u
I
Wilton
Rechts: De scheepvaart
was voor Schiedam een
belangrijke bron van
inkomsten en dan niet
alleen vanwege de
schepen die op de landen
rondom de Oostzee
voeren voor graan of
Engeland aandeden voor
steenkolen, maar ook om
de binnenvaart. Vele
binnenschippers hebben
jarenlang vanuit Schiedam
allerlei bedrijven van
grondstoffen voorzien en
weggebracht. Zo had de
Stearinekaarsenfabriek
Apollo aan de Voorhaven,
ongeveer gelegen op de
plek waar later de Gusto
verrees, een belangrijke
verbinding met toeleve
ranciers en afnemers via
binnenschepen. (Foto J.
van Diggelen/GA
Schiedam)
Beeld nr. 1: Een ander
gezicht op de Voorhaven
met rechts de houtzaag
molen de Oud-Burge
meester Knappert
omstreeks 1900. Het
zeilschip deed dienst als
vrachtvervoerder. (Foto
gebr. Kalse/GA Schiedam)
Beeld nr. 2: De bekendste
'pakschuitdiensten'
voeren omstreeks 1900
vanuit Schiedam op
tientallen steden, van
Amsterdam tot Zwolle.
Bekende schippersnamen
zijn Bijloo, Engering, Van
der Most, De Mos, Mos
man, Veth en Verboom.
Sommige diensten
werden driemaal per week
gevaren, andere eens in
de drie weken. (Foto J. van
Diggelen/GA Schiedam)
Beeld nr. 3: De voor
naamste vertrek- en
aankomstplek was het
Hoofd, waar het altijd een
drukte van belang was
met sleperswagens en
aankomst en vertrek van
schepen. (Foto N.J.
Boon/GA Schiedam)
Schiedam had intussen bij buurman
Rotterdam gezien hoeveel profijt de
vele havens opleverden. De scheep
vaart was toegenomen en het einde
was niet in zicht. Een industriehaven
met een directe verbinding met de
Nieuwe Maas zou voor Schiedam ook
voordelig kunnen zijn. Daarvoor leek
het gebied ten zuiden van de
Frankelandsedijk, in de gorzen tussen
de Spuihaven en de Voorhaven,
gunstig. De gemeenteraad besloot daar
een zeehaven aan te leggen en in 1914
begon het graven en baggeren. In 1916
was de Wilhelminahaven klaar. Ze
sloot bijna loodrecht aan op de Nieuwe
Maas en werd in 1920 in westelijke
richting uitgebreid. Voorlopig
vestigden alleen de Scheepsbouw
maatschappijen 'De Nieuwe Waterweg',
de NV Schieveem (1921-1954) en Van
der Kuy en Van der Ree zich aan de
nieuwe haven. Dat was niet volgens
verwachting, maar na de Tweede
Wereldoorlog kwamen daar nog
Tankercleaning NV, scheepswerf A. de
Jong (1955-1974) en, in 1974, Hollandse
Constructie Groep HCG bij.
Het belangrijkste bedrijf dat Schiedam
heeft gekend, lag niet aan de
Wilhelminahaven, maar een paar
honderd meter ten westen daarvan. De
geschiedenis van dit bedrijf begon in
Rotterdam in 1854 met de eenvoudige
smederij van Bartel Wilton aan de
Baan. De zaak groeide snel en in 1876
verhuisde hij naar een terrein aan de
Westkousdijk, direct aan de Maas. Hij
zag de grote veranderingen van
71