Politieke onderzeeërs I is ingewikkelder. In 1968 fuseerden enkele werven, waaronder de Rotterdamsdie Droogdok Maatschappij en de Koninklijke Maatschappij De Schelde in Vlissingen, en vormden het Rijn Schelde Concern. De ondernemingsraden sputterden tegen maar konden weinig anders doen dan akkoord gaan. Erger was dat de situatie niet verbeterde, de scheepsbouwmarkt bleef slecht. Inmiddels had de succesvolle scheepsbouwer Cornelis Verolme ook financiële problemen. Onder druk van de regering trad hij met zijn werven toe tot het Rijn Schelde Concern. Nadat ook de Amsterdamse Nederlandse Dok- en Scheepsbouw Maatschappij was toegetreden, had Nederland één grote en machtige scheepsbouwmaatschappij die de weidse naam Rijn Schelde Verolme droeg. Die reus met tienduizenden werknemers bleek lemen voeten te hebben. Een groot kolengraversproject, in een juridisch niet waterdichte samenwerking met een handige Amerikaan die onder de aanvankelijk niet begrepen maar later veelzeggende bedrijfsnaam MMWOPS - Making Money While Other People Sleep - leverde miljoenen verlies op. Dat was niet het enige. Ook een bouwproject in de woestijn van Algerije was een financiële strop. De aanpak van de Nederlandse regering heeft, ten koste van enorme bedragen, wel het ontslag van duizenden werknemers in de scheepsbouw vertraagd, maar de bedrijfstak niet kunnen redden. Links: Een verlaten lashal op het terrein van Wilton- Fijenoord op een foto uit 1991. Dit is de trieste illustratie van de teloor gang van een bedrijf dat van grote economische en sociale betekenis voor Schiedam is geweest. (Foto Roel Dijkstra/GA Schiedam) Linksonder: De directeuren Bas Sluis en Tjerk Jonker op 16 juni 1984, de dag waarop Wilton-Fijenoord uit de surséance van betaling kwam en los van het RSV- concern als zelfstandig bedrijf verder ging tot het definitieve einde in 1999. (Foto Ton Poortvliet) Rechtsboven: Tewater lating van het dubbel- schroef-motorschip 'Aldegonda' in 1931. Opdrachtgever was de N.V. Nederlandsch- Indische Tank Stoomboot Mij. te 's-Gravenhage. De tanker was bestemd voor bulkvervoer van petro leum in Oost-lndië. (GA Schiedam/archief Gusto) Rechtsonder: De foto albums van Gusto uit de jaren twintig en dertig tonen het bedrijf in volle glorie. Om de grootte van zo'n scheepsonderdeel te benadrukken, staat er vaak een arbeider naast. Daarstaat-ie dan, trots naast 'zijn' centrifugaal- pomphuis. (GA Schiedam/archief Gusto) Op de omslag: Symbool van de overgang van haringvangst naar jeneverindustrie is dit pand van de Schiedamse Alcohol Fabriek aan de Westvest dat eertijds diendeals opslagplaats van haringnetten. (Tekening Octave DeConinck, 1958/GA Schiedam) Wonderlijk genoeg ging het met RSV- partner Wilton-Fijenoord in Schiedam goed. Het bedrijf kreeg in 1981 van Taiwan opdracht voor de bouw en levering van twee onderzeeërs en een optie voor nog eens vier stuks. Er was dus voor jaren werk. In 1983 besloot de regering echter RSV geen kredieten meer te geven. Het concern moest uitstel van betaling vragen om een faillissement te voorkomen. Dit trof alle werkmaatschappijen. De ontsteltenis onder de werknemers was groot, omdat nu voor elk van hen ontslag dreigde. De ondergang van RSV veroorzaakte veel maatschappelijke onrust en leidde in 1984 zelfs tot een parlementaire enquête. Intussen streden de directies en ondernemingsraden van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, de Koninklijke De Schelde en Wilton-Fijenoord over de vraag welk onderdeel van het concern welke opdracht mocht uitvoeren. De regering had een dikke vinger in de pap, want zij moest de overbruggingskredieten financieren. Ondanks acties van de vakbonden, de ondernemingsraad en de werknemers, moest Wilton-Fijenoord er aan geloven: voor de levering van nog vier onderzeeërs aan Taiwan werd geen exportvergunning verleend. Daardoor was uitvoering van de order onmogelijk. Het bedrijf kreeg ook geen krediet voor scheepsnieuwbouw. Het moest dus terug naar de scheepsreparatie, waarmee het ooit begonnen was. De directie vond dat onvoldoende voor een goede bedrijfsvoering. Toch werd Wilton- Fijenoord in 1984 weer zelfstandig. De regering steunde alleen nog de 2001 Uitgeverij b.v., Zwolle Druk: Waanders Drukkers, Zwolle www.waanders.nl Rotterdamsche Droogdok Maatschappij in Rotterdam, die zes onderzeeërs bouwde voor de Marine, en de Koninklijke De Schelde in Vlissingen die voor dezelfde opdrachtgever fregatten maakte. De gemeente Schiedam zag de situatie bij Wilton-Fijenoord met lede ogen aan. Men zag het eens zo machtige Wilton- Fijenoord niet graag vallen en maakte zich zorgen over de grote aantallen te verwachten werklozen. De gemeente raad steunde het bedrijf zoveel het kon en kocht de bedrijfsterreinen om het daarmee een financiële injectie te geven. Zo hoopte men het einde van deze, voor de economie van de stad zo belangrijke werkgever te voorkomen. Het mocht niet baten. Kleinere scheepsbouwers als Kommer Damen van Damen Shipyards in Gorinchem, Adrianus Klip uit Lekkerkerk - Klip, klaar in een wip - probeerden voor een appel en een ei het ooit wereld beroemde bedrijf over te nemen. Zonder succes. In 1988 had Wilton Fijenoord, waar ooit bijna tienduizend mensen werkten, nog maar tweehonderdvijftig werknemers. Het definitieve einde kwam toen het vlak voor de eeuwwisseling werd overgenomen door een kleinere scheepswerf die het zelf moeilijk bleek te hebben. De grote oceaanstomers die tientallen jaren bij Wilton-Fijenoord waren gebouwd of gerepareerd en het beeld in de Wiltonhaven bepaalden, lieten zich niet meer zien. Betekenis van de gebruikte afkortingen: GA Gemeentearchief SMS Stedelijk Museum Schiedam 80

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 26