oude voormalige branderij stonden tanks met andere verfstoffen, was benzine en aceton. Het vuur greep in een mum van tijd om zich heen en het personeel kon zich ternauwernood in veiligheid brengen. De brandweer kon de brand zelf niet benaderen, omdat het pand aan alle kanten, behalve aan de Korte Haven, was ingeklemd door bebouwing. Niet meer dan vijf minuten waren nodig om het pand in lichter laaie te zetten. Ook omringende panden en de kerk aan de overzijde van de Dam liepen het risico in brand te vliegen. Met man en macht, ook burgemeester Roelfsema hielp mee auto's uit de directe omgeving van de brand te duwen, probeerde men de omgeving voor het ergste te behoeden. Het gebouw moest de brandweer echter opgeven. Het einde van de brand was al even spectaculair als het begin. Met donderend geweld viel na enkele uren de statige 18de-eeuwse brandersgevel voorover in de Korte Haven. Op de vroege woensdagochtend 14 februari 1996 om tien over drie kreeg de Schiedamse alarmcentrale de melding van de brand in de Walvisch. Bij aankomst van de eerste eenheid bleek de brand al vanaf de tweede molenvloer (van de in totaal zeven) te woeden. Een binnenaanval had geen zin meer want de romp van de stelling molen werkte als een schoorsteen voor het brandende houten binnenwerk. De brandweer kon weinig anders dan de romp zoveel mogelijk afkoelen en zette daartoe vijf waterkanonnen op de romp van de molen, waarvan twee vanaf autoladders. De bestrijding van de brand was extra moeilijk, omdat de Nieuwe Haven was dichtgevroren. Vanaf het begin was de officier van dienst bang voor het bezwijken van de vloeren. In de molen lagen acht molen stenen met een gewicht van anderhalve ton per stuk, waarvan niet duidelijk was hoe ze bevestigd waren. Verder droop, door de extreem hoge temperaturen, vloeibaar staal naar beneden. Buiten de molen bestond het gevaar dat de wieken (met een vlucht van 26 meter) en het staartstuk naar beneden zouden vallen. Na de vlam- uitslag, een half uur nadat de eerste melding was gegeven, vatte de kap van de molen vlam, waardoor een regen van vliegvuur op het westelijke deel van Schiedam neerdaalde. Uiteindelijk bleek niets meer te redden en brandde de Walvisch tot op de grond uit. Het koelen van de romp had wel succes. Het stenen bouwsel bleef overeind en onderzoek wees uit dat restaureren nog zin had. De hele Schiedamse gemeenschap spande zich daarvoor in door acties te starten voor de restauratie van de molen. Zo berekende een aantal cafés per glas bier of jenever een tijd lang twee kwartjes extra als bijdrage aan het herstel van de Walvisch en adopteerde het bedrijfsleven verschillende molenonderdelen. Het spectaculaire gevolg was dat twee jaar na de brand de wieken weer aan de molen werden bevestigd en de Walvisch voor de derde keer in zijn bestaan aan een nieuw leven mocht beginnen. Betekenis van de gebruikte afkortingen: GA Gemeentearchief Pc Particuliere collectie SMS Stedelijk Museum Schiedam ©2002 Uitgeverij b.v., Zwolle Druk: Waanders Drukkers, Zwolle www.waanders.nl Boven: De brand bij Kappelhof Hoving aan de Korte Haven op 31 mei 1968 was ook vanuit de lucht imponerend. (Foto KLM Aerocarto) Rechts: Met behulp van elektrische verkeers lichten regelde politie agent Paul de Heer in 1953 het verkeer op de hoek van de Lange Nieuwstraatende Oranjestraat. (Foto coll. Schiedamse Gemeen- schap/GA Schiedam) Op de omslag: Het anti- Duitse gedrag van de Schiedammers op 19 augustus 1943 werd niet alleen bestraft met uit breiding van de spertijd. De stad moest ook een boete betalen van honderdduizend gulden. (GA Schiedam) 128

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 26