KRAAN
SCHIEDAM.
ORDONNANTIE
BOODSLIEDEN,
WYNWERKERS,
Gedrukt by ABRAHAM BAKKER, Ordinaris
Stads- cn KIcyn Zeegcl-Drukker, enBoek-
verkooper 1769,
het Galgoord aan de oostkant van de
Voorhaven, ruimte beschikbaar was.
In 1683 heeft Alewyn Koningh twee
walvisvaarders uitgereed, de
'Margaretha' en de 'Suzanna',
respectievelijk onder de gezagvoerders
Cornelis Hartigh en Pieter Kalkman.
Van de Schiedammers die in de 18de
eeuw, tussen de handelsoorlogen met
de Engelsen bij de walvisvangst
betrokken waren, zoals Jacob Alewyn
Gysen, Coenraad Blik, Thomas Pigeaud,
Eduard van der Gon, Cornelis
Amoureus, Leendert Witte, Jacob
Verschrik en Jan Anthony Feteris is
bekend dat ze redelijke vangsten
boekten. Ook de Schiedamse koopman,
stadssecretaris, directeur van de 'Spin-
en Naaij School' en majoor van het
'vrijkorps' van de Patriotten Bernard
Johan Pielat van Bulderen zag brood in
de walvisvaart. Hij beproefde tussen
1787 en 1791 zijn geluk met de walvis
vaarder 'De Patriot', later herdoopt in
'De Hoop'.
Tijdens de Franse overheersing, van
1795 tot 1813, zakte de walvisvaart
geheel in. Bovendien veroorzaakten de
handelsbelemmeringen van Napoleon
veel werkloosheid en armoede. Na het
vertrek van de Fransen bleef dat nog
jaren zo. De Schiedamse branderijen
verkeerden toen in een crisis als gevolg
van een regeringsmaatregel uit 1825,
die de invoerrechten op de
grondstoffen voor jenever
verdrievoudigde. Dat had nog grotere
werkloosheid en verpaupering tot
gevolg.
Schiedamse Scheepsreederij
Om de sociale ellende het hoofd te
bieden, besloten in 1835 vooraan
staande Schiedammers een rederij voor
de vaart op Oost-Indië en een
scheepswerf te stichten. Onder hen
waren burgemeester Jan Loopuyt,
Hendrik Willem Roelants, firmant van
kargadoors- en houthandel De Groot
Roelants Co, Johan Schweiker en Ary
Prins, firmanten van kargadoors- en
houthandelaarsfirma A. Prins Co,
Adrianus Knappert, brander en
medefirmant van De Groot Roelants
O P D E
EN DERZELVER
ALS MEDE DE
Binnen de STAD
Co., en brander en koopman J.A.J.
Nolet. Zij geloofden dat de combinatie
van een rederij en een werf de
verbetering van werkgelegenheid zou
opleveren, die de armoede in de stad
kon beteugelen. Armenzorg en
economie gingen zo hand in hand, niet
ongewoon in die tijd. Zij stelden een
circulaire op en vroegen rijke
stadgenoten om kapitaal in de nieuwe
onderneming te steken. Met dit 'Plan
tot het oprigten eener Reederij',
waarvan het bouwen van een schip
Om schepen te laden en
te lossen maakte men
gebruik van de kraan, een
hijswerktuig voor zware
lasten. Oorspronkelijk
stond deze in de bocht
van de Korte en de Lange
Haven, waar in 1779 de
Nieuwe Sluis is
aangelegd. Daarna
verhuisde de kraan naar
de huidige Vismarkt. Over
de goederen, zoals
'gebrande wijnen,
gedistilleerde wateren,
cider' werd een belasting
geheven, het kraangeld.
(GA Schiedam)