1 Vita Lydwinae Op 1 mei 1856 berichtte de Schiedamsche Courant dat in Amsterdam een zeldzaam, in Schiedam gedrukt boek geveild was: J. Brugman, Vita Lydwinae, in 1498 door Otgier Pietersz. Nagtegaal gedrukt in opdracht van het stadsbestuur. fj Kermis processies mee. Ieder lid had een kaars in zijn hand. Voorop liepen de leden van het Sint-Anthonis- of zakken- dragersgilde, dat als het belangrijkste gilde gold, daarachter de ambachts gilden en de religieuze broeder schappen, terwijl de schutterijen de rij sloten. Die voerden in de jaarlijkse processie de drakendoder Sint Joris en een draak mee. Sint Joris stak onderweg steeds de draak neer, een activiteit die geleid heeft tot het gezegde 'de draak steken met'. Ieder gilde had op de naamdag van zijn patroonheilige zijn jaarlijkse feest dat meestal een paar dagen duurde. Voor het Sint-Anthonisgilde bijvoorbeeld was dat 17 januari en voor het Sint- Lucasgilde van de schilders 18 oktober. Dat waren vrolijke en luidruchtige dagen met veel drank en eten. Omdat de beoefenaars van alle ambachten in gilden georganiseerd waren, was het vrijwel voortdurend feest. Al die feesten, met hun drinkgelagen en maaltijden, vonden plaats in en rond het stadhuis. In 1511 maakte de stadsregering een eind aan de feesten in het bestuurlijke heiligdom, wellicht omdat het lawaai en de dronkenschap Het was een prachtig exemplaar met fraaie houtsneden en het speet de krant dat het, ondanks een aanzienlijk bod, niet gelukt was dit boek, waarvan slechts drie exemplaren bekend waren, naar Schiedam te halen. De koper was de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Een maand later stond in de krant dat zich in Schiedam toch een exemplaar van het boek van pater Brugman bevond, en wel in de 'Sint Janskerk der Oude Clerezy, in het Huis te Poort', aan de Dam. Het boek is nog steeds in bezit van de Oud-Katholieke gemeente, maar is in bruikleen bij het Gemeentearchief. s van de deelnemers de regeerders hinderden. Op de feesten van de schutterijen was het 'papegay scieten' het hoogtepunt, waarbij een houten vogel het doelwit was. Op dat feest beschikten de schutterijen over zestien vaten accijnsvrij bier wat tot een luidruchtige feestvreugde leidde. Vrouwe Aleida stelde in 1270 de jaar markt of kermis in. Deze duurde een week. De jaarmarkt veranderde geleidelijk van een combinatie van markt en variété in een kermis met attracties. Dat was een populair maar vaak omstreden evenement. Het stadsbestuur verbood veel attracties die het zedeloos of gevaarlijk vond. Zo waren in 1679 de koorddansers niet welkom, omdat zij het vijfde gebod overtraden door zich 'moetwilliglick in eenigh gevaer' te begeven en mochten in 1799 alleen 'spellen waarin geene zeedenkwetsende vertooningen gegeven worden' naar Schiedam komen. Voor veel arbeiders was de kermis de enige gelegenheid om kennis te maken met cultuuruitingen. In 1848 stond op de Appelmarkt het Théatre de la Renaissance et des Vaudevilles van K. Maju die eigenlijk Roelof Kinsbergen heette. Vaudevilles waren komische toneelstukjes met een simpel verhaal en schuine liedjes. In het stuk 'De eerste liefde' speelde Kinsbergen overtuigend de hoofdrol, maar zanger Van der Sluijs wist geen raad met zijn figuur, 'wanneer hij om de illusie niet weg te nemen de hartstogten, die hij in zijne rol heeft uitgedrukt, in zijn voorkomen en zijnde gebaren behoorde aan den dag te leggen'. In de loop van de eeuw Linksboven: Geen slaapkamerscène in een ridderroman of boertig verhaal zonder vlees, fruit, zoetigheid en wijn. Jacob van Maerlant schreef vergelijkingen als 'Vrouwen zijn van nature goed. Zij gelijken de wijn en de gloed, Die de wereld verblijden'. Interieur van een badstoof (bad inrichting), omstreeks 1490. (Miniatuur van Valerius Maximus, Brugge) Hierboven: Het verhaal ging dat een beeldhouwer een Mariabeeld op de Antwerpse markt wilde verkopen. Het volgeladen schip kon echter niet van de Schiedamse kade loskomen. Ook niet met nog meer sterke mannen, het was een wonder! Het was duidelijk: dit beeld moest in Schiedam blijven. De beeldhouwer verkocht het aan de kerkmeesters van de Grote- of Sint-Janskerk en het beeld werd zeer vereerd. Bij alle dingen zocht de middeleeuwer naar de betekenis, de les die je eruit kon trekken of het voorbeeld datje erin kon zien. (Houtsnede uit Het leven van Liedewij, de maagd van Schiedam) 202

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 4