Gesprekken
met gepensioneerden
over 125 jaar Wilton (II)
<5 1
g8888888S8aa8a888S838S8a8888a888888888S8aa888888888aa888888aaaaa8888a888j
888838S
A. A. van Zijl
In onze beschouwingen over het
125-jarige bestaan van Wilton be
klemtoonden wij in vorige num
mers een aantal keren het feit, dat
bazen in de Nederlandse scheeps
bouw en met name bij Wilton en
het nog oudere Fijenoord te boek
stonden als een soort halfgoden,
waarop het werk dreef.
Het waren bekwame lieden, die al
vanaf hun prille jongensjaren in
de scheepsbouw werkzaam waren:
het vak teerden van vader op
zoon. Een harde scholing, voor
namelijk in de praktijk opgedaan.
Mannen ook die de werf kenden
als hun broekzak: de faciliteiten,
de materialen, de mensen en de
mogelijkheden. Gekoppeld aan
hun kennis van zaken konden zij
uit dit rijk geschakeerde reservoir
putten naar behoefte, d.w.z. op
die brede basis kon een oplossing
worden gevonden voor welhaast
elk probleem, hoe hopeloos een
A. P. Verwey
geval er ook mocht uitzien.
Met twee bazen uit een latere peri
ode hadden wij een gesprek om te
proberen de sfeer vanuit hun op
tiek in hun actieve periode in te
voelen.
Wij spraken daartoe met de ge
pensioneerde bazen A. P. Verwey
(76) en A. A. van Zijl (76).