Het Nieuw werck
De oudste waterkering
bestond uit de
Vlaardingerweg,
Dorpsstraat, Kerkweg,
Kandelaarweg en
Kethelsekade. In de 12de
eeuw werd de Oude Dijk
aangelegd, een eeuw
later de Vlaardinger-
en Rotterdamsedijk met
de dam in de Schie. Rond
1280 werd tenslotte de
Poldervaart gegraven.
Rechts de situatie circa
1250. (C. Postma)
Onder de situatie
omstreeks 1650. (Jan
JanszStampioen/GA
Schiedam)
den zich onder de bomen langs de
Nieuwe Haven, ongeveer ter hoogte
van de Vlaardingerdijk.
De eerste 'echte' uitbreiding buiten het
stadscentrum kwam in het begin van
de 17de eeuw tot stand. Op de kleine
stadsplattegronden van Boxhorn en
Blaeu, die omstreeks 1640 zijn gemaakt,
is Schiedam door een langgerekt 'stads
park' verbonden met het Hoofd. Ook
de Nieuwe Haven was toen al
gegraven. Die was vooral bedoeld als
winterhaven voor de vissersvloot. Het
park lag en ligt op de smalle landstrook
tussen de Buitenhaven en Nieuwe
Haven en heette oorspronkelijk 'het
Nieuw werck'. Een eeuw later pas
kwam de benaming 'Plantagie' in
zwang. Aan het uiterste eind van dit
nieuw in ontwikkeling genomen
stedelijk gebied bevonden zich
bedrijven die Schiedam uit het centrum
had verbannen, zoals de rumoerige
scheepswerven, de zoutketen en de
traankokerij waar het spek van
walvissen werd uitgekookt wat een
ongelofelijke stank veroorzaakte.
Alleen de naam Walvischsteeg (later
Walvisstraat - tussen Lange Haven en
Westvest) herinnert hier nog aan.
Hoewel de makers van de stads
plattegronden het Nieuw Werck vanaf
de tweede helft van de 17de eeuw
duidelijk intekenden als nieuw
ontwikkeld stedelijk gebied, duurde
het nog ruim honderd jaar voordat het
als 'eene aangename en vermakelijke
Plantagie' ook een aantrekkelijke
woonbuurt werd voor welgestelde
Schiedammers. Eén van de eersten die
zich er vestigden, was de voorname
Amsterdamse regent Nicolaas Elias.
Hij was getrouwd met de Schiedamse
Hillegonda Bosschaert en stichtte
aan de Plantage de buitenplaats
Rustenburgh. Het was geen eenvoudig
optrekje: de laatste koopakte vermeldt
de buitenplaats als een 'woonhuis,
gelegen in desselfs vijver met de daar
toe behoorende brug en de daar aan
vast zijnde ijzere leuningen, kettingen
en opwinding, voorts een coepel en
tuinmanswoning, mitsgaders een
koetshuis, Paardenstalling en een
openslaand ijzeren Hek, hardsteenen
Pilaaren en de daar op staande
Lantaarns met het daar toe behoorende
ijzerwerk, alles staande voor aan de
straat, voorts een volière, duivenhok,
HitHlimlUl CJLoh cfcjRtH 1
tftlur Iff ex Melen.
B abbers
uiVe .Canbt
^SCHIEDAM
Starren
landt
<ANieu
Seventy It
Polder.
■^Maryen.
157