Zakkendragers Het dragersgilde is het oudste Schiedamse gilde. De ieden tosten schepen en droegen de lading naar haar bestemming. Het lossen van zware goederen als molenstenen en wijnvaten gebeurde met de stadskraan. leder gilde had een patroonheilige. Voor de dragers was dat SintAnthonius. De grote bloei van het gilde begon in de loop van de 17de eeuw met de opkomst van de moutwijnindustrie. Toen kregen de dragers het alleenrecht op het dragen van graan en koren van de schuiten naar de zolders van de branders en de molens. Omdat de grondstoffen voorde brandersnijverheid in zakken zaten, gingen de dragers zakkendragers heten. In 1696 gaf de stad ze toestemming aan de Schie een eigen huis te bouwen. Daar verdeelde men het werk onder de leden. Zodra er een schip binnenliep, luidde de secretaris van het gilde buiten de bel en werd binnen een zandloper omgedraaid. Die had zeven minuten nodig om leeg te lopen. Wie binnen die tijd in het gebouw was, dong mee naar het werk. Dat gebeurde door grote ivoren dobbelstenen door een trechter op een tafel te gooien of 'smakken'. Wie de hoogste ogen gooide, werkte mee bij het lossen van de lading. Toen de overheid in 1795 de gilden ophief, ontkwamen de zakkendragers daaraan door zich om te vormen tot een soort ziekenfonds. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog kwam het definitieve einde. Sindsdien is het SintAnthonisgilde een folkloristische vereniging, waarvan de leden demonstreren hoe eeuwenlang in Schiedam het verdelen van het werk en het dragen van zakken verliep. Om binnen de stad Schiedam goederen te vervoeren was men aangewezen op het oudste gilde, dat van de Zakkendragers, het 'Antonis oft arbeidersgilde'. Het was het enige gilde dat een eigen huis bezat, dat nog steeds aan de Oude Sluis staat (het gebouw met het torentje). In het huis bevindt zich nog de smaktafel (boven) waarop de dobbelstenen werden gegooid om vast te stellen wie, eventueel gewapend met schop, zak en hoofddeksel om de zakken op te dragen, aan het werk kon gaan. (GA Schiedam) 11 lillABB

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 13