SLUIT .SCHieOBttü 5ÉIÏHI6ST£?oFl05JIN6!! Blauw-rode knoop SCBIED arbeidsenquête van 1890 geeft aan dat in de Hollandse branderij van ongeveer half drie in de ochtend tot 's avonds half negen, negen uur werd gewerkt. Daarin waren rust- of schafttijden niet begrepen. Dat blijkt uit de verhoren van de brandersknechts W. Duymel, P.G. Overdijk, G.M. Ham en J.M. Verweerden. Kinderen brachten het eten dat de meesterknecht distribueerde als het werk het toeliet. De Weense branderij werkte iets korter. Hier begon de dag om half vier. 's Zondags draaide de branderij op halve kracht, wat betekende dat slechts van half vier tot elf uur 's ochtends gewerkt werd. De brandersknecht is door Ferdinand Bordewijk geschetst in Pa Baas, een hoofdfiguur in zijn roman 'Verbrande erven'. De vakbeweging en de drankbestrijding kregen in Schiedam geen poot aan de grond, ondanks het hoge jenever- gebruik in de stad. De Lutherse dominee en geheelonthouder J.Pont vond drank de hoofdvijand van de bevolking. Hij schreef in 1892 in een geheelonthoudersblad dat hij in Schiedam, als gevolg van het veel vuldig drankmisbruik, nog maar weinig kinderen ontmoet had die echt kinderen waren: 'spoedig leken het meer oude mannetjes.' De dominee kreeg van zes hoofden van openbare scholen de wind van voren. Verzet tegen het drankgebruik kwam vooral van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) en de vakbeweging. Hun verwijt dat drank en kapitaal onder één hoedje speelden, ging in Schiedam uiteraard op: bijna alle werkgevers moesten het hebben van de drank. Wie zich organiseerde lag eruit. Drankbestrijders werden van de straat gehoond en omstreeks 1900 vonden zelfs regelmatig vechtpartijen plaats tussen socialistische activisten en brandersknechts die door hun bazen waren aangezet om de 'rooien' de stad uit te jagen. Drank hoorde bij de stad en bij de Schiedammers: toen in 1881 een nieuwe verordening openbare dronkenschap verbood, slingerde de Schiedamse politie jarenlang wel Vlaardingers en Rotterdammers op de bon, maar liet beschonken Schiedammers rustig gaan. i Dat het socialisme niet aansloeg had te maken met de kleinschaligheid van de bedrijven, waarin bazen en knechts traditioneel dicht bij elkaar stonden. Niet voor niets vond de eerste grote staking in Schiedam in 1896 plaats bij de grootschalige kaarsenfabriek Apollo, en niet bij een stokerij. Die staking slaagde dankzij de hulp van de Rotterdamse Bootwerkersbond, want in Schiedam waren alleen kleine, losstaande werkliedenbonden. Brandersknechts waren er in ieder geval geen lid van. En dat bleef zo. In 1915 schreef brander Herman Jansen snerend over de arbeidsinspectie dat die zich bezig hield met een 'model inrichting, waarbij de nadruk komt te liggen op waschgelegenheden met handdoeken en tandenborstels, bad kamers en W.C.'s en niet op de gelegenheid tot arbeiden en geld verdienen. Waarom het op het eind toch ook voor den arbeider te doen is.' En zelfs in 1968 nam de directie van De Graauwe Hengst het boekhouder Linksboven: Drankbe strijders in vergadering bijeen. (GA Schiedam/foto W.D. Niestadt&Zn) Boven: De felste drank bestrijders suggereerden in1881 om de stad Schiedam maar helemaal te vergrendelen. (IISG Amsterdam) Links: De Nederlandse Vereniging tot afschaffing van Alcoholhoudende dranken richtte begin 20ste eeuw over het hele land alcoholvrije Blauwe Tenten op. Hier de Blauwe Tent van de afdeling Schiedam aan de Maaskant. Nederland telt nog één zuivere Blauwe Tent (nabij Reduzum). (GA Schiedam) 48

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 18