Gesticht voor oude, uiteraard katholieke, vrouwen, dat in 1860 naar de Nieuwe Haven verhuisde. De eerste verpleegde was de weduwe Kellerman- Lindorf. De zusters dominicanessen, traditioneel de 'zusters van liefdadig heid', die sinds 1847 in Schiedam werkten, zorgden voor de vrouwen. Die woonden er voor drie gulden per week of desnoods gratis, maar ze moesten wel het geld dat ze nog bezaten afdragen als bijdrage aan hun levensonderhoud. Ze hadden geen enkele privacy: ze sliepen in benauwde slaapzalen en zaten overdag in een zit- en eetkamer die al even onfris was. In het gesticht golden strenge regels. Men mocht familie opzoeken of op bede vaart gaan, als de Overste en het bestuur van Sint-Vincentius het goed vonden én de familie betaalde, maar als men zich niet aan de regels hield, volgde straf. Dat was altijd een berisping en vaak trok het bestuur ook een gunst -tijdelijk- in. Wie na een paar vermaningen niet wilde horen, moest voelen en het gesticht verlaten. Soms leidden de regels en de 19de-eeuwse opvatting dat alleen notabele bestuurders en geestelijke verzorgers wisten wat goed was voor de 'ouden van dagen', tot menselijk leed. Zo meldde zich in 1878 een hoogbejaard echtpaar om samen hun levensavond in het gesticht door te brengen. Daarin voorzag het reglement niet en dus werd de man in het Jacobsgasthuis onder gebracht en de vrouw in het Liduïna- gesticht. Toen ze vijftig jaar getrouwd waren, wilden ze dat samen vieren. Het bestuur en de priorin gaven de vrouw verlof op voorwaarde dat de kinderen de hele dag bij hun ouders zouden blijven. In 1932 leek het even alsof het Sint- Liduïna Gesticht met kamers voor gehuwden een revolutionaire vernieuwing ging beleven. Dat ging op het laatste moment niet door, toen bleek dat die kamers voor de minvermogende bejaarden te duur waren. Wel liet men de teugels wat vieren en mochten de vrouwen zonder toestemming op bezoek in Schiedam. In de jaren zestig begon de echte vernieuwing. Op de hoek van de Liduïnastraat en de Nieuwe Haven kwam in 1969 een complex van zeven verdiepingen met 182 flats met een zit-slaapkamer, een keuken en een toilet voor iedere bewoner. Ook de naam en identiteit van het huis veranderden: het katholieke Sint-Liduïna Gesticht werd het algemene Huize Frankeland. In 1979 vertrok hoofdzuster Bonifacia als laatste van de dominicanessen die van 1850 af het Sint-Liduïna Gesticht hadden bestierd. Frankeland liep in 1980 met de introductie van 'geïntegreerde zorg' in Nederland voorop. In 1991 volgde de '24-uurs verzorgingshuishulp aan huis', of 'zorg op maat', zoals het al snel heette. Ruim zeven eeuwen na de stichting in 1276 van het Sint-Jacobsgasthuis voor zwervers, zieken en bejaarden, en vier eeuwen nadat de Magistraatsarmen- kamer de liefdadige zorg voor de Schiedamse armen van de Heilige Geestmeesters had overgenomen, is het gasthuis een modern ziekenhuis, kunnen bejaarde Schiedammers kiezen tussen bejaardencentra en thuiszorg op maat, en is liefdadigheid vervangen door sociale rechtvaardigheid. Betekenis van de gebruikte afkortingen: GA Gemeentearchief Pc Particuliere collectie SMS: Stedelijk Museum Schiedam ©2002 Uitgeverij b.v., Zwolle Druk: Waanders Drukkers, Zwolle www.waanders.nl Linksboven: Zusters van het Sint-Liduïnagesticht tonen belangstelling voor het slaan van de eerste paal voor het nieuwe bejaardencentrum aan de Nieuwe Haven, het latere Huize Frankeland, in 1966. (FotoT. den Haan/GA Schiedam) Linksonder: Tekening van het interieur van flats in Nieuwland uit 1949, ontworpen door de architecten Spruijten Den Butter. Deze waren bestemd voor 'ouden van dagen'. Inde badkamer zat een lavet, een aanrecht met een grote gootsteen waarin zowel de was als je lijf geboend konden worden. Moest je er wel in klimmen. Er was ook gedacht aan een keuvelhoekje in het trappenhuis. (Schiedamse Gemeenschap/ GA Schiedam) Rechts: In de 20ste eeuw verbeterde langzaam het leven voor gehandicapten, vooral door het beschik baar komen van steeds meer hulpmiddelen. Met speciaal gemaakte karretjes konden sommigen ook weer zelfstandig de straat op. (GA Schiedam) Op de omslag: De Duitse bezetter richtte in 1940 de hulporganisatie 'Winter hulp Nederland'op, daarbij gesteund door vele prominente vader landers, ook in Schiedam. Ook burgemeester Frans van Haaren stelde zich er aanvankelijk achter. Voor de meeste Nederlanders gold echter: 'zelfs geen knoop van mijn gulp voorde Winterhulp'. (GA Schiedam) etucj &JUXOM PCPÖPCCTCC5CLCT0 IMTCPICIC VAM CCM NtütÜMO TPAPPCNUUÖ VAM Pt PLATS 'lï NILUVLANP 200

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 26