Proclamatie
Kordate burgemeester
Harm Roelfsema was burgemeester van Schiedam van 16 mei 1965
tot 1 augustus 1974. Het was een roerige tijd, met ondermeer de
protesten tegen de afbraak van de 'Brandersbuurt', werkstakingen bij
de scheepswerven, en de van Amsterdam uit overslaande
provobeweging. In zijn levensschets 'In de ban van de tijd'doet
Roelfsema verslag over de provo's:
vsnx deO-mtij eVWj staat"
Oranje Boven.
Schiedam ts vrij
T)e T^abouters trekken. op Schiedam.
Vc Alternatieven 'Worden geroepen.
t)e R^enten vluchten alle kanten op
Belucht ts open,wij kunnen vrij ademen.
De tnensch. herleeft".
Alle partijschap heeft opgehouden
Al het geledene te vergeten
■0ït vergeven.
Alle de aanzienlijken gaan uit den
De regeerkig roept het volk. uit tot tlocge i
m' voeqen ons hij de kabouters
Zonder plunderingnoch mishandeling
Clk dankt GjocÜ
t)e (poede tijden komen wederom
Oranje 13 oven 1
6 maart" iyjo Rpftljt)
«èchtedam -Ifeb oWterotad
'Gehuld in witte kleren trok men enkele
avonden door de stad met onbestemde
leuzen. Op een avond werd mijn huis
enkele uren belegerd. Moeilijkheden deden
zich niet voor. De politie trad niet
hardhandig op, ook niet toen een aantal
provo's in de stadswateren sprong in de
hoop, dat dat niet zou mogen. De politie
stelde zich tolerant op: Wie wil zwemmen,
moet dat maar doen. Het viel de zwemmers
niet gemakkelijk weer uit het water te
komen. Onder de provo's bevond zich een
groot aantal Amsterdamse jongelui, dat na
enkele avonden van demonstratieve
optochten besloot maar naar huis terug te
keren. Ik ben in de optocht (aftocht) mee
gaan lopen tot grote schrik van politie en
burgerij. Ik wilde wel eens beluisteren, wat
deze jonge mensen bezielde. Tijdens
de aftocht der provo's in Schiedam
mompelden de "leiders": "Hier kunnen we
wel ophouden, want de Schiedamse politie
werkt helemaal niet mee".
Men had er blijkbaar op gerekend, dat de
politie krachtdadig zou optreden, waardoor
het publiek geneigd zou zijn geweest het
voorde provo's op te nemen. Bij de
belegering van mijn huis had ik getracht
met de leiding der provo's in gesprek te
komen. De politie bracht een uitnodiging,
om naar binnen te komen, over, maar men
vreesde blijkbaar een valstrik. Naderhand
ben ik door een leidinggevende provo
opgebeld met wie ik naderhand op het
stadhuis een lang gesprek had, waarin ik
zo ongeveer aan de weet kwam, wat hem
bezielde. Het kwam hierop neer: de
maatschappij was rotwerken had geen zin
meer: je kon ook zonder werk wel leven;
het leven in deze maatschappij betekende
een grote verveling. Ik weet helemaal niet,
of deze enkeling de mening van het geheel
der beweging weergaf. Typerend vond ik
zijn mening wel en ik heb haar later ook bij
andere jongeren ontmoet.
Geheel boven: Burgemeester Jan Willem
Peek in een race-auto, circa 1963. (Foto T.
den Haan/GA Schiedam)
Hierboven: Kop en schotel,
gemaakt ter gelegenheid
van het afscheid van
burgemeester Peek in
1964. (SMS)
Geheel links: Tijdens de
opening van de jeugd-
manifestatie Jes 70 werd
de OranjeVrijstaat uit
geroepen. Daarna zong
men'De uil zat in de
olmen', waarbij men de
aanwezigen verzocht te
gaan staan. 'U had best
kunnen blijven zitten, wat
U nu doet is autoritair',
kreeg men vervolgens te
horen. (GA Schiedam)
Links: Teach-in in de
Korenbeurs in 1967, met
burgemeester Harm
Roelfsema, die de sloop
van de Brandersbuurt
verdedigde, en de
jongeren die dit wilden
voorkomen.
(GA Schiedam)
246