i
Sozen en instuiven
verschijnen en kort daarna ging ook de
Schiedamse Gemeenschap zelf ter ziele.
Oud-redacteur Hans van der Sloot
heeft in 1995 de draad weer opgepakt
met het culturele opinieblad Musis.
De jongeren hadden ook in het
Schiedam van de jaren 1960 en '70
hun eigen uitgaansgelegenheden en
ontmoetingsplaatsen. Dat waren
natuurlijk de 'sozen' en 'instuiven'
van kerken, partijen of verenigingen,
de laatste resten van de verzuilde
Schiedamse jeugdcultuur, waarin
katholieken even streng gescheiden
van de protestanten als van de
'heidenen', de protestanten op hun
beurt van de 'papen' en de 'rooien',
en de niet-gelovigen van de 'roomsen'
en de 'christelijken', hun cultuur in
verenigingsverband koesterden.
Buiten al die zuilen viel de Bellefleur,
een deugdzaam jongerencafé aan de
Appelmarkt, waar Mooie Koos tussen
het biertappen de meisjes het hof
maakte en Jaap Fischer de populairste
zanger in de jukebox was. In café De
Ster aan de Koemarkt hield de norse
kastelein Jansen de jeugd buiten de
deur, totdat vaste klant en gereedschap
maker Henk de Ronde de lokaliteit
overnam en er een jeugdcafé van
maakte. De Ster was de oudste tapperij
van Schiedam: een berookt en beroet
etablissement met een meubilair dat
voor een prik in het veilinghuis was
gekocht. Tussen dit bijeengeraapte
meubilair stond, rond de doorgestookte
kolomkachel, een uit berkenstammetjes
samengesteld ameublement, door
Nel de Ronde liefkozend 'het tuintje'
genoemd. Wie hieraan z'n kleren mocht
openhalen, behoorde tot de incrowd.
Muziek werd in De Ster niet ten gehore
gebracht en klagen over de bediening
was verboden. Wie tegen deze regel
zondigde, kreeg stevig de wind van
voren van de oude en manke kelner
Jan. Deze schold zonder aanzien des
persoons z'n klanten de huid vol en
genoot mede daarom een grote
populariteit. De Ster was in deze
hoogtijdagen een kroeg, zoals die
slechts in liederen en letteren bestaat,
een ontmoetingsplek voor zwervers
en aristocraten, jonge studenten en
oude kunstenaars, een lokaliteit waar
onmatig gelachen en gedronken
werd, waar toonkunstenaars zich niet
Boven: De 'Hippety'
modeshow met
kunstenaar/organisator
Hein de Koster, (tweede
van rechts) in 1968. Het
ging volgens Hein om
communicatie en cultuur.
Hij had veel ideeën, zoals
Schiedam een eigen
stadskern, een vestzak
theater, een informatie
centrumjeugdwerk-
plaatsen en inspraak
brievenbussen. (GA
Schiedam)
Links: De pioniers van het
vormingswerk, nieuw in
de jaren zeventig, stuitten
op onbegrip. Het
vormingscentrum kwam
vanuit de Mater Amabilis-
school tot stand, door de
werkende jongeren zelf.
Het moest op eenniet-
autoritaire manier zelf
werkzaamheid en samen
werking stimuleren. Ze
werkten aan projecten
over vrijetijdsbesteding,
het generatieconflict en
achterstelling-protest-
actie. (Foto R. Collette/
GA Schiedam)
222