Gorzen
laf-'OrafijtÊtfraah
de rol die een nieuwe haven kon spelen
in de verbetering van de waterkwaliteit.
Ook zagen zij de haven als centrum van
nieuwe stadsuitbreidingen om zo 'door
nieuwe uitbreidingen in het bezit te
komen van ruime straten en pleinen
en aangename wandelplaatsen'. De
uitvoering van hun ideeën viel tegen.
Alleen branderijen en distilleerderijen
vestigden zich aan die Westerhaven.
Die hadden hier een prachtige nieuwe
plek, waar de platbodems die de volle
vaten landinwaarts vervoerden
gemakkelijk konden aanleggen. En
voor wat die ruime straten en pleinen
en aangename wandelplaatsen betrof:
voor de brandersknechts vond men de
hietboven al genoemde smalle straatjes
tussen de Dwarsstraat en de Groenelaan
al ruim voldoende. Het aangename
wandelplein werd uiteindelijk niet meer
dan het miezerige Wilhelminaplein aan
het eind van de Groenelaan. Hier zette
men tussen de paardenstallen een paar
huisjes en een enkel winkeltje voor de
dagelijkse levensbehoeften.
Het zou tot de eerste decennia van de
20ste eeuw duren voordat op de
plattegrond van Schiedam grote
stadsuitbreidingen verschenen. Tussen
1860, het jaar waarin de raad besloot
tot het graven van de Westerhaven,
en de eeuwwisseling, werden wel
zevenhonderd huizen gebouwd, maar
die verrezen weer, zoals vanouds, op
de overgeschoten stukjes vrije grond
in de oude binnenstad en her en der
verspreid langs de stadsvesten.
Uiteindelijk zou daarmee het aantal
huizen dat die naam nauwelijks
verdiende op bijna tweeduizend
uitkomen. Het aantal éénkamer
woningen beliep in Schiedam volgens
een telling in 1900 méér dan zestig
procent van het totaal aantal huizen.
Meer dan de helft daarvan was alleen
bereikbaar via een smalle steeg of een
poortje. En meer dan een derde van
deze arbeidershuisjes moest zich
behelpen met een gemeenschappelijke
plee in het midden van het hofje.
Overigens was het niet de Woningwet
van 1901 die een einde maakte aan
deze manier van stadsuitbreiding en
volkshuisvesting. Integendeel
misschien. Ook het eerste rijtje huizen
dat in de Fabristraat volgens deze
Woningwet tot stand kwam, vertoonde
nog alle karaktertrekken van het
Schiedamse hofje, al boden de woningen
veel meer ruimte en mankeerde het niet
aan bouwkwaliteit. De eer van het
initiatief om in de Fabristraat, volgens
de Woningwet, betere volkswoningen
gebouwd te hebben, komt toe aan
vooruitstrevende brander M.C.M. de
Groot, distillateur Herman Jansen en
onderwijzer Th.J. Mouwens. De huizen
aan de Fabristraat waren ontworpen
door de jonge Schiedamse architect
Pieter Sanders. Ze hadden meerdere
kamers, een afgescheiden keuken en
ook de zolder had twee afzonderlijke
vertrekken, al met al een ongekende
luxe.
Tot echte stadsuitbreidingen kwam het
pas na de vestiging van verschillende
werven in Schiedam. Tussen 1890 en
1902 was de brandersnijverheid
volledig in verval geraakt. Gezocht en
gevonden werden daarom scheeps
werven en machinefabrieken als
nieuwe nijverheid voor Schiedam.
Achtereenvolgens vestigden zich
tussen 1901 en 1922 in Schiedam de
Scheepwerf en machinefabriek Gusto,
de Werfmaatschappij Nieuwe Waterweg
en de Dok- en Werfmaatschappij
Wilton-Fijenoord.
De noodzaak om de stad flink uit te
breiden was de groei van de bevolking,
waarvan de oorzaken lagen in zowel de
vestiging van deze scheepswerven als
de daling van het sterftecijfer. Snel
ontwikkelden de woningcorporaties,
waarvan er in Schiedam tussen 1903 en
1920 vijf zijn opgericht, grote plannen.
De eerste en grootste corporatie was de
Vereeniging Volkshuisvesting; die
Boven: Gezicht op de
Gerrit Verboonstraat en
Oranjestraat, met geheel
links de in 1935 door de
architect Dudok
gebouwde HAV-Bank, in
1953 uitgebreid aan de
zijde van de Tuinlaan. In
het midden de kerk van
de Onze Lieve Vrouwe
Visitatie en de H. Liduïna,
beter bekend onder de
naam Frankelandsekerk.
Rechts op de hoek met
de Lange Nieuwstraat, de
Lutherse kerk. (Foto J. van
Diggelen/GA Schiedam)
Links: Niet alleen de
gebreken aan het gebouw
aan de Hoogstraat maar
ook de veranderde eisen
voor bejaardenverpleging,
maakten de bouw van
een nieuw Sint-Jacobs-
gasthuis noodzakelijk. In
1933/34 verrees dit aan de
Burgemeester Knappert-
laan naar ontwerp van de
Schiedamse architect
Pieter Sanders (rechts op
de voorgrond). Hier
legt burgemeester
H.Stulemeijer de eerste
steen. (Foto Polygoon/
GA Schiedam).
168