U'y
Kiesverenigingen
tumz
mAmm&mw
i cl tf|,
firn urn
Zondag 28 October 1894.
4a° Jaargang No. 40.
of
Iets onklaars in de stad van de klare.
Links: Van 29 mei 1866 tot
1 november 1894 was
Pieter Jacob van Dijk van
Matenesse burgemeester
van Schiedam. Deze man
die na zijn benoeming tot
Schiedams burgemeester
meteen indruk maakte
met een overvloed aan
eigendunk en schromelijk
gebrek aan tact, heeft 28
jaar lang de Schiedamse
besluitvorming in de
gemeenteraad
grotendeels negatief
beïnvloed. Ook het volk
begreep dat, getuige het
rijmpje dat de jeugd op
straat zong:
'Piet van Dijk van
Matenesse,
burgemeester van
Schiedam,
zit maar in de Raad te
klesse
en weet er geen bliksem
van!'.
Ondanks dit alles vierde
men in 1891 zijn 25-jarig
ambtsjubileum op
grootse wijze. Daarvoor
verrees op de Grote Markt
zelfs tijdelijk een fontein.
(GA Schiedam)
Boven: Het gemeente
bestuur liet een
herdenkingspenning met
de beeltenis van
burgemeester Pieter van
Dijk slaan. (GA Schiedam)
Rechtsboven: In 1894 had
de gemeentekas een
tekort van meer dan
ƒ82.000. Hoewel de
gemeenteontvanger
W. Beffers eerst
verantwoordelijke was,
gingen twee wethouders
en de burgemeester ook
niet geheel vrijuit
vanwege het feit dat ze
onvoldoende toezicht
hadden uitgeoefend. Het
Rotterdamse satirische
blad 'Abraham Prikkie's
op- en aanmerkingen'
maakte deze spotprent.
(GA Schiedam)
was hierdoor mogelijk, maar dat
gebeurde pas na 1900 als gevolg van
een verdeelde en daardoor besluiteloze
raad die vaak niet verder kon kijken
dan het belang van de moutwijn
industrie. Een belangrijke oorzaak
hiervan was het autoritaire en tactloze
optreden van Van Dijk die daardoor
uitgroeide tot misschien wel de meest
omstreden burgemeester die Schiedam
heeft gehad. Zijn ambtsperiode
eindigde op dramatische wijze.
Gemeenteontvanger W. Beffers kon in
februari 1894 een tekort van meer dan
82.000 gulden in de gemeentekas niet
verklaren. Er volgde ontslag voor
Beffers en een rechtszaak wegens
valsheid in geschrifte - verduistering
viel niet te bewijzen - voor de
Arrondissementsrechtbank Rotterdam.
Een beschuldigende vinger ging uit
naar de burgemeester en de twee
wethouders A. Elzevier Dom en
C.J. Loncq die hun toezichthoudende
taak op de gemeenteontvanger
nauwelijks hadden uitgeoefend. Het
leek er op of met name Van Dijk in
plaats van Beffers terecht stond. De
officier van justitie was van mening dat
'bij den Burgemeester een groot deel
ligt van de schuld dat dat alles in
Schiedam is voorgevallen' en dat hij in
de publieke opinie had afgedaan.
Van Dijk vroeg ontslag dat hij op
31 oktober 1894 kreeg. De gemeente
raad besloot het er niet bij te laten zitten
en probeerde de financiële schade te
verhalen op Van Dijk wegens tekort
schietend toezicht. Op 28 januari 1901
deed de Arrondissementsrechtbank
Rotterdam uitspraak in deze zaak. De
rechtbank verklaarde de eis van de
gemeente niet-ontvankelijk en
veroordeelde de gemeente tot betaling
van de kosten gemaakt door de
gedaagde: 197 gulden en 2,5 cent.
De Schiedamse politiek was in de
tweede helft van de 19de eeuw een zaak
van kiesverenigingen die kandidaten
stelden voor de verkiezingen van
Tweede Kamer, Provinciale Staten en
gemeenteraad, en van een klein aantal
kiesgerechtigden. In 1870 waren het er
651 op een inwoneraantal van 20.231,
dat is iets meer dan 3%. In de
gemeenteraad waren dan ook alleen
liberalen, progressief of conservatief,
vertegenwoordigd. In Schiedam was
het 'politieke thuis' van de progressieve
liberalen de kiesvereniging 'Schiedam',
terwijl de conservatieve liberalen zich
vooral thuis voelden bij de kies
vereniging 'Algemeen Belang'. De
arbeiders hadden weinig belangstelling
voor de gemeentepolitiek, hoewel
enkelen lid waren van de kies
vereniging 'Schiedam' die in haar
voorzitter Michael C.M. de Groot een
actieve pleitbezorger had voor een
'handenarbeider' in de gemeenteraad.
Dankzij de kiesrechthervorming van
1897, die iedere man boven de vijfen
twintig die in zijn eigen onderhoud kon
voorzien, stemrecht gaf, raakten de
liberale regenten langzamerhand hun
overheersende positie kwijt. Er
kwamen nieuwe kiesverenigingen.
Op 29 januari 1897 richtten pastoors en
branders in de zaal van de Officieren-
tuin aan de Laan Ons Genoegen de
rooms-katholieke kiesvereniging
'Recht, Plicht en Orde' op, die snel
uitgroeide tot de belangrijkste politieke
organisatie van Schiedam. De
katholieken kregen de meeste zetels in
de raad, en leverden wethouders, en in
1910 de burgemeester, Mattheüs
Laurentius Honnerlage Grete. Samen
BOWJR KK .TvV.&R
<2sV\
renekerd toIisbi 4e Wet
Abo,™,: Kl^'Tn.p.po».
AfconderlyVe Nummers 10 Centa.
PRIKKIES Bureau: Rotterdam,
<2A\ a-a rv4vwrb i'VV<^c i
I UitgeversPR IK KI E&C'. II HoofdredacteurABRAHAM PR1KKIÏ.
Hoe nedrig bloeit gij in *t verborgen.
241