Werken voor de Duitsers
De omvang van
Wilton-Feijenoord
uitte zich ook in
de hoeveelheid
kabaal op de werf
Werktuigbouw Fijenoord en werd de
Dok- en Werfmaatschappij Wilton-
Fijenoord geboren. Inmiddels was de
vestiging in Schiedam zeer belangrijk.
Dankzij de scheepsbouw stond de stad
aan het begin van een periode die het
'Zwart Schiedam' van de branderijen
en jeneverstokerijen zou doen
vervagen.
De scheepsbouw langs de Nieuwe
Waterweg heeft ernstig geleden onder
de economische crisis die de wereld in
de jaren dertig teisterde. Ontslagen
waren niet van de lucht en wie kon
blijven werken, moest genoegen nemen
met een steeds lager loon. De Tweede
Wereldoorlog maakte het allemaal nog
erger. Naast de financiële onzekerheid
en angst voor de maatregelen van de
bezetter moest de bevolking van
Schiedam ook nog eens ervaren dat
geallieerde vliegtuigen maar liefst
veertien grote en vele kleine
luchtaanvallen uitvoerden op de
scheepswerven langs de Nieuwe
Waterweg. Dat gebeurde omdat Gusto
en Wilton-Fijenoord vanaf de eerste
oorlogsdag orders van de Duitse
Kriegsmarine uitvoerden. Gusto nam al
op 23 mei 1940 de opdracht aan voor
levering van tien motortorpedoboten.
Daarvan werden er maar twee
afgeleverd, die ook nog ondeugdelijk
bleken, het gevolg van sabotage door
werkmeester en oud-oppervliegtuig-
maker bij de Marineluchtvaartdienst
Jacob Beunder, die daarvoor werd
ontslagen. Ook daarna voerde de werf
nog vele opdrachten voor de vijand uit,
in de jaren 1941 tot 1944 gemiddeld
85% van de totale omzet.
Voor Wilton-Fijenoord gold hetzelfde.
Hier was vanaf 1929 C.H. Teschmacher
directeur. Die probeerde al vóór de
capitulatie van 14 mei 1940 om Duitse
orders te krijgen. Een gevolg was dat
de Duitsers, mede daardoor, de belloze
lanceerbuizen kregen. Deze buizen, tot
dan onbekend bij de bezetter,
produceerden bij de lancering van een
torpedo vanuit een onderzeeboot geen
verraderlijke luchtbel. Het was de
regering in Engeland ook een doorn in
het oog dat werd verder gewerkt aan
de kruiser 'De Ruyter' die voor de
Nederlandse Marine in aanbouw was.
Ook het feit dat in 1941 arbeiders van
Wilton op een werf in Oostenrijk in een
zo hoog tempo aan riviertankers
De werf Gusto had een
veelzijdig productie
programma. Ingewikkelde
en sterke constructies op
vaartuigen voor het
graven in harde grond en
steenachtige bodems
konden overal in de
wereld ingezet worden en
daar was men duidelijk
trots op. Dat laatste gold
ook voor de bagger
molens die hun
karakteristieke geluid van
grote stalen bakken,
lopend over stalen
geleidingen, soms
wekenlang over het
omliggende land
uitstrooiden en havens
dieper maakten voor
steeds grotere schepen.
Door de wereldwijde faam
die het bedrijf met vooral
speciale vaartuigen had
opgebouwd, was het in
Schiedam een komen en
gaan van
vertegenwoordigers van
heinde en verre. Zelfs uit
Arabische landen
kwamen ze, gekleed in
bournous of djellaba en
op hun hoofd een k'fia
waar mee ze destijds veel
bekijks trokken, al
hadden sommigen
vanwege het in Nederland
altijd wat 'schrale' weer,
een westerse overjas
aangetrokken over die
voor Hollanders toen nog
vrij onbekende kleding.
(GA Schiedam)
75