Roomse duiven
Tot ver na de oorlog was Schiedam verdeeld in drie ongeveer gelijke
maatschappelijke parten: de roomsen, de protestanten en de
onkerkelijken. Die driedeling uitte zich ook op cultureel gebied
(koren, harmonie-orkesten en toneelverenigingen).
De protestanten hadden aan de Nieuwstraat
het gebouw voor Christelijk Sociale Belangen,
de katholieken aan de Lange Haven Arcade,
en de onkerkelijken aan de Tuinlaan het
Verenigingsgebouw. De Schiedamse
Gemeenschap had een volwaardige
tegenhanger in de Katholieke Kunstkring,
die een eigen lijst van aanbevolen lectuur
hanteerde en een eigen filmkeuring uitvoerde.
Zelfs de duiven vlogen in confessioneel
verband en ook de padvinderij was verdeeld
over de drie levensbeschouwingen. De
plaatselijke pers voer er allemaal wel bij,
want die had een overeenkomstig palet.
Naast de gereformeerde Rotterdammer en
het protestantse Trouw, hadden het
onkerkelijke Rotterdamsch Dagblad, de
rooms-katholieke Maasbode, het aan de
Partij van de Arbeid gebonden Vrije Volk
en het ongebonden linkse Rotterdamsch
Parool, in Schiedam agentschappen met
twee of meer redacteuren en veel
medewerkers. Deze hadden het met de
cultuur vooral druk in de jaren waarin
talrijke weggebombardeerde Rotterdamse
kunstenaars in Schiedam een tijdelijk
onderdak vonden en de stad tot ongekende
culturele pluriformiteit opjoegen.
Orpheus, maar ook optredens van het
kindercircus Elleboog en het Scapino-
ballet, en de heropvoering van Het
Spul van Joncker Franssen Oorlog.
Schiedamse muziekkorpsen maakten
muzikale rondgangen door de buurten,
zoals Sint-Radboud uit Kethel, Gusto,
het Stedelijk Muziekkorps en Sint-
Ambrosius. De Schiedamse Gemeen
schap gaf ook een eigen blad uit, dat al
snel gezag had en zich bezig hield met
de Schiedamse cultuur in de breedste
zin van het woord. De eerste redactie
bestond uit Pierre Janssen en Willem
(O') Duys én hun medewerkers Ton
van Duinhoven en fotograaf en filmer
Jan Schaper. Die redactie werd
opgevolgd door directeur/eind
redacteur Fred Pfeiffer die van het
blad een uitgesproken cultureel en
opiniërend magazine maakte, en Aad
Wagenaar, Peter van den Boom en
Hans van der Sloot sloten de rij. De
drukker van het blad was de Koninklijke
Drukkerijen H.A.M. Roelants die
royale budgetten hanteerde voor
auteurs en fotografen, mits de kwaliteit
van de artikelen en de foto's goed was.
Bekende medewerkers waren de
schrijvers Daan van der Zee, Ferdinand
Bordewijk en Adriaan van der Veen, de
directeur van de gemeentelijke woning-
dienst Marinus van Praag, de architect
J.B. Bakema, de stedenbouwkundige
J.M. Horvath, en de fotograaf Robert
Colette. In 1971 hield het blad op te
Linksboven: Kinderspelen
tijdens het Bevrijdings
feest in 1960. (Foto
Chr. Breur/GA Schiedam)
Hierboven: Het tamboer
en pijperskorps van de
Christelijke Jonge
Mannen Vereniging speelt
op de Sint-Janstoren in
het voorjaar van 1950.
(Foto Tholens/
GA Schiedam)
Linksmidden: Gevechten
tussen groepen jongens,
op deze foto om kerst
bomen, zijn voor de één
een ergernis, voorde
jongens een vorm van
vermaak. Het merendeel
van de jongens dat in de
oude binnenstad woonde,
ging direct na de lagere
school werken in de
fabriek. In 'Jong zijn in
Schiedam' uit 1959 wordt
er met nadruk op gewezen
dat niet-begrepen en
weinig opgevangen jeugd
een gevaar kan betekenen
binnen de wijk en binnen
de hele stadsgemeen
schap. (GA Schiedam)
220