GEMEENTEBLAD SCII I ED A M. In Zedelijk Schiedam VERORDENING TOT WIJZIGING DER VEROR DENING TER HANDHAVING VAN DE OPEN BARE ORDE EN VEILIGHEID EN OP DE STRAATP0L1T1E TE SCHIEDAM GE MEENTEBLADEN N°. 27 VAN 1908 EN N°. 44 VAN 1911 Wraak In 1912 stond Schiedam bij de landelijke pers even in het middelpunt van de belangstelling. Dat was te danken aan het rooms-katholieke gemeenteraadslid C.H. Scheffers die zich tijdens een raads vergadering vreselijk opwond over het zedeloze gedrag van twee ongehuwde Schiedammers van verschillend geslacht, die het bestaan hadden naast elkaar in het Sterrebos te zitten. K3 als gevolg de fatale steekpartij. Het is het eerste verslag van een moord, waarin de Schiedamse journalisten flink uitpakten over de toedracht en achtergronden. Het Schiedamse politiekorps had op dat moment al een omvang, waarin zich de veranderende opvattingen weerspiegelden over de toezicht houdende taak van de overheid. In het midden van de 19de eeuw bestond het korps nog hoofdzakelijk uit geüniformeerde surveillanten die toezicht hielden op de openbare orde, maar in 1896 kon commissaris J.L.C. Wolffensperger zich voor een foto van 'zijn' korps voor de deur van het hoofdbureau al niet meer omringen met het voltallige personeel. De politie was toen nog gehuisvest aan de Grote Markt, nu Van Diggelen. Naast een inspecteur der 1ste en één der 2de klasse had hij het bevel over twee hoofd agenten, 61 agenten, 16 sluiswachters, drie onbezoldigde agenten en acht gemeenteveldwachters. Agenten surveilleerden op voorgeschreven routes en moesten zich tot op de seconde nauwkeurig melden bij controlepunten. Wolffensperger zag streng toe op naleving hiervan. Een andere Schiedamse moord die breed is uitgemeten, was die in 1934 op politiecommissaris F. Ellenberger. De eigentijdse verslagen hiervan kunnen in hun sfeertekening van de toedracht nauwelijks beter. Ze verslaan niet alleen een schietpartij met dodelijke afloop, maar laten de lezer ook de sfeer proeven van het Schiedam in de jaren Links: Van 28 augustus 1879 tot 1 mei 1914 was Jacob Louis Christiaan Wolffensperger, geboren op 23 juli 1847 in Den Haag, commissaris van politie te Schiedam. Een voortvarende man die strenge eisen aan zijn korps stelde die moesten leiden tot'goede naam', strenge plichts betrachting' en 'goed gedrag'. Zijn eigen stelregel was: 'De commissaris van politie moet tegenover alle menschen zooveel mogelijk in gelijke verhouding en vrij staan'. (Foto A. Zimmermans/ GA Schiedam) Daar moest een eind aan komen. Gelukkig had de boswachter er zijn hond op af gestuurd. Scheffers verzuchtte: 'had hij deze maar opgevreten'. De vroede (wijze) vader eiste maatregelen. De raad aarzelde maar liet commissaris Wolffensperger toch een onderzoek instellen en ja hoor, diens dienders waren in het Schiedamse buiten gebied inderdaad geconfronteerd met zedeloos gedrag of gedrag dat gemakkelijk zedeloos zou kunnen. Eén veldwachter had 70 tot 75 paartjes geteld. Die gedroegen zich weliswaar niet onoirbaar, maar wat niet was kon komen als de agent weer weg was en je moest natuurlijk nooit de kat op het spek binden. Scheffers en zijn confessionele mederaadsleden eisten dat de politieverordening in die zin zou worden aangescherpt dat het aan ongehuwde mensen van verschillende kunne sowieso verboden was in het bos, in het gras of langs de dijk te zitten en dat de politie al zou mogen bekeuren bij het allerminste vermoeden van naderend onzedelijk gedrag. De liberale raadsleden E. Koopmans en C. Houtman en de socialist P. de Bruin probeerden de nationale blamage te voorkomen, maar tevergeefs. De landelijke pers lachte in zijn vuistje en bekende karikaturisten ais Albert Hahn, Johan Braakensiek en George Raemaekers maakten voor hun kranten schitterende spotprenten op Zedelijk Schiedam. 1912. INo. 22. VAN De Burgemeester en Wethouders van Schiedam doen le weten, dat door den Raad dier Gemeente in zijne ver gadering van den 23*tcn Juli 1012 is vastgesteld de volgende verordening: Ingevoegd wordt: Artikel 1. Artikel \Sbis. Het is verboden in gezelschap met iemand van andere kunne, te zitten of to liggen op openbare wegen of dijken of op hun bermen, glooiingen of onderkant. Deze bepaling is niet van toepassing, indien do bedoelde personen met oIkandcr gdhuwd zjjn of dcn tweeden graad van bloed- of aanverwantschap bestaan. Art. 2. J" art 34 wordt in do voorlaatste zinsnede vóór art. 18Ms art. 13J»s vermeld. 114 Zijnde <leze verordemn- aan de r i Zuid-Holland volgens l„„f 'P0 Su,l<,n van B. n°. 1130 (2e a,,| G U;''t T dcn n<lc" Augustus j.l. S. n». 54, afschrift „„.,1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 12