2
i i iïM j:ii
Berkel's Patent. Mijn ouders
hadden een waterstokerij in
Delfshaven. Voor hen was ik
meestal onvindbaar. Later in
1919 ging ik als kantoorbedien
de naar Fijenoord, een gesloten
gemeenschap, waar je niet zo
maar een baantje kon krijgen.
Dat ging meestal via familiere
laties. Ik had er een zwager wer
ken, vandaar
Contracten
De mensen kwamen naar beide
bedrijven van zeer ver af,
meestal te voet, uren lopen.
"Bofkonten" onder hen be
schikten over een heus rijwiel.
De uurlonen betekenden een
centenkwestie.
Betrokken medewerkers leef
den in een tijd, die economisch
gezien beslist geen gouden
eeuw was. Rond hun indienst
treding immers was de eerste
wereldoorlog nauwelijks achter
de rug. Hoewel Nederland met
veel moeite zijn neutraliteit had
weten te bewaren, liet die tijd
toch de nodige sporen van ar
moede na.
De heer De Koning weet zijn
mobilisatie-periode, waarvoor
hij tijdelijk zijn studie aan de
MTS oude stijl (thans HTS)
moest opgeven, scherp te herin
neren. Want op het door hem
zeer duidelijk ingesproken
cassette-bandje beluisteren wij:
"Ik was in Amsterdam gelegerd.
In die tijd wilde Troelstra de re
publiek uitroepen. Duidelijk zie
ik nog voor mij de massale aan
hankelijkheidsbetuigingen aan
onze vorstin tijdens een rijtoer
door Amsterdam". Het was in
die dagen een uiterst turbulente
periode met veel strijd.
Na in Amersfoort nog een deel
van zijn diensttijd te hebben
doorgebracht, kwam hij bij Wil
ton.
"Eén van de Wiltons was diaken
van dezelfde kerk als waar mijn
vader deze functie bekleedde.
Hierdoor kon ik als volontair op
Delfshaven op de tekenkamer
worden tewerk gesteld. Ik stu
deerde verder. Maar ik herinner
mij, dat uit een salarisenvelop
bleek, dat ik kennelijk in dienst
bij Wilton kwam. Officieel ben
ik eigenlijk nooit aangenomen.
Mijn studie deed ik in de avon
duren; zes avonden per week
naar school".
Het was een keiharde tijd. Dat
merk je ook als je de heer Aar-
noudse hoort vertellen. "Ik ging
als 12-jarige jongen al werken,
parketvloeren leggen, onder an
dere die in die in de fabriek van
Het scheepsbouwkantoor en erboven de tekenkamers rond de eeuwwis
seling op Fijenoord.
Links op de voorgrond de Scheepsbouwloods op Fijenoord begin van deze eeuw; erboven de timmerwinkel. Op
de achtergrond de overdekte helling; rechts ervoor de Smederij/Verzinkerij met aan het water de dwarshelling,
waarop nog de Onderzeeboot "03" is gebouwd.
"Gewerkt werd er vooral bij Wil
ton vaak op basis van losse
contracten, waarbij een stelsel
van uurtarieven werd aangehou
den. Denk maar aan de bikkers
en classificeerders". Baas
Bloot weet dat nog goed. Hij
trad in 1924 in dienst bij de Tui-
gers en Zeilmakers van Wilton,
waar toen zo nu en dan zo'n
slordige 4.000 lieden aan de
slag waren.
"Een fijn werfie", was zijn me
ning. Het vak leerde deze Gou
wenaar echter bij een bedrijfje,
dat in de Pijpenstad was ge
vestigd en waarvan hij geboor
tig is. Een harde leerschool had
hij, evenals Aarnoudse, die in de
avonduren trouwens evenals De
Koning de zes-jarige HTS vol
tooide. "Huiswerk maken? Daar
was geen tijd voor. Je kwam zo
mee, of je viel af. Dat laatste ge
beurde vaak".
Een sfeertekening van deze tijd
kan slechts fragmentarisch zijn.
Een volledige "toonzetting" van
het bedrijfsleven en het sociaal-
economisch gebeuren erom
heen zou diepgaande studies
vergen en slechts te verwoor
den zijn in dikke pillen van boe
ken.
Toch zijn die fragmenten uit de
monden van dit driemanschap
opgetekend, te waardevol en te
aardig om niet te vertellen.
Want wat denkt men bijvoor
beeld van deze uitspraak? "Vijf
broers Wilton vormden op
Delfshaven de directie, te weten
Bart, ir Harry, Frits, Jan en Willy-
Enige tijd is ook James in het
bedrijf geweest. De Boer werd
wel de zevende directeur ge
noemd. Hij was een soort secre
taris. Willy stond bekend om
zijn geweldige talenkennis. Hij
trok er geregeld met de "Tab"
op uit om in de haven werk te
zoeken, de WF-wimpel uiteraard
in top van dit speciale bootje".
Gemak
Voor het gemak zullen wij in dit
verhaal de grondlegger van het
bedrijf als Bart I aanduiden, zijn
oudste zoon als Bart II en één
van zijn kleinzonen, tevens zoon
van Jan, als ir. Bart. Deze verliet
kortelings ons bedrijf om van
een welverdiend pensioen te
gaan genieten. Hoewel voor
zitter van de Kamer van Koop
handel van Rotterdam is nu ook
weer niet een bepaald rustge
vende functie!
Bart II liet zich altijd per rijtuig
naar Delfshaven brengen, een
wonderlijke, maar zeer door
tastende figuur. "Hij ging nooit
in het rijtuig zitten, maar altijd
op de bok, naast de koetsier".
Hij had een geweldig harde
stem. Zoals bekend stonden bij
de Wilton's altijd de deur van de
directiekamer open. "Als Bart II