Schaatsende maagd
IJ sverenigingen
De eerste schaatsheld uit de Nederlandse geschiedenis is een jonge vrouw uit Schiedam.
Begin februari 1395 bond de bijna zestienjarige Liduïna haar houten schaatsen met glij-ijzer
onder om met haar vriendinnen te gaan spelen op het ijs 'ende daer quam één van haar
gesellinnen riden op 't ijs, ende raecte haestetic Liedwi, also dat Liedwi viel op een hoop
scollen [klompen] van ijs, ende brac een corte ribbe in haere rechter side.Na een ziekbed
van achtendertig jaar stierf Liduïna aan de verwondingen als gevolg van de val die
vermoedelijk in de buurt van de huidige Boomgaardstraat gebeurde. In 1890 verklaarde
Paus Leo XIII de verering van de schaatsende Schiedamse maagd heilig.
Boven: De Schiedamse
IJsvereniging, opgericht
in 1908, beschikte tot in
de jaren 1920 overeen
weiland aan de West-
frankelandsedijk. In
strenge winters
veranderde het weiland
met ijstenten, lampions en
muziek in een feestelijke
ijsbaan. Tijdens zachte
winters leed de S.IJ.V.
grote verliezen wanneer
leden hun contributie niet
voldeden en ijstent-
houders weigerden de
pachtsom te betalen.
Behalve kwakkelwinters
bracht de oprukkende
stad de vereniging in de
problemen. In de jaren
1950 verdreef woning
bouw aan de Spierings-
hoek de club van zijn
ijsbaan. (GA Schiedam)
Linksonder: Liduïna's
verwonding als gevolg
van haar val op het ijs,
hier in 1904 verbeeld
door Jan Dunselman, is
waarschijnlijk de oudst
bekende sportblessure.
Liduïna is bescherm
heilige van de schaatsers
en rolschaatsers. (Foto
R. Pluijm/Singelkerk)
georganiseerd ijsvermaak in Schiedam.
Op donderdag 6 februari van dat jaar
hield gymnastiekvereniging Olympia
een gekostumeerd ijsfeest waarvan de
opbrengst ten goede kwam aan de
armen. Tegen betaling van 25 cent
entree vermaakten de gegoede
Schiedammers zich onder aanmoediging
van drie muziekkorpsen op een met
teertonnen, lampions en bengaals vuur
verlicht veldijsterrein aan de overkant
van de Schie, gadegeslagen door een
onafzienbare schare toeschouwers
langs de Overschieseweg.
Acht jaar later, op 14 februari 1887,
namen vijf heren en 'enige jongelieden'
het initiatief tot de oprichting van de
IJsclub 'Schiedam'. Met vijftig leden
richtte men in de polder Kortland een
weiland als ijsbaan in. De ingang aan
de Nieuwe Haven was bereikbaar via
sociëteit de Harmonie. 'Ijs en weder
dienende' schreef het bestuur voor
11 december 1890 uit een 'hardrijderij
op schaatsen om prijzen' voor jongens
en meisjes van tien tot veertien en
vijftien tot achttien jaar. Het inleggeld
bedroeg 25 cent. 'Door fraai weder
begunstigd en opgeluisterd door de
welluidende tonen der muziek' trok de
wedstrijd veel belangstellenden. Bij de
meisjes won Maria Meijer de eerste
prijs en Agatha Rodereijs de tweede,
bij de jongens ging de eerste prijs naar
Hendrik Hoorman en de tweede naar
schieten of kolven een boete opgelegd
kreeg van drie gulden en bovendien
- als openbaar vertoon van schande - de
hoed afgenomen. Herbergiers, tappers
en anderen die behulpzaam waren
door de 'instrumenten' te verschaffen,
stond dezelfde boete te wachten.
Schaatsen ontwikkelde zich in Schiedam
net zoals elders in de Nederlanden al
snel tot volkssport. Liduïna stond al in
1395 op de schaats, met noodlottige
gevolgen. Iedereen schaatste, volk en
elite, mannen, vrouwen en kinderen.
Schaatsen was zo gewoon, gemakkelijk
en overal ongeorganiseerd te beoefenen
zonder enige overlast dat de overheid
geen verbodsbepalingen of anderszins
hoefde uit te vaardigen. Voorzover
bekend was er pas in 1879 sprake van
86