Schiedam haalde dat comité in 1932 maar liefst 20.000 op, wat voor 2.242 gezinnen een bescheiden aanvulling op de 'steun' betekende. In het comité zaten de kerken, maar ook de 'Vereeniging voor Armenzorg en tegen Bedelarij', de 'Nederlandsche Vereeniging voor Huisvrouwen' en de 'Bond voor Groote Gezinnen'. Ondanks alle pogingen het leed te verzachten, hadden veel Schiedammers het in de crisisjaren moeilijk. Zo moest een jonge weduwnaar zijn drie kinderen laten opnemen in het katholieke weeshuis aan de Hoogstraat. Dat kostte 6 per week en zijn kinderen leidden er een armoedig leven. Als ontbijt kregen ze een bruine boterham met reuzel en hun warme maaltijd bestond uit stamppot of bruine bonen. Alleen op zondag kregen ze waterige soep; vlees kwam er zelden aan te pas. Omdat het voedsel van veel werklozen weinig calorieën bevatte, probeerde de gemeente de gezondheid van hun kinderen te verbeteren door invoering van schoolvoeding en een weekje naar buiten tegen betaling van een kwartje. Structureler waren de oprichting van het Algemeen Ziekenfonds Schiedam dat meteen 9.000 leden had, en de kruisverenigingen, geheel in de geest van de tijd verzuild voor protestanten, rooms-katholieken en onkerkelijken. Landelijke bekendheid kreeg Schiedam door zijn cursussen voor werklozen. Iedereen mocht zoveel cursussen in boekhouden, timmeren, schilderen of handwerken volgen als hij of zij wilde. Om ze ook ervaring te laten op doen, zette de gemeente de cursisten in bij projecten, waarvoor ze zelfs een bescheiden financiële vergoeding kregen. Ook de Schiedamse arbeids beurs, in 1902 gesticht door de vooruit strevende liberaal M.C.M. de Groot, speelde een belangrijke rol in de lokale strijd tegen de werkloosheid. De meeste werklozen droegen hun lot gelaten, maar soms kwam het tot hevige uitbarstingen, waarbij geweld gebruikt werd. In Schiedam was Dirkje (Diet) Collé-Boer, vrouw van het communistische gemeenteraadslid Willem Collé en beter bekend als 'moe Collé', één van de leiders van het verzet tegen de huisuitzettingen van werk lozen met huurschuld. Huurstakers verhinderden in de Gorzen huisuitzettingen en in 1931 gooiden ze, om solidariteit af te dwingen, in de omgeving van de Pernissestraat de ruiten in bij mensen die wel hun huur betaalden en smeten ze vanaf de daken flessen naar de agenten, die daarna op hun belagers schoten. De marechaussee moest de orde herstellen. Willem Collé leidde het verzet onder de stempelaars en in de gemeenteraad. Toen hij voor de verkiezingen van 1931 werkloos werd, dacht het gemeentebestuur van hem af te komen door hem uit de Boven: Verlaging van de steun en verhoging van de huur brachten veel werkloze Schiedammers in grote problemen in de crisisjaren dertig van de vorige eeuw. Huis uitzettingen, zoals deze in 1931 in de Pernissestraat, kwamen geregeld voor. Soms konden de bewoners hun huis de volgende dag alweer in; dan hadden buurt bewoners het benodigde geld bij elkaar gebracht. (GA Schiedam) Links: Jan van Diggelen fotografeerde in 1906 de huizen en bewoners van Nieuwsticht. In 1854 bouwde de Vereeniging tot het verschaffen van goede woningen aan minvermogenden deze arbeiderswoningen. In Nieuwsticht waren de huizen niet veel groter dan in de benauwde binnenstad, maar er was tenminste ruimte, licht en lucht tussen de huizen. (Foto J. van Diggelen/ GA Schiedam) 180

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 6