f
Ti
Koninklijke bezoeken
Gastarbeiders
De scheepsbouw kende veel hoogtepunten. Het te water laten of
uitdokken van een schip was altijd een officiële gebeurtenis. Dat was
al zo in de tijden van de 'De Nijverheid', getuige de burgemeester die
de eerste spijker in de kiel sloeg, en dat is zo gebleven.
Bodemloze put
Boven: Grote zeeschepen
die via de Nieuwe
Waterweg in de Nieuwe
Maas ergens aan de wal
moeten aanleggen of
daarvan vertrekken,
kunnen dat alleen als ze
geholpen worden bij het
manoeuvreren. Dat is de
reden dat er nog steeds
sleepboten nodig zijn om
hen daarbij te helpen.
Eenmaal bij de kade of bij
de boeien aangekomen is
er werk voor de roeiers.
Dat zijn de mannen die-
aanvankelijk met een
roeiboot - de scheepstras
van het zeeschip aan de
wal vastmaken of
losgooien. Het is een heel
gesjouwen niet geheel
ongevaarlijk om zo'n
zware scheepstras goed
te hanteren. De mannen
die dat beroepshalve
doen, zijn verenigd in een
roeiersvereniging. In
Schiedam is dat de
Roeiersvereniging
'Vooruitgang is ons
streven'(V.I.O.S.), in 1923
opgericht door de
gebroeders Van der
Horst. Het kantoor staat al
vanaf de oprichting aan
de Wilhelminahaven in de
Havenstraat en vandaar
uit worden nog steeds de
werkzaamheden
gestuurd. (Foto Chr.
Breur/GA Schiedam)
schepen van over de hele wereld
gerepareerd, verlengd of volledig
omgebouwd. Bij Gusto en de Nieuwe
Waterweg ging het net zo. Tot de
kentering in de tweede helft van de
jaren zestig beleefden de
scheepswerven gouden tijden.
Wilton-Fijenoord bleef de grootste
werkgever in Schiedam. In
hoogtijperioden had het bedrijf zo'n
7.500 arbeiders in vaste dienst en
werkten er enige honderden extra, in
dienst van door de vakbonden
verfoeide onderaannemers. Als de
kinderbijslag, via WF, was uitbetaald,
merkte de Schiedamse middenstand
dat. Evenals in mei, wanneer het bedrijf
het tantième, een deel van de netto
winst, aan het personeel uitkeerde. Elk
jaar was dat een gebeurtenis waarop
veel Schiedamse gezinnen zaten te
wachten: krijgen we dit jaar tjemtjem?
(Het was en bleef een moeilijk woord).
In honderden gezinnen was de vreugde
groot als de directie dat bekend
maakte. Er kon weer iets extra's af en
dus wreef ook de middenstand zich in
de handen.
De vele orders gaven de werfdirecties
ook problemen. Tijdige aflevering werd
moeilijker omdat het aantal
werknemers geen gelijke tred hield met
het vele werk. Grote groepen arbeiders
hadden het inmiddels ook zo goed dat
ze niet meer bereid waren vuil werk te
doen, zoals de classificeerders, de
mannen met de mooie naam die
olietanks en dubbele bodems van
schepen moesten reinigen van
olieresten en ander vuil. Voor dat
gebrek aan personeel moest een
oplossing komen en die werd
gevonden in het werven van arbeiders
Wilton-Fijenoord en Gusto ontvingen vaak
hooggeplaatste Nederlanders om met de
bekende zwaai een fles champagne tegen
de scheepsneus kapot te gooien en
vervolgens met het 'zilveren bijltje'de
laatste klink los te slaan, waarna het
nieuwe vaartuig statig in het water gleed.
Bij Wilton-Fijenoord hebben vrouwelijke
leden van het Koninklijk Huis die ceremonie
dikwijls verricht, want een schip te water
laten vereist nu eenmaal een
vrouwenhand. Had Wilton te Rotterdam in
maart 1906, in september 1913 en in
september 1921 al koninklijk bezoek gehad
van Wilhelmina en prins Hendrik, de werf in
Schiedam bleef niet achter. Zo stelde
koningin Wilhelmina op 3 oktober 1936 de
eerste kruiser De Ruyter in dienst
(hetzelfde schip dat eind februari 1942
onder Karei Doorman in de slag in de
Javazee ten onderging), en kwam op
18 november 1953 haar dochter Juliana
naar Schiedam om de nieuwe 'De Ruyter'
een goede vaart te wensen.
Op 13 september 1962 kwam ze nog eens
voor eenzelfde plechtigheid. Die koninklijke
bezoeken waren grote gebeurtenissen voor
de bevolking van Schiedam.
in landen als Italië en Tsjecho-Slowakije
maar vooral Turkije. Vrijwel alle grote
bedrijven deden dit. De Turken, veelal
afkomstig van het platteland en 'dus'
weinig gewend, bracht men onder in
pensions welke die naam eigenlijk niet
verdienden. De meeste waren klein en
vaak woonden er meer dan twintig
mannen met een minimum aan
huiselijkheid, comfort en hygiëne.
Daarop kwam kritiek en mede onder
druk van de Schiedamse kerken
verbeterde hun huisvesting. Wilton-
Fijenoord bijvoorbeeld bood betere,
door Rijn-Schelde-Verolme geopende
pensions in Rockanje en Poortugaal
aan. De jaren zestig zijn voor veel
Turkse arbeiders moeilijke jaren
geweest, mede door de slechte
huisvesting.
In de jaren zestig keerde het tij. In
Europa stegen de lonen en prijzen.
Omdat de kosten van arbeid in Japan
en Korea veel lager waren, gingen de
orders van veel rederijen naar werven
in die landen. De Nederlandse regering
onderkende het probleem en probeerde
de scheepsbouw te steunen met het
geven van subsidies en het stimuleren
van het fuseren van grote werven.
Samenwerken was het nieuwe
toverwoord. Het verhaal van Gusto is
betrekkelijk eenvoudig. Onmiddellijk
na de oorlog was dat bedrijf al toege
treden tot de Industriële Handels
Combinatie (IHC) en in 1968 leidde die
samenwerking tot een volledige fusie.
De geschiedenis van Wilton-Fijenoord
79