Zwart Nazareth havenarbeiders, een staking voor hogere lonen en een kortere werkweek. De mannen kregen een loonsverhoging van 1,50 a 2,00 per week, en de werkweek ging terug naar 72 uur. De vrouwen kregen niets en legden vervolgens ook het werk neer. Hun aantal groeide tot 300: brokken- sleepsters, gietsters, vangsters, knipsters, wrijfsters, afbreeksters en inpaksters. Na drie dagen was de staking afgelopen, zonder belangrijk resultaat te boeken. De concurrentie van de gloeilamp en goedkopere paraffine- en waskaarsen deden Apollo uiteindelijk de das om. In 1929 sloten de eigenaren de fabriek en verplaatsten een deel van de productie naar Gouda. Tussen 1890 en 1910 takelde de jenever industrie langzaam af door de concurrentie van moderne gist- en spiritusfabrieken. Op ieder gebied trad verstarring op. Schiedam was een ouderwetse, tot de ondergang gedoemde stad die zich maar niet los scheen te kunnen maken van de industrie die de naam van Schiedam in de wereld vestigde. Schiedam was Boven: Dirkje en Jannetje Smit werkten vanaf circa 1905 eerst als wrijfmeisje en later als knipsterinde Kaarsenfabriek Apollo: 'Toen we twaalf jaar waren werkten we van 's ochtends zeven tot 's avonds zeven uur. Wij verdienden twee gulden inde week. Aan het eind van de dag werden de (goede) kaarsen geteld. Mr. Perre zat de hele dag achtereen lessenaar en vloekte als we even stonden te praten. "Laat je klauwe gaan" riep hij dan. We werden door de directie in de winter bij gestaan door levering van levensmiddelen en kolen. Dat werd van je loon afge houden.' (Scyedam, 1978) Op de foto de kaarsen makerij omstreeks 1920 (GA Schiedam) Links: De Nieuwe Buurt bij gasverlichting, 1957. (GA Schiedam/foto J.F.H. Roovers) 24

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 26