ffj^WK bli j» Alva's eed tfoö Boy?-**1 In 1570 was de hertog van Alva in opdracht van koning Philips II hard op weg orde op zaken te stellen in de opstandige Nederlandse gewesten die onder aanvoering stonden van Willem van Oranje. In de eed die onder anderen de Schiedamse bestuurders op zijn bevel moesten afleggen, kwam de strijd van de katholieke vorst tegen de 'ketters' (calvinisten, wederdopers, lutheranen) duidelijk naar voren: Reddeloos, radeloos en redeloos 'lek zweere bij God almachtlch den vader den zone ende den heijligen gheest op sijn heijtich Evangelium oft op cruijce 't welck ick met mijnder handt genaecke [aanraak] In den iersten dat ick ben in die gemeijn- saemheijt der heijliger catholijckscher apostelijcke ende Roemscher kereke, geen paert oft deel hebbende met eeneghe secten oft heresien [ketterijen], de welcke ick wederstaen sal voor soe vele in mij is ende en sal niemant toelaeten aen de voorseijde secten oft heresien aen te hangen oft adhereren. Ten tweeden dat ick den Coninck mijnen oversten heere ende natuerlijcken Prince Schiedam behoorde tot de Hollandse steden die het prima vonden zonder stadhouder uit het Huis van Oranje het land te besturen. De vroedschap verklaarde zich in 1667 voorstander van afschaffing van het stadhouder- altijts ghehoirsaem ende getrouwe sal zijn. Ende dat ick hem dienen sal in desen staet die hij mij gegunt heeft mit ganzer herten ende affectie ende sai alle mogelijcke vlijet arbeijt ende neersticheijt doen tot zijnre eeren ende totprofijte van zijnder Repubiijcke ende gemeijne weivaert soe verre als 't selfde officie vereijschende is. Ende sai bewaren ende zijnre Maiesteijt verantwoorden van 't ghene des hij mij gelast ende gecommitteert heeft sonder bedrochoft argelist.' Twee jaar later koos het stadsbestuur, op drie leden na, de kant van de opstandelingen. schap. Vijf jaar later lag dit ineens anders. Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen verklaarden de Republiek de oorlog en staken in mei en juni de landsgrenzen over. Het land was reddeloos, de regering radeloos en het volk redeloos. Op 28 juni eiste het 'gemeene volk' in Schiedam dat de regenten aandrongen op de benoeming van prins Willem III tot stadhouder van Holland 'ende daerom diverse heeren hadden aengerandt ende bij de mantel gevat, zoo als zij quamen uit de vroed schap, zeggende te willen verneemen wat in de vroedschap was geresolveert [besloten] ende vele scheldwoorden daer bij voegende'. Pensionaris (stads advocaat) en lid van de vroedschap Willem Nieuwpoort, overtuigd aanhanger van raadspensionaris Johan de Witt, molesteerde men, maar hij wist zich op het stadhuis in veiligheid te brengen. De ongeregeldheden stopten pas toen het stadsbestuur de eis inwilligde en toestond dat de vlag van de prins van Oranje wapperde van de toren van het stadhuis en van andere gebouwen. Hiermee voorkwam men dat Nieuwpoort het trieste lot van de gebroeders De Witt in Den Haag moest delen. Twee dagen later, op 30 juni, aanvaardde Schiedam de prins van Oranje als stadhouder. Nieuwpoort verdween als zondebok van het toneel. Op 25 juli plunderde het Schiedamse 'grauw' het huis van burgemeester Bastiaan Pesser van Velsen die met pensionaris Nieuwpoort Schiedam Linksboven: Als de lands heer geld nodig had, deed hij een aanvraag of 'bede' bij de Staten (of standen). Dit was voor de'volks vertegenwoordiging' een gunstige beperking van de macht van de lands heer. Edelman, geestelijke, burger of boer, ieder had zijn door God gegeven plaats in de middeleeuwse maatschappij. Daarbij paste ook behoorlijk en onbehoorlijk gedrag aan tafel. (Valerius Maximus, miniatuur, Brugge, ca. 1475) Boven: Eindeloos schrijven, dat deed de klerk. Wegdromend over het nieuwe technische wonder tekende hij in 1543 de klok van de Grote Kerk. Deze tekening bevindt zich in een register in het archief van het stads bestuur. (GA Schiedam) >*^V»vy 228

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Ach Lieve Tijd (tijdschrift) | 2001 | | pagina 6