Opkrikken Canadese reparatie- werf: 'n haalbare kaart 1 H.F. Kleywegt: Gesprekken over internationale karakter van WF (V) De brede vleugelslag van WF voerde een grote dosis scheeps bouw en scheepsreparatie know-how over de wijde we reld. Uit onze serie blijkt, dat talloze WF-ers gedurende lan gere of kortere tijd hun tech nisch ei in het nest van buiten landse werven legden: een broedsel, dat ook altijd resul teerde in een duidelijke groei en opleving van betrokken wer ven. In onze serie is thans aan het woord de heer H.F. Kleywegt, bedrijfsleider afdeling Repara tie. Voor RSV verbleef hij twee maanden op de Halifax Shipyard in Canada, waar hij intensief als adviseur optrad. RSV is deelge noot in deze Canadese werf en de heer Kleywegt werd er twee jaar geleden plotseling mee geconfronteerd op de zeer korte termijn van enkele dagen erheen te reizen om er een tijdlang als steun en toever laat te dienen. De uitdaging, challenge zeggen de Canadezen, nam hij zonder aarzelen aan. Hij sprong als het ware nauwelijks voor bereid in het diepe, maar zwom manmoedig met een ferme slag naar de finish in de bekende WF-stijl Wat voor een soort werf is de Halifax Shipyard? Een gecombineerde werf, waar zowel aan nieuwbouw als repa ratie werd gedaan. Men had er twee dokken: een gegraven dok uit de vorige eeuw en een drij vend dok, dat vervangen is door een dok van de Nieuwe Waterweg. In het verleden deed op die werf zich de tendens voor, die men over de hele we reld heeft gezien: de aandacht ging te veel uit naar de bouw van grote objecten. In dit geval gigantische booreilanden. Op andere werven waren dat soms VLCC's. Gevolg was het ach terblijven van onderhoud en in vesteringen in de reparatiesec tor. Uiteindelijk ging de werf bijna ter ziele. Bijna of helemaal? Bedrijfseconomisch gezien he lemaal. Maar Halifax is de hoofdstad van de deelstaat No va Scotia. Dat is de kleinste staat van Canada, dun bevolkt, maar grote werkloosheid. De overheid en vakbonden wilden in het belang van de ar- beidsplaatsproblematiek al daar de werf laten voort bestaan. Er moest naar een re delijke oplossing worden ge zocht en die werd gevonden door een drietal belangensfe ren aan elkaar te knopen. Deze drie partijen zijn: RSV, de Hall Shipping Co. (een redersbedrijf voor de Grote Meren) en de Ca nadian Navigation Co. Dat al les met de steun van de Over heid. Eerste prioriteit: het doen herleven van de werf zonder nieuwbouw, waartoe eerder ge noemd drijvend dok moest wor den vervangen en uiteraard nog meer ingrijpende maatre gelen nodig waren. (E.e.a. doet mij denken aan de lezing van de heer Bosman inzake de her groeperingen rondom ADM NDSM). Die waren te voren te beden ken? Was dat maar waar. Drie dagen te voren hoorde ik van de heer Melcherts, dat ik erheen moest als vervanger van een functio naris, die door droeve omstan digheden moest afzeggen. Dë heer Rutten van RSV heeft me op de valreep nog achtergrond informatie kunnen toevertrou wen. De drie belanghebbende partijen hadden als overbrug ging besloten een Manage ment Team te vormen, zoals dat met een modern woord wordt aangeduid. Daarvan ging ik deel uitmaken. Er was nog geen directie, wel een handje vol staffunctionarissen en mensen op het bedrijfsbureau en begrotingen etc. Het bedrijf werd min of meer geleid door de directie van een klein werfje in de buurt, onderdeel van de zelfde groep, gevestigd in Dart mouth. Eigenlijk ongeveer, zo als vroeger de verhouding was tussen onze werf in Schiedam en die in Rotterdam of een an der voorbeeld de verhouding tussen de RDM en de Nieuwe Waterweg. Hoe groot was het MT? Dit Management Team bestond uit vier man. Ik was de enige met kennis van zaken ten aanzien van het scheepsrepa- ratievak. De overigen kwamen uit de sfeer van de scheep vaart. Wij stelden gezamenlijk een aantal plannen op. Het eerste bestond uit orde op za ken stellen op de werf zelf. Het was een grote rommel. Je kon duidelijk constateren, dat men in paniek bezig was geweest de levertijd van het laatste booreiland te halen. De werf lag vol afval van pijpen, platen en dergelijke. Voorts de al ver melde verpaupering. De kades stonden als het ware op instor ten. Dat was huilen met de pet op. De tranen waren ook de heer Van Ommen in de ogen gesprongen, toen hij er een kort bezoek had gebracht in verband met de verkoop van het Nieuwe Waterweg dok. Hij was toen maar snel omge keerd, vertelde hij me. Zonder voorbereiding orde op zaken gesteld? Dat valt zeker niet mee. Je be gint eerst met te kijken, hoe de lay-out van de werf is. Hoe men een en ander aanpakt. Je pro beert door de dingen heen te kijken en tegelijk een en ander in je bolletje te inventariseren. Daarna ga je bijvoorbeeld kij ken of er iets aan de controle- en tijdverantwoording te doen valt; de verantwoording van de uren is belangrijk. En tevens probeer je te blijven meedraai en in het aanvragegebeuren in de reparatie. Orders, daar draait het immers om. Het MT hield tevens contact met de Overheid, want voor het uitvoe ren van de plannen was geld nodig, waarbij uiteraard het Overheids-fiat onmisbaar was. Het ging om een schoonmaak beurt van de hele werf, een ka deplan, een wegenplan, een leidingen-plan voor gas en zuurstof en electriciteit, het re viseren en verplaatsen van de kranen, een betere en goed toe gankelijke plaats voor het drij vend dok, het herindelen van de geweldig grote scheeps- bouwloods ten dienste van al lerlei afdelingen voor de repa ratie en noem maar op. Dat vergde wel de nodige studie? Zonder dat gaat het niet. Aller eerst vroegen wij bestek aan de drie architektenbureaus, waarvan het MT er één koos. Daarna moest de aannemer worden geselecteerd. Alles vergde een diepgaande studie, waarbij uiteraard de te plegen investeringen nauwgezet moesten worden bekeken. Be halve de genoemde zaken moesten ook nog aan een grondig onderhoud worden on derworpen de machinefabriek, de fitterij, de onderheiing van de steigers en ga zo maar door. Ook waren er contacten met de havenautoriteiten in verband met de juiste rooilijn voor het dok van de Nieuwe Waterweg, dat op een andere plek werd gesitueerd om doeltreffender en efficiënter te functioneren, dan het oude dok. Ook werd bij de plannen al rekening gehou den met de mogelijke, toe komstige aanschaf van een nieuw Panma-dok. Natuurlijk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1980 | | pagina 3