Museumkwestie
STEDELIJK MUSEUM SCHIEDAM
In 1988 ontstond in Schiedam en daarbuiten commqtie over de
sluiting van een tentoonstelling over de relatie tussen de Franse
schrijver Huysmans en Schiedam.
28 lanuarl tot 27 februari 1956, dagell|ks van 2-5 uur
tentoonstelling van werken van
Boven: De expositie in
1956, waarvan hier het
affiche is afgebeeld, was
de eerste in het Stedelijk
Museum Schiedam die
geheel aan het werk van
Cobra-kunstenaar Karei
Appel was gewijd. Kort
daarvoor had Appel
geëxposeerd in het
Cultureel Contact
Centrum in Schiedam,
'...zodat men daar al
kennis heeft kunnen
maken met zijn druk
gediscussieerde werk.'
De tentoonstelling
bevatte 'meest portretten,
of althans op mensen
geïnspireerde schilderijen
uitzijn 'vragende kinder'-
periode', aldus het
Schiedams Parool. Het
Stedelijk Museum bezit
53 werken van Karei
Appel. (GA Schiedam)
Rechts: Met dit zelf
gemaakte schimmenspel
vermaakte de drukkers
familie Roelants zich
thuis. Het bestaat uit
karton geknipte beweeg
bare mensenfiguren en
decors op transparant
papier. (GA Schiedam)
i oog straat 112
ook voor Hans Paalman die na het
vertrek van Janssen in 1962 zijn
aandacht weliswaar op andere
stromingen in de beeldende kunst
richtte, maar met zijn verzamelbeleid
en vernieuwende tentoonstellingen
veel heeft bijgedragen aan de landelijke
bekendheid van het Stedelijk Museum.
Hij organiseerde iedere twee jaar een
expositie van regionale kunstenaars
met strenge selectiecriteria, die als
Salon van de Maassteden landelijk
bekend was.
In 1979 was het Stedelijk Museum
negatief in het landelijke nieuws.
Volgens de kranten vonden Hans
Bakker en Hans Konings, leden van de
fractie van de Partij van de Arbeid, het
museum te elitair en wilden zij stoppen
met de dure tentoonstellingen en de
Cobra-collectie verkopen. Dat zou
- toen - vier miljoen gulden opleveren.
Het gebouw kon men dan gebruiken
voor het laten zien van amateurkunst
en voor 'leuke dingen voor linkse
mensen' zoals dat toen heette.
Wethouder Chris Zijdeveld steunde
zijn partijgenoten en directeur Hans
Paalman kreeg de 'dwingende
aanbeveling' een tentoonstelling over
warmte-isolatie over te nemen van het
Bouwcentrum en die te plaatsen in de
prominentste ruimte van het museum.
De storm woei na enkele maanden
over, maar de spanning tussen de
lokale politiek en het museum is
gebleven.
De Volkskrant noemde die sluiting in een
hoofdartikel zelfs bizar. Volgens het
Rotterdams Nieuwsblad zou Huysmans
zich in zijn boeken schuldig hebben
gemaakt aan antisemitisme. Dat was voor
wethouder Luub Hafkamp van cultuur
aanleiding de tentoonstelling voortijdig te
sluiten. Hij wilde 'emotionele discussies
met schadelijke effecten' voorkomen. De
Nederlandse Museumvereniging vond zijn
besluit op 'museale censuur'lijken en riep
de raadscommissie voor welzijn en cultuur
op tot een openbare discussie. In de
raadscommissie stonden voor- en tegen
standers van sluiting tegenover eikaar met
nogal voorspelbare meningen. PSP/PPR
was voor en verweet directeur Paalman dat
die het racistische aspect van het werk van
de schrijver onbelicht had gelatenterwijl
D'66 het optreden van de wethouder
'onfatsoenlijk' vond en de CPN zelfs
'paniekerig en stom'. Het CDA en de PvdA
hadden begrip voor het optreden van
de wethouder, al hadden ze het beter
gevonden als ze tevoren waren ingelicht.
Directeur Hans Paalman verliet in 1990
het museum en vertelde in een afscheids-
interview dat hij zich meer zorgen had
gemaakt over het vrouwonvriendelijke dan
over het antisemitische karakter van het
werk van Huysmans en dat hij zich door de
beslissing van de wethouder gekwetst had
gevoeld.
217