Varkenssluis Boven: Al vroeg in de 16de eeuw waren er verschillende scheepswerven in Schiedam, vooral aan de westzijde van de Lange Haven. Links een werf met een schip in aanbouw. En rechts ligt ook een werf. De schepen waren vooral bestemd voorde haringvangst. Het gebouw waar de rook uitkomt, is de zoutkeet, waar de vissers het zout voor het pekelen van de haring haalden. (GA Schiedam) Rechts: Vóór de ingebruikneming van de Nieuwe Waterweg in 1872 liep de verbinding van Schiedam naar de Noordzee via het Brielse Gat, zoals de kaart uit 1745 toont. Toen deze ondieper werd en de schepen groter, verschoof de route noodgedwongen naar het Hollands Diep en het Goereesche Zeegat. Overigens waren er toen al plannen voor een door graving van Hoek van Holland. (GA Schiedam) de plattegrond van Jacques de Gheyn uit 1598 zijn scheepswerfjes aan de Lange Haven te onderscheiden, compleet met werkvolk dat druk bezig is. De Lange Haven was ooit één van de talrijke kreekjes die vanuit de Merwe of Maas, verder in het land de Scye of Schie vormden. De haven was niet alleen belangrijk voor de schepen die Schiedam als thuishaven hadden of hier lading brachten en haalden, maar ook voor de doorspoeling met vers water van de grachten, vesten en slootjes in de stad uit de Maas. Daarvoor was in 1577 een spui gebouwd tussen de (Korte) Haven en de Nieuwlandpolder bij de Vlaardingerdijk. Die waterlozing Eeuwenlang was Schiedam vertrouwd met het geluid van scheepstimmerlieden, zeilmakers, touwslagers en al die andere arbeiders op de werven. Het zagen van planken uit boomstammen, het slaan van de spijkers in spanten en huidplanken, het geklop van de breeuwhamer bij het waterdicht maken en het geroep en geschreeuw van mannen die werken, het is allemaal tot ver in de omtrek van de scheepswerfjes gehoord. De oudste bewijzen voor de Schiedamse scheepsbouw zijn in archiefstukken uit 1508 te vinden, toen ene Gerrit Cornelisz. een scheepswerf pachtte. Op werkte in 1611 niet meer naar behoren, de deur was kapot en het houten raamwerk eromheen vrijwel vergaan. Het ging Schiedam economisch zo goed dat er voldoende geld was voor verbetering. Een commissie uit de vroedschap, bestaande uit de burgemeesters Wouter Jacobsz. Scharp en Bruyn Adriaense alsmede Pieter Claesz. Pesser, Daniël van der Houve, Cornelis Jacobsz. Vlaerdingen en Maerten Jorisz. Coy, besloot daarom in 1613 niet alleen de spui te herstellen, maar ook een nieuwe haven te graven. Hun besluit vermeldt niet of die haven nodig was om het water in de stad beter te kunnen verversen óf het aantal 59 KAAST "VAN BE BENEEDEN RIVIER I)E MAAS EN DE MEK WEDE. van df, NO OKI) ZEE tot GORINCHEM Grcopitcrd na dp Kaart van drn Landmrtrr M.BoLSTBA. ^Wonltri and sr. Polder! MaaiUand Vlaoitlii Br mi»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 5