Bank van Lening
briefkaart ver
grooting van
deze foto kost
slechts
Schiedammers die zich plotseling of tijdelijk met armoede
geconfronteerd zagen, konden al in de Middeleeuwen terecht bij de
Bank van Lening. Ze kregen geld in ruil voor een onderpand en ze
kregen dat pand alleen terug, als ze het geld binnen de afgesproken
tijd terugbetaalden.
Sociale Dienst
De tafelhouder of bankier betaalde voor zijn
vergunning een fors bedrag dat ten goede
kwam aan de stadsarmen. Tot verin de
16de eeuw waren die tafelhouders
Lombarden uit Italië of hun afstammelingen.
Zij hielden kantoor waar de Lombardsteeg
uitkomt op de Hoogstraat. Van de twee
gegadigden voor het tafelhouderschap in
1755, was er één predikant: dominee
Johan de Vrij uit Wijk bij Duurstede. Zijn
rivaal bood echter meer en de dominee liep
een profijtelijke carrière als lommerdbaas
mis. De vroedschap liet datzelfde jaar
stadsarchitect Arij van Bol'es een nieuw
'Huys tot de Lombaard' bouwen op de
plaats van de bouwvallige Begijnhofkapel
aan het Oude Kerkhof. Daar bleef de Bank
van Lening tot de gemeenteraad die in
1874 liquideerde. Daarna zaten het
Stedelijk Gymnasium en het Gemeente
archief in het pand. In plaats van de
Stedelijke Bank van Lening kwamen toen
particuliere pandhuizen. De laatste
pandhuishouder was L. Raske die in 1934
een lommerd exploiteerde in de
Nieuwstraat.
Hierboven: Abraham van
Wijk was in 1945 bijna
twintig jaar penning
meester van de
Vereeniging tot Onder
steuning bij Ziekten in
Kethel en Spaland,
opgericht in 1895. In het
archief van de vereniging
is een spandoek bewaard
gebleven met daarop de
tekst 'deze man was lid
van de vereniging tot
ondersteuning bij ziekte,
daarom bleef hij voor
armoede gespaard'.
Waarschijnlijk heeft het
een tijdje uit blijdschap
aan een voorgevel
gehangen. (GA Schiedam)
Rechts: Bestuurders van
de Spaarbank anno 1820,
waarvan hier de
administratiekamer is
afgebeeld, betaalden
boete als ze te laat of
helemaal niet op de
vergadering kwamen.
(GA Schiedam)
Onder: 'Was ik maar een
jongen dan kon ik ook
studeerenl'. Emilie
Knappert, geboren in
Schiedam in 1860, geldt
als pionier van het
maatschappelijk werk in
Nederland. Zij werd
lerares en later directrice
van het Leidse Volkshuis
en de School voor
Maatschappelijk Werk.
(GA Schiedam)
'steun' te zetten en naar de werk
verschaffing in Drenthe te sturen. Men
had buiten 'Moe Collé' gerekend. Zij
begon een felle en effectieve actie door
met haar man en kinderen naar het
stadhuis op de Grote Markt te gaan. Ze
dreigde daar te blijven, tot haar man
weer in de steun kon. Toen dat niet
hielp en agenten Willem onder de ogen
van zijn theatraal krijsende kinderen
naar de politiepost sleurden, maakte ze
borden met de tekst 'ik heb honger',
waarmee zij en haar kinderen heen en
weer liepen voor het huis van de
burgemeester aan de Singel. Het werd
een oploop en Willem Collé hoefde niet
naar Drenthe.
Maatschappelijk Hulpbetoon maakte
in 1949 plaats voor de Dienst Sociale
Zaken. De invoering van de Algemene
Bijstandwet in 1965 en van de Wet
Sociale Werkvoorziening in 1969,
181