Waar nu de Dam loopt, ter hoogte van de afrol naar de Oude
Sluis, ontstond omstreeks 1250 Schiedam in een polder aan
de benedenloop van de rivier de Schie, toen de Scye. De
edelman Dirk van Bokel legde een 'nieuwe dam' in zijn
polder die lag tussen de huidige Hoogstraat, Boterstraat en
Singel. De schippers die toen niet meer de Schie konden
opvaren, sloegen bij deze dam hun lading over op schepen
die verder landinwaarts trokken. Dat betekende werk en
dus vestigden zich bij de dam handelaren, schippers en
ambachtslieden. De nieuwe nederzetting kreeg de naam
'Nuwer Scie'. De polder heette 'ambacht Riviere'. Een
ambacht is een gebied dat een ambachtsheer namens de
landsheer bestuurt. Riviere is oud-Frans voor oeverland.
Vrouwe Aleida
Redactie: Jef Jansen, Siebrand Krul, Harriet Kruse, Ser Louis, Laurens Priester, Henk Slechte en Frederieke Verheijen.
Tekst: Laurens Priester en Henk Slechte.
Roemrucht verleden
Links: De Korte Haven
met rechts de fabriek van
Dralle waaronder meer
'Haarwater' werd gemaakt.
Een welriekende lotion
die in de jaren vijftig goed
werd verkocht. Ineen
gezin waarvan de vader in
het bedrijf werkte, konden
de kinderen er zich bijkans
in wassen. (GA Schiedam/
tekening Octave
DeConinck)
Boven: Het beeld van
Vrouwe Aleida is in 1991
gemaakt door de in
Schiedam geboren
kunstenares Theresia van
der Pant.
De landsheer was graaf Willem II van
Holland. Willems zuster Aleida
trouwde in 1246 met Jan van Avesnes,
graaf van Henegouwen. Het was een
politiek huwelijk. Volgens de middel
eeuwse kroniekschrijver Melis Stoke
was het desondanks gelukkig. Door de
dood van haar broers Willem en Floris
en haar echtgenoot Jan kreeg Aleida in
1258 de zorg over het graafschap
Holland en over de opvoeding van de
opvolger van graaf Willem II, de pas
vier jaar oude Floris V. Aleida kocht de
polder van Dirk van Bokel en liet vlak
bij de Schie een kasteel bouwen, het
Huis te Riviere, waar zij met haar zeven
kinderen ging wonen. De ruïne van het
ooit trotse gebouw staat nu weggedrukt
in de schaduw van het Stadskantoor en
het Theater aan de Schie.
De Hollandse edelen vonden het
vreselijk dat een vrouw hen regeerde.
Zij ontnamen Aleida het regentschap
en haar bezittingen, waaronder haar
'woninghe ter Nuwer Scie'. In 1266
nam de twaalf jaar oude Floris V als
'meerderjarige' zelf het bestuur van zijn
graafschap ter hand waarna Aleida
haar kasteel terug kreeg. Toen begon
de bemoeienis van Vrouwe Aleida met
Schiedam pas goed. Ze had in 1262 al
een kerk in de nederzetting gesticht,
maar in 1270 legde ze met het geven
van het marktrecht aan de inwoners de
basis voor de bloei van de stad. In 1275
gaf zij, namens de graaf, de neder
zetting zelfs een keur (wet) die van het
dorp Nuwer Scie met zijn paar honderd
inwoners de stad Schiedam maakte,
met een eigen bestuur en rechtspraak.
Daarna volgde een gasthuis voor de
verzorging en opvang van zieken en
armen, de voorloper van het huidige
Sint Jacobsgasthuis aan de Hoogstraat,
sinds 1940 zetel van het Stedelijk
Museum.
Vrouwe Aleida is dan wel niet de echte
stichteres van Schiedam, maar toch
heeft zij recht op deze eretitel. Dankzij
haar kon de stad snel een plaats onder
de Hollandse steden verwerven. In
1299 kwam Schiedam met het kasteel
onder rechtstreeks bestuur van de graaf
van Holland doordat Aleida's zoon Jan,
heer van Schiedam, vanaf toen als Jan II
het graafschap Holland regeerde. Het
Huis te Riviere kwam in 1339 als leen
in handen van de edelman Dirk van
Mathenesse. Vandaar dat het ook wel
slot van Mathenesse heet. In 1688 kreeg
de stad Schiedam de ruïne van het
kasteel in eigendom.
De ontwikkeling van Schiedam
stagneerde na de moord op Floris V in
1296. Wolfert van Borselen, voogd van
de ziekelijke en minderjarige Jan I,
zoon van Floris V, gaf in 1299
Rotterdam stadsrecht en begon met het
graven van een kanaal van Rotterdam
naar de Schie bij Overschie. Dat had
Wolfert beter niet kunnen doen. Jan van
Avesnes, heer van Schiedam, werd zo
kwaad dat hij Wolfert liet vermoorden.
Bovendien volgde hij Floris' gestorven
5