Plotseling schiet hem dan
weer iets in het geheugen.
"Bij Fijenoord is ook nog een
kruiser gebouwd, die nog net
door de brug kon".
Door de fusie met Wilton
kwam het bedrijf veel gunsti
ger ten opzichte van de brug
gen te liggen. De trek naar het
Westen is niet voor niets ge
weest. De oude scheepsbouw
zijdelings belicht door een pu
re Rotterdammer, die er altijd
door is geboeid geweest, komt
weer tot leven. "Wat leuk is, is
wel, dat ik me als heel kleine
jongen het oude Wilton-be
drijfje aan de Baan, die smidse,
nog weet te herinneren. Ik
woonde wel op Zuid, maar als
ik naar school ging in de Van
der Duynstraat, kwam ik er wel
eens langs. Trouwens de oude
Delfshavense werf weet ik nog
zo uit te tekenen. Ik kwam er
vaak voor mijn expeditiewerk
zaamheden. Ik wist heel wat
van die schepen daar af. Die
vond ik interessant. Ik kende
ze van Hudig, van Müller, van
Stokvis, allemaal".
Hij heeft een soort eerbied
voor het verleden.
"Mijn vader hield van zijn vak,
ook van het fotootje, het is nu
bij u in goede handen. Dat is
belangrijk. Zou het later in
andere handen vallen, dan zou
het zo maar worden wegge
gooid; dat wil ik niet".
Hij stoft zorgzaam het glas van
het oude plaatje schoon. Zijn
vrouw luistert aandachtig en
knikt vriendelijk.