IK HERINNER MIJ NOG VERENIGING IN BRIEF: Schiedams museum moet doorgaan Herman Posthoorn 55 Herman Posthoorn (Rotterdam, 1944) kwam in 1970 toevallig in Schiedam wonen. De Rotterdamse kasregistermonteur kon hier de woning overnemen van een collega die naar Hardenberg verhuisde. Hij was in Rotterdam actief in de Partij van de Arbeid en bleef dat in Schiedam. Hij werd penningmeester en daarna al snel voorzitter. In 1975 stond hij op een onverkiesbare twintigste plaats voor de verkiezingen voor de gemeenteraad, waarbij de PvdA 17 zetels kreeg. Na drie maanden waren drie nieuwe raadsleden van het politieke toneel verdwenen en was hij aan de beurt voor zijn eerste raads lidmaatschap. Posthoorn maakte een bliksemcarrière, want een jaar later trad Clara Visbeen-Stroman af als wethouder van cultuur, onderwijs en sport en volgde hij haar op in een college met Reinier Scheeres (PvdA), Chris Zijdeveld (PvdA) en Hans van der Wilk (PPR). Hij was ruim tien jaar wethouder en stopte in 1986 omdat hij meent dat een gekozen bestuurder na drie periodes het risico loopt teveel regent te worden en op routine te gaan werken. Dat is slecht voor hemzelf en ook voor de stad. Hij bleef tot 1994 raadslid en ging daarnaast rechten studeren. Sinds 1997 werkt hij bij de Opta, de instelling die in Nederland de concurrentieverhoudingen bij de post en telecommunicatie bewaakt. 'Ik viel in 1976 met mijn neus midden in de culturele boter. De Schiedamse kunstenaars verzetten zich hevig tegen het gemeentelijk beleid en kraakten panden om er ateliers in te vestigen, de gemeente had een taai conflict met cineast Jan Schaper die - natuurlijk terecht - het huurcontract voor 'zijn' Zakkendragershuisje niet wilde opgeven, en in de laatste maar niet de minste plaats leefden in de Partij van de Arbeid bezwaren tegen de manier waarop het Stedelijk Museum onder directeur Paalman functioneerde. Het was te elitair en veel te duur voor het beperkte rendement dat het voor het brede Schiedamse publiek opleverde. De leden van de PvdA hadden vooral bezwaar tegen de dure tentoonstellingen van het museum, die de PvdA-kiezers niets zeiden. Bovendien klaagden de Schiedamse kunstenaars dat het museum hen in de tentoonstellingen en bij de aankopen vrijwel negeerde. De bom barstte in 1979, bij het maken van het verkiezingsprogramma. In de bovenzaal van de Amstelbron wilden een paar leden de sluiting van het museum en de verkoop van de collectie in dat programma opnemen. Ze kregen steun van anderen, onder wie Chris Zijdeveld. Ik verzette me hevig en de politieke modder vloog driftig heen en weer. Hans Bakker, meer intellectueel dan practicus, en Hans Konings, een jongen-van-de-gestampte-pot, riepen dat er voor miljoenen in de kelders van het museum lag, dat daar niets mee gebeurde en dat het dus beter was de hele handel dan maar te verkopen. Dat was retorische onzin en ook niet uitvoerbaar, want 80% van de Cobra collectie bestond uit bruiklenen. Bakker en Konings wilden eigenlijk een inhoudelijke discussie over het museumbeleid, zoals een grotere toegankelijkheid van de eigen collectie voor het eigen publiek, meer aankopen van 'Schiedamse' kunst en meer en vooral aansprekender aandacht voor de geschiedenis van Schiedam. Hun voorstel is niet in het verkiezings programma gekomen, maar ze zijn er wel in geslaagd een discussie los te maken, die tot vandaag doorgaat. Natuurlijk is de verhouding tussen de PvdA en de kunst traditioneel moeilijk, maar ook het museum ging niet vrijuit. Paalman deed geen enkele moeite om het Schiedamse publiek duidelijk te maken wat hij deed en waarom. Het voorstel van Bakker en Konings was daarop een wat ondoordachte maar logische reactie. Het hele verhaal is verkeerd in de pers gekomen en een vervelend eigen leven gaan leiden, waardoor de PvdA in het algemeen en die in Schiedam in het bijzonder het odium van cultuurbarbaarsheid hebben gekregen. Ik heb geprobeerd het Weeshuis bij het museum te trekken. Dan zou dat zalen genoeg gehad hebben om de eigen kunst collecties en de historische collectie te laten zien. Dat lukte niet, omdat in de jaren tachtig de grote bezuinigingen net waren begonnen. Nu spreekt men met gemak over tientallen miljoenen voor nieuwbouw. Ik zou het nieuwe college adviseren het Weeshuis er alsnog bij te trekken, daar de eigen collectie op te hangen en met de historische collectie te laten zien hoe de Schiedammers leefden. Dat moet aan de hand van een beeldend verhaal en vooral niet in vitrines in een stoffige oudheidkamer met veel teksten. Het leerzame en mooie openluchtmuseum dat de Brandersbuurt had kunnen zijn, is helaas verdwenen.' Geheel boven: Detail van een foto waarop de wethouder van cultuur, onderwijs en sport, Herman Posthoorn, poseert temidden van de spelers van het eerste elftal van voetbal vereniging SFC. Hij had kort daarvoor de top scorersbokaal voor het seizoen 1982/83 uitgereikt. (Foto R. Dijkstra/ GA Schiedam) Hierboven: Het plan van de Schiedamse PvdA'ers Hans Konings en Hans Bakker het Stedelijk Museum Schiedam te sluiten en de Cobra collectie te verkopen, veroorzaakte landelijk beroering. Gerrit Komrij reageerde in de NRC op 'het linkse denken over kunst': 'Een platte populist die vindt dat Mozart best met de vuilniszak meemag omdat hij zelf zo mooi de Internationale op een trekharmonica speelt...' (Krantenkop uit de Volkskrant) 221

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 23