3
Van Kinderdijk en omgeving kwamen velen naar Wilton en Fijenoord
heb liefst zeven jaar achter el
kaar, onafgebroken in de nacht
gezeten". En Verwey weet zich
nog een geval te herinneren van
een schip, dat op stroom lag en
waarvan de motor niet wilde lo
pen. "Ik had juist mijn kiezen la
ten trekken en wilde ziek naar
bed gaan, tegen twaalven 's
nachts. Werd er gebeld. Otto
van der Vorm aan de deur. Deed
hij wel meer. Hij op me inpraten.
Zijn we samen naar het schip
toegegaan. Natuurlijk kregen
we het ding aan de praat".
Statendam
Van Zijl vond in die dagen de
RDM een moderne zaak. "Ik heb
bij Wilton niet op Delfshaven
gewerkt, alleen in Schiedam. En
Schiedam was toen nog in aan
bouw. Behalve het werk aan de
Statendam deed ik er buiten
werk. Later pas ging ik over
naar de Reparatie".
Het was een loodzware tijd,
hard werken. En was het werk
niet bij de deur, dan zocht je het
verderop. "Voor Wilton werd ik
zelfs een tijdlang uitgezonden
naar Nijmegen", herinnert Van
Zijl zich. "In die tijd verhuisde ik
met mijn gezin van Charlois
naar Schiedam. Dat ging met
paard en wagen en de Maas
werd met de pont overgestoken.
Mijn vrouw regelde die operatie,
omdat ik in Nijmegen zat".
Het koperslager/fitterswerk was
letterlijk loodzwaar. "Er werd
onder die houten vloeren in de
schepen met veel loden pijp
werk gewerkt, kilo's lood waren
er nodig. Het omschakelen van
kolenstook op de schepen naar
oliestook gaf veel werk. Er
moesten veel verwarmingsspi
ralen worden aangelegd. En
lood werd later vervangen door
staal, terwijl de houten vloeren
venrangen werden door ijzeren".
Een revolutie die werk opbracht
betekende ook de overgang van
dieselolie op zware olie. Daar
voor moest er een installatie bij
komen, zodat de schepen in die
dagen op beide mogelijkheden
konden draaien. "De Willem
Ruys was er een voorbeeld van.